NLP Definities (compleet) Flashcards
Alignment
Congruentie (overeenstemming) tussen intenties, overtuigingen, waarden en gedrag.
Accessing cues
Dit zijn subtiele non-verbale gedragingen die aangeven welk zintuiglijk respresentatiesysteem wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: oogpatronen, fysiologie (houding), ademhaling, stemgebruik (toon en tempo) en gebaren.
Accessing cues
Dit zijn subtiele non-verbale gedragingen die aangeven welk zintuiglijk representatiesysteem wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: oogpatronen, fysiologie (houding), ademhaling, stemgebruik (toon en tempo) en gebaren.
Alsof kader (engels: As-if frame)
Een manier om creatief problemen op te lossen door te doen alsof iets al heeft plaatsgevonden (is gebeurd) met de bedoeling om mogelijkheden te onderzoeken. “Stel je nou eens voor dat het wel is gebeurd zoals je wilde, wat was daarvoor nou nodig?”
Afstemmen op (engels: Pacing)
Een methode die wordt gebruikt om snel af te stemmen door het eigen gedrag af te stemmen op het gedrag van de ander. Bijvoorbeeld; gebruiken van dezelfde accessing cues van de ander.
Analoge informatie
Analoge informatie komt overeen met zintuiglijk waargenomen informatie (het beeld, geluid, gevoel). De twee best bekende vormen van analoge communicatie zijn lichaamsuitdrukking en stembuiging.
Anker (anchor)
Een anker is een externe (doelgerichte) stimulus de een bepaalde interne toestand oproept. Ankers zijn spontaan geïmplementeerd of worden doelbewust neergezet. Bijvoorbeeld een liedje genereert misschien een gevoel of herinnert je aan een plek en/of iemand. Er wordt ook gebruik gemaakt van podium ankers (bij het presenteren van theorie en beantwoorden van vragen wordt onderscheidt gemaakt in de presentatieplek).
Anker (anchor)
Een anker is een externe (doelgerichte) stimulus die een bepaalde interne toestand oproept. Ankers zijn spontaan geïmplementeerd of worden doelbewust neergezet. Bijvoorbeeld een liedje genereert misschien een gevoel of herinnert je aan een plek en/of iemand. Er wordt ook gebruik gemaakt van podium ankers (bij het presenteren van theorie en beantwoorden van vragen wordt onderscheidt gemaakt in de presentatieplek).
Ankerketting
Een serie ankers die in een vaststaande volgorde worden geactiveerd zodat in een aantal stappen van een huidige ervaring (stemming) naar een gewenste (stemming) wordt toegewerkt. Het is een techniek die kan worden gebruikt als de gewenste, vermogende stemming aanzienlijk afwijkt van de huidige stemming.
Ankeren
Het proces waarin op het hoogtepunt van een interne ervaring (intense, emotionele stemming) een externe, specifieke stimulus aan deze ervaring gekoppeld wordt. Iedere keer als de externe stimulus opnieuw wordt aangeboden volgt de interne ervaring automatisch. Ankeren kan visueel, auditief, gevoelsmatig via geur en via smaak.
Associatie (Association)
Je zit in de ervaring. De respresentatiesystemen (visueel, auditief, gevoel, geur en smaak) zijn bij de herinnerde ervaring betrokken. Je kijkt vanuit het perspectief van je eigen ogen, je hoort wat je toen hoorde, je voelt wat je toen voelde. Dit noemen we geassocieerd.
Auditief (Auditory)
Betrekking hebbende op geluid, luisteren, horen.
Back-track (terugspoelen)
Je herhaalt in dezelfde tonatie in het kort de informatie die je hebt gehoord, je vat het als het ware samen. Hiervoor gebruik je de sleutelwoorden van de persoon. Handig bij een eenduidige samenvatting tijdens vergaderingen of samenvatten zonder oordeel.
Change personal history (veranderen persoonlijk geschiedenis)
Een NLP techniek (auditief) waarbij ervaringen in het verleden met behulp van je huidige hulpbronnen kunnen worden herbeleefd, met als doel de ervaring met nieuwe keuze mogelijkheden te voeden. Het is een manier om emotionele impact van een herinnering in beweging te zetten. Een negatieve ervaring verandert en/of je kunt nieuwe conclusies/keuzes verbinden aan de ervaring uit het verleden.
Chunking down
Schakelen naar een lager abstractieniveau.
