NWS BEGRIPPEN BOUWSTENEN Flashcards

1
Q

is het kleinste levend bouwsteentje van een organisme

A

de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is een doorsnede volgens de snijrichting in de lengte

A

de overlangse doorsnede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

is een doorsnede volgens de snijrichting dwars op de lengte (⊥).

A

de dwarse doorsnede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

is met het blote oog waarneembaar

A

macroscopisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is onzichtbaar voor het blote oog, maar wel waarneembaar met een microscoop of loep.

A

microscopisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

is een instrument om objecten te onderzoeken, die te klein zijn om goed met het blote oog te zien.

A

de microscoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

is het kleinste levend bouwsteentje van een plant.

A

de plantencel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

is het kleinste levend bouwsteentje van een gewerveld dier.

A

de dierlijke cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is een bolvormig, donkergekleurd celonderdeel dat de werking van de cel coördineert. Hierin zitten de erfelijk kenmerken (het DNA) van het organisme.

A

de celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

is een structuurverandering van de stof waarbij de samenstelling van de stof wordt gewijzigd.

A

de stofomzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

is een omzetting van de ene energievorm naar een andere.

A

de energieomzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

is het proces binnenin alle levende cellen waarbij stof- en energieomzettingen plaatsvinden.

A

de celademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

is het geheel van alle stelsels samen.

A

het organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

is een groepering van organen die samenwerken aan dezelfde levensfunctie.

A

het stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

is de spier die de scheiding vormt tussen borst- en buikholte

A

het middenrif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

is de inwendige ruimte van de romp dat zich onder het middenrif bevindt

A

de buikholte

17
Q

is de inwendige ruimte die zich boven het middenrif bevindt en wordt omgeven door de borstkas.

A

de borstholte

18
Q

is een groep van weefsels die samen instaan voor dezelfde functie(s).

A

het orgaan

19
Q

is een groep van cellen met hetzelfde uitzicht en dezelfde functie

A

het weefsel

20
Q

is een groen korreltje in het cytoplasma van plantencellen. In dit celonderdeel gebeuren er stofomzettingen waarbij voedingstoffen (glucose) voor de plant gevormd worden.

A

de bladgroenkorrel

21
Q

is een heel klein korreltje in het cytoplasma dat amper zichtbaar is met een microscoop. In dit celonderdeel gebeuren er stofomzettingen waarbij glucose wordt verbrand en er energie vrijkom

A

het mitochondrium

22
Q

is een geleiachtige vloeistof waarin verschillende celonderdelen voorkomen. Deze celvloeistof zit vol met opgeloste stoffen.

A

het clytoplasma

23
Q

is een blaasje gevuld met vocht dat de celinhoud tegen de celwand duwt. Dit celonderdeel slaat water en opgeloste stoffen op en geeft de plantencel extra stevigheid.

A

de vacuole

24
Q

is een dikke celbegrenzing opgebouwd uit cellulose, die enkel voorkomt bij plantencellen. Het zorgt voor de vorm en stevigheid van de plantencel.

A

de celwand

25
Q

is een dun vliesje rondom het cytoplasma dat het transport van stoffen in en uit de cel regelt.

A

het celmenbraan