Locomotie Flashcards
PAARD
opbouw locomotieonderzoek
- anamnese
- (observatie in stal en) monsteren
- IP(A)P (= inspectie, palpatie, auscultatie, percussie)
- hoefonderzoek
- passieve bewegingen
- buigproeven
- aanvullend onderzoek
PAARD
monsteren
rechte lijn op harde ondergrond stappen, draven en stap naar achter:
- beoordeling gangen (stijf? grootte vd passen, doorzakken etc.)
- aan welk been kreupel
> voorbeen: hoofd beweegt omlaag bij vallen op gezonde been
> achterbeen: kruis lager bij kreupele been + vallen op gezonde been
- mate kreupelheid
- aard kreupelheid (belasting/beweging/gemend?)
monsteren op volte in stap en draf:
- bewegingskreupelheid duidelijker aan buitenkant
- belastingskreupelheid duidelijker aan binnenkant
PAARD onderzoek voorbeen (excl. hoefonderzoek)
INSPECTIE –> paard moet vierkant staan!
- standsafwijkingen
- deformiteiten
- inactiviteitsatrofie (vnl. bij schouder zichtbaar)
PALPATIE
- bij het kreupele en gezonde been
- zowel staand als opgenomen been
- oppervlakkige palpatie (begin bij schouder!)
- diepe palpatie van buigpezen en tendo interosseus –> let op drukpijnlijkheid
- let op deformiteiten, temperatuurverschillen en pijnreacties
- benoem welke structuren je bevoelt
PERCUSSIE –> steeds hoofd rii hoofd paard
- zachte percussiehamer
- bij beide benen, let op pijnreacties
- radius (bovenkant) en schouder, rondom (staande been)
- !sesambeenderen! (been opnemen, vasthouden bij sesambeenderen)
- kroonrand (been opnemen, radius op jou rusten zodat de voet hangt)
AUSCULTATIE –> niet routine! let op crepitatie
PASSIEVE BEWEGINGEN
- hoef roteren en buigen
- kroongewricht strekken en aanduwen
- let op soepelheid van het gewricht en pijnreacties
- billen rii hoofd paard, armen omheen been
BUIGPROEVEN (zie andere flashcard)
PAARD
hoefonderzoek
INSPECTIE
- let op symmetrie, nauw/wijd/steil/week en IHOSKA’s
PALPATIE
- drukken op kroonrand, let op pijnlijkheid en zwelling
- digitale pols aanwezig?
PERCUSSIE
- bij staande en opgenomen been
- hoefwand en evt. ijzers percuteren met harde hamer
- zoolwand en straal
- hou 1 hand op musculatuur voor pijnreacties
VISITEREN –> alleen bij positieve percussie
- met die tang voor specifiekere lokalisatie
PAARD
buigproeven
onderstaand +/- 1 min vasthouden en dan weg laten draven. beoordeel de kreupelheid
VOORBEEN
- aan beide benen!
- ondervoet: hou hoef vast, radius tegen je aan
- carpus: naast paard staan, carpus buigen (metacarpus vast houden met 2 handen en tegen de romp aan duwen)
- schouder/boeg: eerst been naar achter trekken, in kogel vasthouden OF been opnemen en naar voren strekken (als het paard zich niet verzet wijst dit op pijnlijk proces in schouder- of ellebooggewricht)
- alternatief = gehele been: been dubbelvouwen, vasthouden aan hoef en “voorknie”/metacarpus
ACHTERBEEN
- ondervoet: bij hoef vasthouden, hak onder oksel
- tarsus: vasthouden bij metacarpus en (gebogen) hoef, rechtop gaan staan
- heup: bij hoef vasthouden en naar voren been “strekken” OF naar achteren trekken
- alternatief = gehele been: been dubbelvouwen, uiteindelijk met 1 hand de gebogen hoef vasthouden en rechtop staan
PAARD
onderzoek achterbeen
INSPECTIE –> paard moet vierkant staan
- let op standsafwijkingen, deformiteiten (bv. overvulling) en inactiviteitsatrofie (vnl. bij heup zichtbaar)
- bekijk schuin van voren en van achteren (let op veiligheid!)
