AARD BEGRIPPENLIJST DEEL 2 Flashcards

1
Q

de breedteligging

A

de ligging ten opzichte van de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de breedtelijn

A

een breedtegraad; een cirkel op het aardoppervlak, parallel aan de evenaar, waarop alle punten met gelijke geografische breedte (noord of zuid) liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de coördinaat

A

de lengte- en breedtegraden van een plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het geocachen

A

een hoogtechnologische schattenjacht op basis van coördinaten en met een gps- toestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de geografische ligging

A

de ligging van een plaats op de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het geografische noorden

A

de noordpool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het global positioning system (gps)

A

een systeem om je plaats op aarde te bepalen aan de hand van satellieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het kaartnoorden

A

de noordpool; op kaarten wijst de bovenzijde meestal naar het kaartnoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de Kreeftskeerkring

A

de breedtecirkel op 23°27’N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de lengteligging

A

de ligging ten opzichte van de nulmeridiaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de lengtelijn

A

een meridiaan; een verticale lijn op een kaart, van pool tot pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het magnetische noorden

A

de magnetische noordpool; waar de kompasnaald naar wijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de noordpoolcirkel

A

de breedtecirkel op 66°33’N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oriënteren

A

een richting zoeken of bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de referentiekaart

A

een blanco kaart, waarop enkele belangrijke zaken zoals rivieren, steden en snelwegen zijn aangeduid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Situeren

A

lokaliseren; de juiste ligging van een plaats vinden

17
Q

de Steenbokskeerkring

A

de breedtecirkel op 23°27’Z

18
Q

de sterrenkundige ligging

A

de absolute ligging van een plaats, verkregen door samenvoeging van de breedteligging en de lengteligging (coördinaten)

19
Q

het wereldgradennet

A

een raster van horizontale en verticale lijnen; de basis van het coördinatensysteem

20
Q

de windrichting

A

een windstreek; een richting van waaruit de wind afkomstig is

21
Q

de windroos

A

een grafische weergave van de windrichtingen

22
Q

de windstreek

A

een windrichting; een richting van waaruit de wind afkomstig is

23
Q

de zuidpoolcirkel

A

de breedtecirkel op 66°33’Z