Voorbeeld: van organisatie naar team, van team naar individu, van individu naar gedrag van gedrag naar …etc…
Chunken (schakelen)
Schakelen naar een hoger of lager niveau. Informatie wordt globaler weergegeven of juist in kleine stukjes verdeeld.
Er worden drie manieren onderscheiden.
- Chunken (schakelen)
- Chunking down
- Chunking up
Chunking up
Schakelen naar een hoger abstractieniveau, waar meer
abstracte, globale informatie wordt gegeven. Voorbeeld: van organisatie naar markt van markt naar maatschappij van maatschappij naar continent van continent naar ..etc…
Chunking laterally
Schakelen op hetzelfde abstractieniveau, waarbij zijwaarts wordt gezocht naar voorbeelden die zijwaartse informatie geven. Voorbeeld: team A, team B, team C zijn voorbeelden van bijvoorbeeld 1 afdeling of 1 organisatie.
Circle of excellence
NLP techniek waarbij hulpbronnen worden geankerd
(geconditioneerd) aan een ingebeelde cirkel op de grond. Handig bij presentaties en/of situaties waarbij maximale keuzemogelijkheden van belang zijn.
Collapsing anchors (Verwijderen van ankers)
NLP techniek voor het neutraliseren van gevoelens (negatief of in positief). Twee geankerde (geconditioneerde) gevoelens worden tegelijkertijd geactiveerd. Er wordt verwarring ervaren doordat beide gevoelens door elkaar lopen, dit verdwijnt snel, waarbij de gewenste hulpbron overstijgend wordt.
Communicatieve sturing, leiden en volgen
In staat zijn effectief en efficiënt te communiceren m.b.t. wat je over wilt brengen, bijvoorbeeld doordat je verschillende modellen van de werkelijkheid parallel hanteert. Een gevorderde vorm van feedback geven.
Competentie
Een bekwaamheid die voortkomt uit ervaren gedrag.
Communicatiemodel
Beschrijving van de structuur van de ervaring. Het model laat zien dat er buiten ons allerlei gebeurtenissen plaatsvinden die wij waarnemen via onze zintuigen. Vanaf het moment dat de externe prikkel, visueel, geluid (woord) gevoel (aanraking), geur of smaak wordt waargenomen, beginnen onze hersens een proces van verwerking. Daarbij passeert die informatie een aantal filters die onder andere te maken met de wijze waarop wij een interne voorstelling hebben gevormd van de
wereld om ons heen.
In de jaren 60 ontdekte Wilder Penfield, wereldberoemd chirurg op het gebied van de aandoening, epilepsie. Na een open hersenoperatie met laag voltage behandeling als neveneffect dat een patiënt zich precieze details van haar verjaardag toen ze drie jaar werd kon aangeven. Wie er waren geweest, de taart, de geur, de plaats etcetera. Waarschijnlijk slaan we als mensen alle informatie op, het één op één weer terughalen daar zit een verwerkingsproces in van verwijderen, generaliseren en vervormingen.
Contact
Terwijl je bij je eigen gevoel blijft, de ander in zijn of haar model van de wereld ontdekken. In contact zijn kan leiden tot verandering van overtuigingen en identiteit bij jezelf en de ander. Ook wel herkenbaar als “open staan voor”.
Congruentie
Overeenstemming. Een status (state) waarbij omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuigingen en doelen met elkaar overeen komen. Als het op je eigen kantoor een puinhoop is en je geeft het belang aan van een “cleandesk policy”, dan blijft het onderwerp op de agenda staan, er verandert niets. Is een onderwerp in overeenstemming met je omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuigingen en doelen dan heeft
het onderwerp grote kans van slagen.
Context
De context is de omgeving waarin zich een specifieke situatie voordoet. De context is vaak van belang voor wat de interpretatie van een specifieke ervaring of gebeurtenis betreft.
Delen of subpersoonlijkheden
Het aanduiden van onafhankelijke programma’s, strategieën of gedrag. Het zien van de mens als het geheel van meerdere subpersoonlijkheden met ieder een eigen wereldmodel en eigen intentie. Het is een NLP techniek en ook bekend onder de naam Voice
Dialogue.
Criterium
De waarde die iemand gebruikt om beslissingen te kunnen nemen of een oordeel te kunnen geven over de dingen om hem heen. Een criterium geeft aan wat in een bepaalde context belangrijk is.
