Koppel Worden Flashcards
1
Q
After all
A
Immers
2
Q
On the contrary
In contrast to
A
Integendeel
Tegenovergestelde
3
Q
Temporarily
A
Tijdelijk
4
Q
Suppose that
A
Veronderstel dat
5
Q
By the time
A
Tegen de Tijd
6
Q
On the one hand
A
Enerzijds
7
Q
In passing / incidentally
A
Terloops
8
Q
Sometimes
A
Weleens
9
Q
Incidentally
A
Overigens
10
Q
At the time
A
Destijds
11
Q
Unless
A
Tenzij
12
Q
Already
A
Alvast
13
Q
So
A
Dus
14
Q
Rarely
A
Zeldzaam
15
Q
In vain
A
Tevergeefs
16
Q
According to
A
Volgens
17
Q
Both (… and …)
A
Zowel
18
Q
For how much
A
Hoezeer
19
Q
At last / finally
A
Eindelijk
20
Q
Of just now
A
Vanzonet
21
Q
In case
A
Indien
22
Q
Mainly
Especially
Particularly
A
Vooral
23
Q
Even if
A
Zelfs of
24
Q
Of course
A
Uiteraard
25
Regardless
Hoe dan ook
26
Furthermore / moreover
Bovendien
27
Besides
Daarnaast
28
To there
Erheen
29
Due to
Doordat
30
Meanwhile
Ondertussen
31
Contradictory
Tegenstrijdig
32
On the other hand
Anderzijds
33
In the meantime
Inmiddels
34
Therefore / hence / that’s why
Daarom
35
Although
Hoewel
36
Every time x2
Telkens
Elke keer
37
Compared to
Vergeleken met
38
Once
Eenmaal
39
During
Tijdens
40
For so far
Voorzover
41
So long as x2
Zolang als
Mits
42
Then (past)
Then (future)
Toen
Dan
43
Because of
Vanwege
44
Now that
Nu dat
45
Mostly
Meestal
46
If
Als
47
Before that
Voor dat
48
Without
Zonder (dat)
49
Because
Omdat
50
In place of
In plaats van
51
Whenever
Wanneer dan ook
52
Wherever
Waar dan ook
53
Firstly / first of all
Ten eerste
54
Once again
Nogmaals
55
Depending on x2
Afhankelijk (van)
Hangt ervan af
56
As
Naarmate
57
Whatever
Wat dan ook
58
Eventually
Uiteindelijk
59
As soon as
Zodra
60
Largely
Grotendeels
61
Finally / and lastly
Ten slotte
62
Before
Voor (dat)
63
Since
Sinds
64
When
Wanneer
65
So that
Zo dat
66
As if
Als of
67
Straightforward
Eenvoudig
68
On the spot
Ter plekke
69
Ultimately
Uiteindelijk
70
To it
Ernaartoe
71
Only
Alleen
72
Between
Ertussenin
73
Such as
Zoals
74
So far as
Zover als
75
After
Naar (dat)
76
Apart from
Behalve dat
77
Insofar
Inzover
78
Until / till
Tot dat
79
Even so / then
Als nog
80
Or
Of
81
Also
Eveneens
82
Seldom
Zelden
83
Regardless (beg)
Ongeacht
84
Why x2
Waarom
Hoezo
85
Rarely
Zeldzaam
86
At all
Uberhaupt
87
Considering
Aangezien
88
Apart from / ignoring the
Afgezien
89
Just now
Zojuist
90
All in all
Al met al
91
Somewhat
Enigszins
92
Even though
Ook al is/was …
93
Never
Nog nooit
94
95
On the other hand /
In contrary to
Daarentegen
96
97
98
99
But only
Maar slechts
100
101
Nowadays
Tegenwoordig
102