Circulatie Flashcards
1
Q
GD
onderzoek arterieel systeem
A
- pols (zie AO)
- bloeddruk meting: direct/indirect
- capillair systeem
> slijmvliezen: kleur + CRT
> temperatuur extremiteiten
2
Q
GD
onderzoek veneus systeem
A
veneus systeem: druk in rechter atrium en veneuze tensie
VENA JUGULARIS
- hond in borst-buik ligging, halsband af. zit op zelfde hoogte als de hond
- assistent houdt kop/hals omhoog
- inspectie (&palpatie): bekijk de pulsatie bij de borstingang
- stuwen thv borstingang: hand strak houden en duwen (dus niet alleen met duim duwen en kuiltje maken)
OEDEMEN/ASCITES
- voorkeursplaatsen oedemen: ventrale borst- en buikwand, preputium, carpi en tarsi
- ascites: undulatieproef
GROOTTE LEVER
- rechts ventraal achter de ribboog gelegen, meestal niet te voelen
- sta achter de hond en voel met de vingertoppen van beide handen ventraal achter de ribboog voor een weerstand
- als de lever is vergroot voel je een weerstand. benoem hoeveel cm achter de ribboog de lever uitsteekt
VENA SAPHENA
- alleen onderzoeken als er geen sprake is van ascites
- in zijligging, referentiewaarde vaststellen: hoogte rechter atrium = (hoogte sternum + hoogte thoracale spinaal uitsteeksels) / 2
- breng de poot op referentiehoogte
- til poot verder op totdat het vat wegvalt en geef aan na hoeveel cm dat is
3
Q
GD
onderzoek hart
A
INSPECTIE EN PALPATIE
- ictus cordis: achter hond, met beide handen ventraal voelen.
- let op de intensiteit en plaats/lokalisatie (hoort links tussen icr 4-6 en rechts 3-5)
- fremitus: plaats, dus welke icr en hoogte op thoraxwand
AUSCULTATIE - benoem hartfrequentie, hartritme, harttonen en bijgeluiden - harttonen: > S1 tov volgende S1 > S2 tov volgende S2 > S1 tov S2 > aanwezigheid S3 of S4? - bijgeluiden: > cardiaal = souffles. let op intensiteit, punctum maximum, systolisch/diastolisch/continu en aard (toonhoogte en kwaliteit)
PERCUSSIE HART
- relatieve hartdemping: onder schouderlijn
- absolute hartdemping: 3-4cm boven sternum
- doe dit met 2-3 verticale percussielijnen voor de 6e icr. begin links
4
Q
PAARD EN RUND
onderzoek veneus systeem
A
VENEUZE TENSIE
- inspectie, palpatie: zichtbaarheid van v. jugularis (normotensie: vat niet te zien/palperen)
- stuwing van vena jugularis: op 1/3e vanaf onderkant stuwen
> paard: normaal opgeheven hoofd
> rund: kruin thv schoft
- benoem snelheid van het op en aflopen en geef de tensie aan
- doe dit beiderzijds
VENEPOLS
- waar te nemen bij borstingang bij een geheven hoofd
OEDEMEN
- paard: ventraal tussen de voorbenen, knijpen
- rund: tussen kaaktakken en in kossum, knijpen/putje drukken
5
Q
PAARD EN RUND
onderzoek hart
A
ICTUS CORDIS
- in 4e of 5e icr links, dus tussen voorbeen en thorax voelen. treedt op tijdens eerste harttoon
- is er fremitus voelbaar?
AUSCULTATIE
- klepgebieden: links, halverwege boeg en olecranon, zet voor laatste been naarvoren. mitralis - aorta - pulmonalis. rechts: tricuspidalis.
- harttonen: let op hoeveelheid (normaal S1 en S2), regelmaat en intensiteit (S1 hoort harder te zijn dan S2, benoem intensiteit opeenvolgende hartacties, links-rechts verhouding)
- bijgeruisen: bij extracardiale bijgeruisen even de neus dichthouden. bij cardiale bijgeruisen let je op tijdstip, tijdsduur, intensiteit en punctum maximum (op welke klep)