Een opsomming van criteria; zien, horen, voelen, mensen, plaatsen, activiteiten, informatie, dingen, eigen, partner, waarnemer, invloed, waardering, resultaatgerichtheid, weg van, naartoe, interne referentie, externe referentie, opties, procedures, proactief, reactief, overeenkomst, verschil, gelijk, polariteit, visie, realisatie, kwaliteitscontrole, relatie, taak, globaal, details, abstract, concreet, teamspeler, individualist, zorgen voor zelf, zorgen voor anderen, verleden, heden, toekomst, lange termijn, korte termijn, kijken, luisteren, lezen, handelen, scepsis, vertrouwen, volgend, leidinggevend.
Deletion (weglating)
De mens vormt zijn wereldbeeld met filters, de mens laat in het model wat hij van de wereld om zich maakt delen weg, generaliseert en vervormt. Hierdoor verbinden we ons aan een interne voorstelling die niet overeenkomt met de werkelijkheid. Delen uit de dieptestructuur zijn weggelaten, gegeneraliseerd en of vervormt.
Dieptestructuur (deep structure)
De volledige linguïstische weergave waaruit de oppervlaktestructuur van de taal wordt afgeleid. Taal (woorden) dient als weergave systeem voor onze ervaringen. Mensen delen hun weergave van ervaringen in een linguïstische weergave. De woorden die gebruikt worden en de uitingsvorm, volgorde van woorden en zinnen, verhalen, liederen, uitdrukkingen, intonatie etc., wordt de dieptestructuur genoemd.
Wanneer de mens begint te verwoorden maakt ze een serie keuzes, aangaande de vorm waarin ze hun ervaring meedelen. De out-put in de vorm van woorden wordt binnen de NLP de oppervlaktestructuur genoemd.
Digitale informatie
Digitale informatie is de verwoording van die zintuiglijke waarneming beschrijving van iets in een taalsysteem.
Desidentificatie
Het onderkennen en doorbreken van bepaalde identificaties. In veranderwerk, individueel, team, organisatie en/of project is het soms nodig om bepaalde beperkende identificaties te doorbreken. Soms verandert de identiteit doordat aanvullende vaardigheden, processen geïntegreerd worden. Zo ontwikkelt en verandert een individu, team, afdeling, organisatie haar identiteit continu. In NLP-termen gaat het erom doelondersteunende identificaties te hebben, geïnspireerd door Dr. Stephen Wolinsky. Hij beschrijft de “spirituele weg” als de weg waarin uiteindelijk alle identificaties worden opgeheven. Ook bekend
onder de naam Quantum Psychologie.
Disney Strategie
Een NLP strategie die de componenten creativiteit (fantasie), realisme, en evaluatie (kritiek) onderscheidt en afzonderlijk van elkaar gebruikt bij het ontwikkelen van iets. Brainstormen, verzinnen en uitwerken van ideeën
Dissociatie
Het ervaren van een gebeurtenis in het verleden, heden of toekomst van een afstand. Je ervaart niet de emoties van de oorspronkelijke ervaring. Bijvoorbeeld; je ziet jezelf in een vergadering in het verleden, heden of toekomst de dingen doe die je deed, die je doet of gaat doen. Je hoort jezelf denken. Handig om tijdelijk uit een emotie te komen.
Doel- vormvoorwaarden
NLP toetst het doel aan de onderstaande 5 vormvoorwaarden SMART
S is het specifiek (passend in de context)
M Is het meetbaar
A Is het acceptabel (verruimt het de keuzemogelijkheden)
R Is het realistisch (haalbaar succes)
T Is het tijdgebonden
Doel
Het doel is de weg van de huidige situatie naar de gewenste situatie.
Down-Time (in jezelf)
Een status waarbij je aandacht naar binnen is gericht. Je registreert niet wat er om je heen gebeurd.
Doorvragen
Iemand terugbrengen in drie verschillende fasen van (Kolb); concrete ervaring, reflectie & observatie, abstracte conceptualisatie om uiteindelijk te komen tot fase vier. actief experimenteren.
Ecologie
Binnen de NLP wordt de wisselwerking tussen de persoon en zijn milieu/omgeving bedoeld. Een voorbeeld; soms wordt met vragen de noodzaak om te veranderen vastgesteld. Wat gebeurd er als je niet veranderd? Wat zal er niet gebeuren als je niet verandert. Wat gebeurd
er als je verandert? Wat zal er niet gebeuren als je verandert?
Emoties
Emoties zijn combinaties van gevoelens en gedachten die op hun beurt een drijfveer vormen voor gedrag. Een gebeurtenis is neutraal, de mens creëert gedachten bij de gebeurtenis, gedachten creëren gevoel en dat uit zich in gedrag.
