Niet-allergische rhinitis Flashcards

1
Q

Wat is rhinitis medicamentosa?

A

Neuscongestie zonder andere symptomen als gebruik van overgebruik van nasale decongestiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Juist of fout?

Na stopzetten van systemische GM, verdwijnen de symptomen van systemisch GM geïnduceerde rhinitis snel.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Juist of fout?

Na stopzetten van de nasale decongestiva verdwijnen de symptomen van rhinitis medicamentosa snel.

A

Fout, de symptomen kunnen lang aanslepen. Behandeling is dus noodzakelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke systemische geneesmiddelen kunnen geneesmiddel geïnduceerde rhinitis veroorzaken?

A
  • Fosfodiësterase 5-inhibitoren
  • Aspirine of NSAIDs bij patiënten met AERD
  • Antihypertensiva: ACE-I, β-blokkers, calciumantagonisten, methyldopa, clonidine,…
  • Sommige antidepressiva
  • Sommige benzodiazepines
  • Sommige antipsychotica: risperiode
  • Sommige anti-epileptica: gabapentine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de algemene behandeling van rhinitis medicamentosa?

A
  • Stop gebruik van nasaal decongestivum, onmiddellijk of één week na start INGCs
  • Ev. onderliggend neusprobleem behandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke medicatie / middelen kunnen toegediend worden in de behandeling van rhinitis medicamentosa?

A
  • Start INGCs
  • Fysiologisch zeewater zo veel als nodig
  • Ev. korte kuur met oraal cortisone indien neuscongestie zeer ernstig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk advies moet meegegeven worden in de behandeling van rhinitis medicamentosa?

A
  • Neuscongestie kan in begin toenemen, dit wil niet zeggen dat behandeling faalt!
  • Volledig herstel kan tot 1 jaar duren
  • Herval treedt snel op bij hergebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van Chürg-Straus?

A

Goudgele korstjes in de neus, epistaxis, reukverlies, septumperforaties en zadelneus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke systemische aandoeningen kunnen aanleiding geven tot rhinitis?

A

Sarcoïdose, lupus, Sjögren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen occupational rhinitis en work-exacerbated rhinitis?

A

Occupational rhinitis is rhinitis t.g.v. een blootstelling op het werk. Bij work-exacerbated rhinitis is er een algemene allergie die verergert op het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Juist of fout?

Sinus chirurgie bij mensen met neusproblemen t.g.v. occupational rhinitis heeft een grotere kans op herval.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de oorzaak van rhinitis bij ouderen?

A

Er is een imbalans tussen het orthosympathische en parasympathische zenuwstelsel. Verder nemen ouderen ook medicatie die de neus gaan beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is nasale hyperreactiviteit?

A

Verhoogde gevoeligheid van de bovenste luchtwegen voor aspecifiele stimuli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke medicatie is 1e keuze voor de behandeling van rhinitis bij ouderen?

A

Ipratropium bromide (anticholinergicum).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de plaats van intranasale corticosteroïden bij rhinitis van de zwangerschap?

A

Het mag doorgegeven worden bij rhinitis met ernstige symptomen die reeds voor de zwangerschap aanwezig was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de plaats van nasale decongestiva in de behandeling van rhinitis van de zwangerschap?

A

Het mag gedurende een korte tijdsperiode gegeven worden.

17
Q

Wat is de plaats van orale decongestiva in de behandeling van rhinitis van de zwangerschap?

A

Ze moeten vermeden worden.

18
Q

Waar doet 80% van de neusbloedingen zich voor?

A

In de locus van Kiesselbach.

19
Q

Waar doet 20% van de neusbloedingen zich voor?

A

In de a. sphenopalatina.

20
Q

Juist of fout?

Chemocautherisatie met zilvernitraat gebeurt bilateraal.

A

Fout, altijd unilateraal.