KIP Flashcards

1
Q

Algemene indruk

A
  • houding
  • gang
  • ademgeruisen + ademhalingsbewegingen
  • IHOSKA’s (kam, veren, lichaamsopeningen etc.)

let daarbij op: aard, ernst en mate van voorkomen in de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

slijmvliezen

A

let steeds op: kleur, vochtigheid, bloedingen en laesies, aspect, oedeem en exsudaat

OGEN

  • cornea: glad, glanzend, doorschijnend, reflecterend, sferisch en vochtig
  • onderste conjunctivaalzak: evt. aanwezigheid rode stip

BEK

  • snavellijsten
  • tong
  • choanae
  • larynx en oesophagus

CLOACA
- cloaca en omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voedingstoestand

A

KORTE TERMIJN (krop)

1) til op met vleugelgreep, let op: gewicht, spierspanning en gedrag
2) krop (rechts): let op consistentie, hoeveelheid in de krop, wanddikte en tonus

LANGE TERMIJN (spier en vet)

3) palpeer de m. pectoralis. let op deformiteiten, mineralisatie van het skelet en de mate van bespiering (carine en sternum horen bedekt te zijn)
4) beweeg de huid –> hydratatiestoestand van de subcutis
5) laat de kip hangen en palpeer het abdomen: let op de soepelheid van de darmen, hoeveelheid omentaal vet.
6) inspecteer het loopbeen. let op kleur, aspect van de schubben, zichtbaarheid van de groef in de hakpees en loopbeen

7) geef een oordeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

productieve staat

A

1) inspectie kam
2) inspectie ooglidrand, snavelhoek en kleur van de huid
3) palpeer de legbeentjes. let op hardheid, wijdte en vorm
4) inspectie cloaca. let op de kleur van de huid bij de muco-cutane overgang, aspect mucosa en de wijdte van de opening
> leggende hen: (bleek)roze, vochtig en gezwollen mucosa en wijd
> niet-leggende hen: bleek(geel), droog/klein beetje vochtig en smal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

respiratie

A

KOP

  • kop: let op vorm, belijning en symmetrie
  • inspecteer verder: bevedering van oog en oor, neusgaten, oog, bek
  • hou neus dicht: laterale sinus hoort op te zwellen
  • trachea: oppervlakkige palpatie
  • sternum: inspectie (let op belijning) + diepe palpatie (duw om duim, let op beweeglijkheid)
  • thoraxwand: oppervlakkige palpatie
  • palpeer rugzijde en abdomen
  • auscultatie: rug van de kip tegen je oor (want longen dorsaal gelegen) en houde poten en vleugels vast naar beneden
  • inspectie larynx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mineralisatiegraad

A

let steeds op de consistentie

  • behandel kip als fragiel bij een verdenking van een afwijking
  • bij optillen let je op gewicht, spierspanning en gedrag
  • bovensnavel: diepe palpatie (niet ombuigen) met duim en wijsvinger
  • caudale sternumpunt: let ook op deformiteiten. buig met wijsvinger om duim heen of andersom
  • laterale thoraxwand palperen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mestonderzoek

A
  • aard van de mest: hoofddarm- of blindedarm mest

HOOFDDARMMEST
> referentie hoofddarmmest: balvorm met evt. worstvormig deel
- aspect urinezuur/uraatfractie:
> referentie: stevig krijtwit kapje aan de caudale zijde
- beoordeel consistentie en plakkerigheid van de hoofddarmmest
- beoordeel aanwezigheid van afwijkende bijmengingen en kleur
- beoordeel aanwezigheid van onverteerde delen
- beoordeel vochtigheid van de mest door met duim te pletten
- beoordeel het loslaten van de mest na het afzwaaien (vette mest plakt meer)

BLINDE DARMMEST (niet vastpakken)

  • beoordeel vorm
  • beoordeel consistentie (let op uitlopen op het opervlak)
  • beoordeel aanwezigheid van afwijkingende bijmengingen en kleur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly