Neurologie Flashcards
PAARD
oogonderzoek
- oogspleet
- ooglidrand
- stand en grootte van het oog
- oogdruk
- ooguitvloeiing
- cornea
- voorste oogkamer: helder, hele iris en pupil te zien?
- iris en pupil
- lens
- blink-to-bright reflex: knipperen als er licht op valt
PAARD EN RUND
opbouw neurologisch onderzoek
- aanvullende anamnese
- gedrag en bewustzijnsniveau
- houding en locomotie
- schedel en wervelkolom
- houdingsreacties: stelreflexen + correctiereflexen
- cerebrale reflexen
- spinale reflexen
- aanvullend onderzoek
gedrag en bewustzijnsniveau (GD, paard en rund)
BEWUSTZIJNSNIVEAU
- normaal, attent (alertheid afhankelijk van karakter)
- verhoogd = excitatie
- verlaagd = depressie. sopor - stupor - coma
GD
opbouw neurologisch onderzoek
STAANDE HOND
- aanvullende anamnese
- gedrag en bewustzijnsniveau
- houding en locomotie
- schedel (I, Pa)
- cerebrale reflexen
- wervelkolom (I, OPal, DPal, Per, passieve bewegingen, rectaal toucher)
- ledematen (I, OPal, DPal)
- spiertonus staande dier
- Houdingsreacties
LIGGENDE HOND
- spiertonus liggende dier
- spinale reflexen
- pijnperceptie
- urinewegfunctie
PAARD
houding en locomotie
HOUDING let op - houding hoofd en hals - onwillekeurige bewegingen > spasmen > tonische krampen (=langdurige contracties) > clonische krampen (=kortdurende contracties) > tremoren
LOCOMOTIE
- monsteren in stap (en draf) op de rechte lijn, volte (links- en rechtsom) en slangenvolte
- stappen achteruit zetten
- draven en abrupt stoppen
- aan de staart omtrekken tijdens het lopen
- let op coördinatie, kracht en het optreden/verergeren van onwillekeurige bewegingen
> ataxie, parese, paralyse, tremoren etc.
RUND
houding en locomotie
HOUDING
- let op de houding van de hals en het optreden van onwillekeurige bewegingen
LOCOMOTIE
- zorgvuldige observatie van het vrij lopende dier in de stal
PAARD
schedel en wervelkolom
INSPECTIE
- let op vorm, positie, symmetrie en laesies
- bekijk de onderdelen van het hoofd ook afzonderlijk
PALPATIE
- oppervlakkige en diepe palpatie
- let op deformiteiten, pijnreacties, crepitatie en het optreden van spierspasmen
PERCUSSIE
- op het hoofd met een vinger, in de hals met een vuist en op de wervels met een percussiehamer.
- één hand percuteert en de andere hand palpeert de spieren
- letten op pijnreacties
PASSIEVE BEWEGINGEN
- begeleid het hoofd met een wortel richting de buik aan beide kanten, tussen de voorbenen en omhoog
- let op verzet en beweeglijkheid
PAARD EN RUND
houdingsreacties
STELREFLEXEN
- labyrintaire en proprioceptieve stelreflex: duw of trek het hoofd snel een kant op en kijk hoe snel het dier de houding van het hoofd herstelt. doe dit zowel met als zonder blinddoek
- optische stelreflex: draai het hoofd zoals bij de sclera. de ogen zouden op dezelfde hoogte moeten blijven
CORRECTIEREFLEXEN -> zeg dat je het bij alle benen wil uitvoeren
- dubbeltreden = overkoot zetten
- kruisreflex = benen kruisen
- huppelreacties: bij paard en kalf 1 been opnemen en dan omduwen, bij koe omduwen tijdens het lopen
- optische plaatsingsreactie: over een balkje heen stappen
- tactiele plaatsingsreactie: over een balkje heen stappen met een blinddoek
- oprichtreacties (zeggen dat je het dier neer wil leggen en weer op laat staan)
PAARD EN RUND
cerebrale reflexen
ALLEEN BENOEMEN
- reuk/n. olfactorius niet kunnen beoordelen
- zuig/kauw reflex niet kunnen uitvoeren
- slikreflex alleen mogelijk met sonde
UITVOEREN
- dreigreflex: controle van de visus (raak wimpers niet aan!)
- directe pupilreflex: kijk in het oog waar je lampje in schijnt. licht uit doen!
- indirecte pupilreflex: kijk in het oog waar niet in wordt geschenen (vraag assistentie). licht uit.
- optische stelreflex: draai het hoofd zoals bij sclera
- optische plaatsingsreactie: over een balkje lopen
- ooglidreflex: raak ooglid aan
- palatum durum reflex: met beide duimen stevig drukken
- hoestreflex: druk op larynx/trachea (ook bij normale dieren niet altijd positief)
- corneareflex: laatste reflex dat wegvalt
PAARD, RUND EN GD
spinale reflexen
kijk naar aanwezigheid van reflex en pijnreacties
ALLEMAAL
- anusreflex: met thermometer
BIJ PAARD EN RUND
- schoftreflex: knijpen in schoft
- huidrimpelreflex: met scherp voorwerp een keer aanraken/met een kartelwieltje aanraken
- staartreflex: als je de onderkant van de staart of het perineum aanraakt wordt de staart tegen het perineum aan gedrukt
- scrotumreflex
BIJ RUND EN GD, in zijligging
- kniepeesreflex: met platte kant reflexhamer op knie, femur vasthouden
- (m. extensor carpi) radialis reflex: met punt kant reflexhamer op de buik van de m. extensor carpi radialis (net onder elleboogholte), carpus vasthouden
- buigreflex: abrupt stevig in een teen knijpen
GD
houding en locomotie
let op: kracht, coördinatie, mechanische belemmering en onwillekeurige bewegingen
GD
onderzoek schedel/kop
INSPECTIE
- kop: positie, vorm en motiliteit
- oren: positie en vorm
- kauwspieren: vorm en motiliteit
- ogen en pupillen: positie, vorm en motiliteit (>nystagmus?)
- onderkaak: positie en motiliteit
- tong: positie en motiliteit
PALPATIE
- benige en weke delen
- bek openen: let op de tonus/weerstand, pijnlijkheid en beoordeel de tong
GD
cerebrale reflexen
- dreigreflex
- pupilreflex (direct en indirect=consensueel)
- ooglidreflex
- slik-/hoestreflex (in keelstreek knijpen)
GD
onderzoek wervelkolom
Inspectie, palpatie
PERCUSSIE
- alleen als er geen trauma is en I en Pal geen problemen opleverden
- met puntige kant reflexhamer op de spinaaluitsteeksels
- let op pijnlijkheid
PASSIEVE BEWEGINGEN
- alleen als er geen trauma is en I, Pal en Per geen problemen opleverde
- hals: hand om bek en nek, assistent houdt achterpoten vast. hals naar boven, beneden, links, rechts bewegen en dubbelvouwen tegen de buikwand
- lendenen: assistent houdt de hond vast, til poten op en strekken. roteren om as, naar lateraal bewegen en buigen.
- let op de spiertonus
GD
houdingsreacties
- dubbeltreden
- hinkelen: op één been, vasthouden bij borst (hinkelen met achterpoot) of arm onder buik (hinkelen met voorpoot).
- tactiele plaatsing: bedek ogen met oren, hond optillen
- optische plaatsing: hond optillen