Toch lijkt het soms dat een gebeurtenis leidt
tot gedrag en dat emoties er niet toe doen. Een voorbeeld teamsport. Een team komt 0:1 achter te staan in de eerste minuut van de wedstrijd . Op zich is er niets aan de hand, denkt de coach en gebaart en roept. “Hup opnieuw en doe je best, kan gebeuren en er is nog niets
aan de hand” (positief gedrag). Een speler denkt misschien, wat een domme fout en scheld zijn medespeler helemaal verrot. De mede speler denkt ik sta ook helemaal niet op mijn goede plek, dit wordt niks, dat heeft nu iedereen wel gezien ook mijn coach, maar die wil niet luisteren, ik vind het wel best zo en vloekt en gebaart terug (negatief gedrag).
Feedback
Feedback is informatie over een proces met betrekking tot een bepaald doel.
Feedback geven
Feedback geven houdt in dat je een bepaalde intentie stuurt. Dit kan opbouwend en corrigerend. Doel is dat de intentie gerealiseerd wordt.
Eye accessing cues
Zie oogbewegingen
Feedback ontvangen
Signalen over jezelf ontvangen en wanneer ze voor je relevant zijn toe te laten en te gebruiken als informatiebron ter beoordeling over je eigen handelen en/of de effecten daarvan in overeenstemming zijn met
je intenties.
Focus
Het vermogen om een positie in te nemen door voor jezelf te bepalen wat je wilt en daar doelgericht aan werken. Of het vermogen om alle zintuiglijke waarnemingen te centraliseren naar een doel. Een staat
van gefocused zijn.
Frame (kader)
Binnen NLP verwijst het naar de manier waarop we zaken in verschillende contexten plaatsen zodat ze verschillende betekenissen krijgen. In de politiek wordt gewekt met communicatie frames. Zelf de kleur van de stropdas van een politicus wordt in een frame verweven.
Future pacing (afstemmen op de toekomst)
Mentaal wordt een voorstelling gemaakt van een toekomstige situatie, waarin de opgetreden verandering wordt getoetst. Doel is te ervaren en zeker te stellen dat het gewenste gedrag in de toekomst automatisch en
op een natuurlijke manier zal plaatsvinden.
Fysiologie (Physiology)
Hiermee wordt in NLP gedoeld op non-verbale reacties die samenvallen met een innerlijke ervaren toestand of met een interne representatie. Soms zie je in vooraf moeilijk ingeschatte gesprekken, bijvoorbeeld functioneringsgesprekken, waarbij samen nieuwe heldere
afspraken gemaakt worden dat beide partijen dit non-verbaal duidelijk laten zien. Eerst de gespannenheid in het lichaam, later ontspannen en weer iets later met frisse moed er weer tegen aan.
Gedrag (behaviour)
De specifieke acties en reacties, waarmee wij op de omgeving om ons heen inspelen. Gedrag ontstaat door onze gedachten en fysiologie.
Geblokkeerde status (Stuck State)
In een geblokkeerde status ervaart men zich als geblokkeerd of gestrest, hetgeen gepaard gaan met onaangename gevoelens.
Keuzemogelijkheden worden niet meer waargenomen of als niet meer toegankelijk ervaren. De leercyclus van Kolb wordt niet mee doorlopen (willen, doen, beschouwen, analyseren)
Gestalt
Een verzameling herinneringen die met elkaar verbonden zijn, of die zijn gegroepeerd rond een bepaald onderwerp. Een gegeneraliseerde herinnering van bepaalde situaties.
Generalisatie (generalisation)
De mens vormt zijn wereldbeeld met filters, de mens laat in het model wat hij van de wereld om zich heen maakt delen weg, generaliseert en vervormt. Hierdoor verbinden we ons aan een interne voorstelling die niet overeenkomt met de werkelijkheid. Delen uit de dieptestructuur zijn weggelaten, generaliseert en of vervormt.
Gestapeld Anker (stacking anchors)
Een gestapeld anker is het herhaald ankeren (op dezelfde plaats) van verschillende herinneringen. Het heeft een versterkend effect, het leidt tot een krachtig anker. (Hugo Sloot gebruikt gestapeld anker tijdens het hardlopen)
Gevoelens
Gemoedstoestanden die de mens in reactie op de buitenwereld kan ervaren. Samenvattend in 5 b’s; blij, boos, bedroefd, bang en bezorgd.