Nederlands woordenschat beschrijving Flashcards

1
Q

aanmannen

A

aanmoedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de evolutie
–> evolueren

A

een verandering doorheen de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geef 3 voorden voor de lichaamsbouw

A

corpulent
gezet
zwaarlijvig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gezichtsvorm 2

A

ovaal
asymmetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gelaatskleur 2x3

A

vaal, flets, verbleekt
getaand, bruingeel, verweerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gezichtskenmerken 3

A

bakkebaarden
jukbeenderen
kraaienpootjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bijzonderheden gezicht

A

pokdalig, wijnvlekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kapsel

A

sluik
gefriseerd
kroeshaar
kruin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lippen 1

A

hazenlip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kin 1

A

wijkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vingers 1

A

eelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

handen 1

A

Klam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ad rem

A

gevat, je kunt een rake reactie geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gevoelig 3

A

broos
frêle
teer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

assertief

A

zelfzeker, mondig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hypocriet

A

schijnheilig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sadistisch

A

boosaardig, wreed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

melancholisch

A

somber, neerslachtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

impulsief

A

spontaan ongeremd, niet nadenkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

kwistig

A

vrijgevig, spilziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

pienter

A

slim, intelligent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

nors

A

bars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

weifelend

A

aarzelend, besluiteloos

21
Q

vleierig

A

stroperig, slijmerig

22
armoedig
verwilderd, slordig
23
zijaanzicht
silhouet
24
verlegen
timide
25
sociaal
groeps-
26
flexibel
meegaand, makkelijk
27
vrijpostig
brutaal, handtastelijk
28
wijnvlek
wijnkleurige vlek in de huid door een te veel aan bloedvaten
29
een gespleten bovenlip
hazenlip
30
sluik
glad, neerliggend ,niet gekruld
31
klam
vochtig door waterdamp, zweet
31
asymmetrisch
niet elkaars spiegelbeeld
31
ovaal
eivormig
32
pokdalig
geschonden door puistjes
32
wijkend
achteruitgaand, verdwijnend
33
albino
zonder pigment, met witte huid en haar en rode ogen
34
gezet
zwaarlijvig, corpulent
34
kroeshaar
dicht gekruld haar
34
gefriseerd
gekruld, niet sluik
35
grotesk
overdreven waardoor het grappig is
36
karikatuur
een uitvergroting van iets
37
eelt
hoornachtige verharding van de huid
38
standvastig
vasthouden aan eigen standpunt
39
typecasting
als een acteur of actrice in steeds dezelfde rol word gecast
40
protagonist
het hoofdpersonage
41
antagonist
maakt de protagonist moeilijker of onmogelijk om zijn doel te bereiken
42
nevenfiguren
zijn helpers of tegenstanders die zijn geen hoofdpersonage
43
figuranten
die zorgen voor de opvulling
44
volle karakters
maken een evolutie door
45
vlakke karakters
reageren vaak op dezelfde manier (vast en onveranderlijk)
46
een held
heeft goede eigenschappen
47
een antiheld
tegenovergestelde eigenschappen zoals egoïsme, knulligheid of luiheid
48
karaktereigenschappen vb
zelfzeker , dom stoer, opvliegend, opschepperig