Nederlands In Actie Hoofstuk 3 Flashcards
de luchthaven
airport
de rugzak
rucsac
her uitwisselingsprogramma
exchange program
de uitwisseling
exchange
behoorlijk
quite, fairly
huisgenoten (de huisgenoot)
housemates, roommates
omgekeerde (omkeren)
to reverse
de heimwee (naar)
homesickness
tegelijkertijd
at the same time
komen … thuis (thuiskomen)
to come home
de familieomstandigheden
family circumstances
de omstandigheid
circumstance
de hoofdstad
capital
levendig
lively
saai
boring
verderop
further down
de hondenuitlaatservice
dog walking service
uitlaten
to walk the dogs, to show, to let out
afstandelijk
distant, aloof
luid
loud
onbekenden (de onbekende)
strangers
zomaar
spontaneously, just like that
de afstand
distance
knuffelen (met)
to cuddle (with
kussen
to kiss
informeert naar (informeren (naar))
to enquire (about)
het levensgeluk
happiness in life
het afval
litter, rubbish, waste
schoon
clean
verzorgd (verzoren)
well caed for (to care for, to look after)
vraag me af (zich afvragen)
to wonder
de samenleving
society
bedenken
come up with, to think of
hebt gelijk (gelijk hebben)
to be right
snikheet
boiling hot
kroegen (de kroeg
pubs
de kerst
christmas
de gelegenheid
opportunity
de midzomerdag
midsummer’s day
bloemenkransen (de bloemenkrans)
flower garlands
de meiboom
maypole
kinderliedjes (het kinderliedje)
nursery rymes
komen samen (samenkomen)
to get together
knapperig
crunchy
het brood
bread
plaatselijke (plaatselijk)
local
gepekelde (pekelen)
pickled (to pickle)
de borrel
drink (usually alcoholic), a drinks event
konden … terecht (terechtkunnen)
to stay at
met z’n twintigen
with twenty of us
de haven
harbour
allerleukste
the best thing, the best, the nicest
het stadsstrand
city beach
het strand
the beach