Nuttige Gezegden 2.0 Flashcards

1
Q

I’ll leave you

A

Zet ik je op de kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Driving backwards

A

Rijden achteruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Like I magically conjured something

A

Als of ik het terloops had getoverd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Shut your mouth

A

Hoe je bek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Take it to heart

A

Ter harte genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Left wing is all talk right wing earns the money

A

Links lullen, rechts vullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Couldn’t have put it better myself

A

Had het niet beter kunnen verwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rest of the season

A

Restant van het seizoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Temporarily out of it

A

Tijdelijk buiten westen

“Toen ik die rekening zag, was ik even buiten westen!”

“Na de klap viel hij even buiten westen, maar hij kwam snel weer bij.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Boring kakker

A

Paardje op de borst, leven als een worst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Have no idea about it

A

Niks van afweet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

After some deliberation

A

Na wat beraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

To know or not know about something

A

Afweten (van)

“ik weet er niks van af.!

“Wat weet jij daar nou van af?”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

So I’m the sucker / gimp

A

Dus ik de lul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een woordspeling over coke in the city

A

Suifas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

I find that hard to believe

A

Wat me stug lijkt

“dat vind ik moeilijk te geloven” of “dat lijkt me onwaarschijnlijk.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Het weegt mee, maar bepaalt niet alles

A

Hoeft niet doorslaggevend te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Exciting to see what fate this man holds in his hands

A

Spannend welk lot deze man in handen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

It’s not all plain sailing

A

Het gaat niet allemaal van een leien dakje
Het is geen makkie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Keep your head in the game / stay focused

A

Je kop erbij houden

“Houd je kop erbij, het wordt een ingewikkelde taak.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Totally awesome

A

Onwijs gor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

To be ‘Dutchified’

A

Verkaasd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Fading grandeur

A

“Tanterende grandeur” (klassiek, zeldzaam – poëtisch taalgebruik)

“Vergane glorie” (heel gebruikelijk, idiomatisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Setback(s)

A

Tegenslag
Tegenslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Our age gap is not that different / far apart

A

Onze leeftijd ligt niet ver van elkaar af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Sparks started to fly

A

De vonken sloegen over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

To canoe

A

Kanoën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

To see something clearly

A

Iets duidelijk voor ogen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

The turning point

A

Het omslagmoment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Self obsessed

A

Zelfingenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

A gut feeling

A

Een onderbuik gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Not showing your cards / holding something back

A

Laten het achterste van je tong niet zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Effortless

A

Moeiteloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

That doesn’t matter

A

Het/dat doet er niet toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

The whole universe

A

Het hele universum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

You’re a step ahead of me

A

Je bent me een stap voor

Je bent me twee stappen voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

On the edge of (De Pijp)

A

Op het randje van de Pijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Forgetting this that

A

Los van dit/dat (advies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Perspective

A

Invalshoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Hanging on every word

A

Dan hang ik aan je lippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Who are we to judge

A

Wie zijn wij om te beoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Bedroom is facing north

A

Slaapkamer op het Noorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Reclusive

A

Einzelgänger [zonderling; kluizenaar]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Well-off

A

Welgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

If we follow my train of thought

A

Als we mijn gedachtegang volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Deposit / Guarantor

A

Borg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Stingey / pikey

48
Q

I’ll keep it in mind

A

ik hou het in mijn achterhoofd

49
Q

Let something fizzle / die out

A

Iets laten doodbloeden

50
Q

As a young man/women in their twenties

A

Als een jonge twintiger

51
Q

A casanova

A

Een rokkenjager

52
Q

You can’t make heads or tails of it

A

Er geen peil op kunnen trekken

53
Q

To get your act together

A

Doorpakken in het leven

54
Q

To push through / tough it out

A

Ergens doorheen bikkelen

55
Q

So long you don’t piss it away (geld)

A

Zolang je het niet door de plee spoelt

56
Q

What’s the most important thing you want to get out of this meeting

A

Wat is het belangrijkste [ding] dat je uit deze vergadering wil halen

57
Q

What does success look like for you

A

Hoe ziet succes voor jou eruit

58
Q

Can I replay that back to you?

A

Mag ik dit aan je terugkoppelen?

