Nederlands In Actie Hoofstuk 1 Flashcards
de leeftijd
age
vierderjaarsstudent rechten
fourth-year law student
grappig
funny
vernoemd naar (vernoemen (naar))
to anme (after)
verwarrent (verwarren)
confusing (to confuse)
tekenen
to draw
schilderen
to paint
muzikaal
musically inclined
zing (zingen)
to sing
benieuwd (naar)
curious (about)
precied
exact(ly)
beren (de beer)
bears
beesten (het beest)
animals, beasts
sterk
strong
gevaarlijk
dangerous
de vlinder
butterfly
het paard
horse
vliegen
to fly
indrukwekkend
impressive
merkt (merken (van))
you see, you can see, to see, to notice
trots op
proud of
de held
hero
voor … gezorgd (zorgen voor)
to take care of, to care for
ernstig
serious(ly)
vrolijke (vrolijk)
cheerful, happy
vooral
especially
do oplossing
solution
heb een hekel aan (een hekel hebben aan)
cannot stand, to dislike, to hate
het lawaai
noise
schreeuwt (schreeuwen)
to shout
tekeningen (de tekening)
drawings
tijdschriften (de tijdscrift)
magazines
naar — stuur (sturen (naar / aan))
to send (to)
sommige
some
zelfs
even (example: even you can do it)