NIII Flashcards
NIII =
N. oculomotorius
Kenmerken zenuw
- In hoofdzaak motorisch, ook parasympatisch
- Primaire neuronen (ASEkernen) in mesencephalon, axonen vormen n. oculomotorius
- Innerveert externe oogspieren: m. levator palpebrae superioris, m. retractor bulbi (mediaal), m. rectus oculi dorsalis medialis ventralis, m. obliquus oculi ventralis
- N bevindt zich beiderzijds van crus cerebri, gaat met andere zenuwen in oogkas lopen
- Treedt met n. opthalmicus uit schedel naar buiten
- Verdikking die neuronen bevat op verloop van N = ganglion ciliare = autonome component
Ganglion ciliare
Verdikking met neuronen op verloop zenuw, deze neuronen vormen een component van het autonome zenuwstelsel en gaan hun axonen naar m. ciliaris sturen (een intrinsieke oogspier) –> verkleining pupil. Dit is dus een autonome component van NIII.
Welke externe oogspiertjes worden niet door de n. oculomotorius geïnnerveerd? Wat is hiervan het gevolg?
De NIII innerveert 2 spiertjes niet: m. rectus oculi lateralis en m. oculi obliquus dorsalis. Als de NIII uitvalt, werken deze spieren nog wel –> oog wordt naar lateraal getrokken en de pupil krijgt een schuine stand = strabismus
Innervatie
Input van NII, gaat thv colliculus rostralis via schakelneuronen (fasciculus longitudinalis medialis/lemniscus medialis) op o.a. motorkern van NIII aan contralaterale en ipsilaterale zijde. Het axon verlaat de hersenen aan de binnenzijde van crus cerebri en gaat in de richting van de oogkas lopen. Thv ganglion ciliare wordt overgeschakeld, gaat dan naar de oogspieren (pupilconstrictie of bewegen oogbol).
Welke structuren moeten intact zijn voor een goed werkende NIII?
Retina, NII, colliculus rostralis, fasciculus longitudinalis medialis, lemniscus medialis, NIII, ganglion ciliare.
Welke afwijkingen bij uitval NIII?
- Ptosis: afhangen van bovenste ooglid (m. levator palpebrae superioris)
- Strabismus divergens: motorische component valt weg, dus enkel m.rectus oculi lateralis en m. oculi obliquus dorsalis werken nog (input van andere zenuw) –> oogbol naar lateraal getrokken + schuine stand pupil
- Aniscoria: verschil in pupilgrootte (PS deel zenuw werkt niet goed)
- Slechte respons op pupilreflex
Pupilreflex
Bij deze test ga je ervanuit dat NII intact is; je gaat de autonome component van NIII testen. Input van NII, gaat thv colliculus rostralis via schakelneuronen (fasciculus longitudinalis medialis/lemniscus medialis) op o.a. motorkern van NIII aan contralaterale en ipsilaterale zijde. Het axon verlaat de hersenen aan de binnenzijde van crus cerebri en gaat in de richting van de oogkas lopen. Thv ganglion ciliare wordt overgeschakeld, leidt tot pupilconstrictie. Je krijgt dus een reactie in beide ogen, aan de contralaterale zijde is die reactie wel kleiner.
Als dreigreflex niet doorgaat, en pupilreflex wel, waar zit dan het probleem?
In de visuele cortex.
Als de dreigreflex wel doorgaat, maar de pupilreflex niet, waar zit dan het probleem?
De NIII werkt dan niet.