59
Q

To make sure I have understood it correctly

A

Om te bevestigen dat ik je goed begrijp

60
Q

To compete / get one of each other

A

Wedijveren

61
Q

To get down to business / get cracking

A

Aan de bak gaan

62
Q

Guinea pig (not literal)

A

Proefkonijn

63
Q

From childhood on

A

van kinds af aan

64
Q

Go to crap / fall apart

A

Naar de tyfus zijn

65
Q

Acting goofy

A

Melig zijn

66
Q

Make known

A

Kenbaar maken

“Hij wil zijn mening kenbaar maken.”
“Ze maakte haar beslissing kenbaar aan het team.”

67
Q

Air travel

A

Vliegreizen

68
Q

I’m your biggest fan

A

Ik ben jou allergrootste fan

69
Q

Mutual admiration

A

Wederzijdse bewondering

70
Q

For all possibilities (exceptions)!

A

Voor alle uitzonderingen!

71
Q

Self-depreciating humour

72
Q

Burning bridges / ties

A

Bruggen verbranden

73
Q

For the time being / foreseeable future

74
Q

Pitta patta

A

Geouwehoer

75
Q

A hanger on

A

Een aanhanger

76
Q

Very touching / moving

A

Erg aandoenlijk

77
Q

Devesating (fun exaggerated way)

78
Q

Where do you add value

A

Waar voeg je waarde toe

79
Q

In storage

A

In de opslag

80
Q

How do I pronounce this

A

Hoe spreek ik dit uit

81
Q

Before anything

A

Als eerste

82
Q

Maybe in a bit

A

Misschien zo meteen

83
Q

To begin

A

Als eerste

84
Q

I feel honoured

A

Ik voel me vereerd

85
Q

At this rate

A

Als het zo doorgaat

86
Q

To stretch (muscles)

A

Rekken en Strekken

87
Q

It was buzzing

A

Wel leven in de brouwerij

88
Q

A dream that comes true

A

Een droom die werkelijkheid wordt / uitkomt

89
Q

Stick my oar where it’s not wanted

A

Mijn neus in andermans zaken steken

90
Q

That might do the trick

A

Dat zou het trucje kunnen zijn

91
Q

Tipsy (x3)

A

Aangeschoten -
Teut
Lekker in de olie zitten

92
Q

To persevere

A

Iets doorzetten

93
Q

She came upstairs

A

Ze kwam naar boven / ze kwam de trap op

94
Q

A moment of realisation

A

Realisatiemoment

95
Q

We have so much in common

A

We hebben zoveel met elkaar gemeen

96
Q

That aside / aside from that

A

Dat terzijde

97
Q

We’re about to come to that

A

Daar zullen / gaan we het zo over hebben

99
Q

Why does it bother you so much

A

Waarom doet het je zoveel

100
Q

A prediction

A

Voorspelling

101
Q

Rushed / stressed / flustered

A

Aangejakkerd

102
Q

Coming back to the question

A

Teruggekomend aan de vraag

103
Q

It’s really bothering my / I can’t let it go

A

Het zit me hoog

104
Q

I can feel it building inside of me

A

Het kruipt in je buik

105
Q

“Get lost!”
“Beat it!”
“Scram!”
“Get out of here!”

A

Smeer

“Come on man, beat it already!”
(lijkt op “Smeer ’m nou!”)

“Je hebt genoeg gezegd, smeer ‘m nou maar!”

106
Q

Get lost!”
“Beat it!

A

“Smeer ‘m!” kan betekenen: “Maak dat je wegkomt!”

Je hebt genoeg gezegd, smeer ‘m nou maar!

108
Q

Dragged through the mud / roasted

A

Door het slijk gehaald

“Hij is door het slijk gehaald na die mislukte presentatie.”

109
Q

Uninhibited / carefree

A

Onbevangen

“Ze reageerde onbevangen op de kritiek.”

“Hij ging onbevangen het gesprek in.”

110
Q

Uninhibited/ carefree

A

Onbevangen

“Ze reageerde onbevangen op de kritiek.”

111
Q

To deliver

A

Bezorgen

Wij bezorgen jouw pakket

112
Q

Knackered / totally drained

A

Helemaal gesloopt

113
Q

The grand finale

A

Klapper op de vuurpijl

“Het feest was geweldig, en als klap op de vuurpijl kwam er ook nog een live band optreden!”

114
Q

Poncing off my parents

A

Lekker aanschrijven

“Ik woon nog thuis, dus ik kan lekker aanschrijven bij mijn ouders.”

115
Q

Crispy / Crunchy