Medulla oblongata Flashcards
Ligging
- caudaal uit rhombencephalon
- verderzetting RM –> veel gelijkenissen
- geeft oorsprong aan laatste 7 kopzenuwen
- ligt op pars basillare van os occipitale
- rostraal begrensd door achterrand pons
- caudaal begrensd door decussatio pyramidum
Embryologie
Lamina alaris klapt naar opzij om –> dunne dakplaat + verwijding van neurale buis ontstaat = 4e hersenventrikel. Kernen van lamina alaris gaan nu meer in horizontaal vlak liggen. In efferent gebied meest ventraal ASE, dan iets dorsaler AVE. Aanpalend maar in horizontaal vlak AVA en volledig dorsolateraal ASA. In dunne dakplaat gaan bv uitstulpen –> plexus choroideus. Plexus is van ventrikel en hersenweefsel gescheiden door goede barrière en gliacellen. 4e hersenventrikel heeft 2 uitstulpingen = recessus lateralis (li en re) = blindzakken met kleine opening = apertura lateralis, staat in verbinding met hersenvliezen, voor afvoer CSV.
Plexus choroideus
Bloedvatenplexus in dak medulla oblongata.
Recessus lateralis
Uitstulpingen in dak hersenventrikel.
Apertura lateralis
Opening in recessus ventralis, staat in verbinding met hersenvliezen, voor afvoer CSV naar ruimte rondom hersenen.
Decussatio pyramidum
2 dikke strengen die elkaar overkruisen en de medulla oblongata caudaal begrenzen.
Groeven in medulla oblongata
Meest mediane = fissura mediana ventralis (1), loopt door in ruggenmerg. Wordt aan beide kanten begrensd door de pyramis = ophoping van bundels witte stof. Pyramis wordt afgescheiden van de rest van de medulla oblongata door sulcus intermedius ventralis (2). 2 van de kopzenuwen die hieruit ontstaan hebben een gemeenschappelijk gedeelte = corpus trapezoïdum. Aan de zijkant is een sulcus lateralis ventralis (3). Uit de groeves ontstaan kopzenuwen.
Kernen in medulla oblongata (grijze stof)
ASA:
- ncl. cuneatus + gracilis: in elkaars verlengde, verwerken bijv. proprioceptieve info
- ncl. tractus spinalis n. trigemini = belangrijkste sensibele kopzenuw, gaat proprioceptieve info processen
AVA:
- 1 kern = ncl. tractus solitarius rond bundel witte stof = tractus solitarius; verzamelt info uit verschillende organen
AVE:
- ncl. vagus = belangrijke zenuw voor autonoom zenuwstelsel, motorneuronen hiervan liggen in deze kern
ASE: motorneuronen naar o.a. skeletspieren
- ncl. ambiguus: motorneuronen naar spieren van larynx en farynx (motorneuronen van NX en NIX)
- ncl. motorius van n. hypoglossus: motorneuronen naar tongspieren
- ncl. olivarius: schakelkern (zelf geen motorneuronen), belangrijk voor coördinatie van bewegingen, specifiek voor medulla oblongata; vnl. belangrijk bij mens
Witte stof medulla oblongata
- tractus spinalis n. trigemini = uitlopers van kernen die gelegen zijn in ncl. tractus spinalis n. trigemini; zeer dikke zenuw
- tractus corticospinalis = verdikking van pyramis, projecteert van hersencortex naar ruggenmerg –> op veschillende niveaus aanwezig
- fasciculus longitudinalis medialis = hoog tegen de mediaanlijn, projecteert naar oogzenuwen die beweging oogbol aansturen (dus skeletspieren), is dus van belang voor coördinatie oogbewegingen
(- tractus solitarius van ncl. tractus solitarius)
Formatio reticularis
Losser weefsel zonder kernen in medulla oblongata. Bevat zenuwweefsel dat netwerken gaat vormen, hier zit o.a. het AH-centrum.