PALPATIE
- let op deformiteiten en temperatuurverschillen
- benoem welke structuren je voelt (zie ander flashcard)
- oppervlakkige palpatie, begin bij heup. gebruik beide handen
- diepe palpatie ondervoet eerst bij staande en daarna opgenomen been
- diepe palpatie tarsus
- diepe palpatie knie: palpeer patella en patellabanden, druk patella naar buiten en naar boven. let op vorm, positie, beweeglijkheid, soepelheid en overvulling
PERCUSSIE
- bij staande been, staart vasthouden, de spatplaats (mediaal bij de hak)
- bij opgenomen been eerst sesambeenderen, daarna spatplaats
- mediaal van de knie, hou staart vast
AUSCULTATIE –> niet routine! let op crepitatie
PASSIEVE BEWEGINGEN
- hak onder oksel, bij de hoef vasthouden
- hoef roteren
- hoef buigen
BUIGPROEVEN –> zie andere flashcard
PAARD
structuren die je palpeert
ALGEMEEN, staande been
- griffelbeenderen
- buigpezen
- tendo interosseus (parallel aan metacarpus/metatarsus)
- sesamschede (omgeven buigpezen bij kogel)
- proximale sesambeentjes (caudodistaal uitsteeksel)
- kootgewricht
- kroonrand
- hoefkraakbeenderen
ALGEMEEN, opgenomen been
- buigpezen
- tendo interosseus
- proximale sesambeentjes
- tussen hoefballen drukken
ACHTERBEEN: knie
- patellabanden
- vorm en positie patella
PAARD
aanvullende diagnostiek
diagnostische anesthesieën
sensorische innervatie ondervoet voorbeen: vnl. n. medianus en n. ulnaris
sensorische innervatie ondervoet achterbeen: vnl. n. tibialis en n. peroneus
PAARD
onderzoek hals, rug, lendenen en kruis
bij beiderzijdse kreupelheid. in geval van ataxie neurologisch onderzoek doen
INSPECTIE
- let op deformiteiten (zwellingen) en atrofie
- vergelijk de linker- en rechterlichaamshelft
PALPATIE
- oppervlakkige palpatie. let op aard en omvang vd afwijking aan de wervelkolom en/of het bekken
- diepe palpatie. let op pijnlijkheid in het afwijkende gebied. extra aandacht voor facetgewricht in nek en spinaaluitsteeksels (denk aan kissing spines)
PERCUSSIE
- cervicaal: met vuist
- spinaaluitsteeksels, tuber sacrale, tuber coxae en tuber ischiadicum met zachte hamer
PASSIEVE BEWEEGLIJKHEID
- mobiliteit nek: mbv hand/wortel hoofd naar boven, benede, links, rechts en rii tuber coxae bewegen
- mobiliteit rug en lendenen: trekken aan staart en druk uitoefenen op tuber coxae
RECTALE EXPLORATIE
- bij verdenking van letsel in het bekken/sacrum
aanvullend:
- beeldvormende diagnostiek van wervelkolom en bekken (röntgen, echo, scintigrafie)
- enzymdiagnostiek, EMG, spierbiopsie
RUND
kreupelheidsonderzoek + aanvullend onderzoek
zelfde wijze als paard, meestal vereenvoudigd (vaak klauwen als oorzaak): 1) monsteren 2) inspectie 3) palpatie 4) percussie (en visitatie) 5) passieve bewegingen 6) buigproeven 7) aanvullend onderzoek > diagnostisch blokje: (evt. tijdelijk) blokje onder de gezonde klauw plaatsen > diagnostische anesthesieën > punctie van sesamschede of klauwgewricht en daarna cytologisch/bacteriologisch onderzoek > röntgenonderzoek
RUND
klauwonderzoek
MONSTEREN
beperkt tot lopen naar bekapbox, kreupele been identificeren. vrijwel altijd een belastingskreupelheid. denk er aan dat koeien 2 klauwen hebben!
INSPECTIE
- maak eerst schoon, inspecteer een opgetakelde poot
- let op de vorm van de klauwen, hoornkwaliteit, kloven en evt. defecten en verkleuringen
- let op zwellingen aan de kroonrand, rond de tussenklauwspleet en het balgebied vd klauwen
PALPATIE
- overgangsgebieden van hoorn op huid (kroonrand en balgebied)
- tussenklauwspleet op pijnlijkheid en andere voelbare defecten
PERCUSSIE EN VISITATIE
- percussie met harde hamer over de hele klauw
- op pijnlijke plek met visiteertang “knijpen”
KHK + VARKEN
kreupelheidsonderzoek
kreupelheid beoordelen bij het vrij lopende dier. let op houding, gang, stand
inspectie + palpatie bij varkens staand
inspectie + palpatie bij KHK liggend en gefixeerd (zie GD)
HOND
opbouw locomotieonderzoek
1) anamnese
2) monsteren
3) onderzoek staande dier > inspectie + palpatie
4) onderzoek liggende dier > palpatie + passieve bewegingen
5) onderzoek schedel en wervelkolom > inspectie + palpatie + percussie + passieve bewegingen + lumbosacrale druktest + rectaal onderzoek
6) aanvullend onderzoek
HOND
inspectie en monsteren
in rust:
- houding
- standsafwijkingen
observsatie gang:
- type
- ernst (1-4)
- locatie
- aanwezigheid van geluiden
- houding van het hoofd
HOND
onderzoek voorbeen staande dier
INSPECTIE let op:
- lengte en vorm van de nagels
- symmetrie
- deformiteiten
- belijning/ contour
PALPATIE
- van proximaal naar distaal, benoem de structuren die palpeert (zie andere flashcard)
- beoordeel spieren op symmetrie, contour, grootte/atrofie en evt. tremoren
- beoordeel pezen op belijning en spanning
- beoordeel botten op symmetrie, contour, deformiteiten en de positie van het accessoire carpaalbotje
- beoordeel gewrichten op contour, effusie en pijnlijkheid.
- beoordeel nagels op lengte en vorm
- algemeen beoordeel je op deformiteiten, temperatuur, pijnlijkheid, belijning en evt. crepitatie
- vergelijk breedte van acromion tot tuberositas major aan beide kanten
- pak radius en ulna vast en duw naar beneden –> beoordeel op pijnlijkheid