Giving directions Flashcards
1
Q
Where is the…
A
Waar is het/de …
2
Q
turn left
A
ga naar links , ga linksaf
3
Q
turn right
A
ga naar rechts, ga rechtsaf
4
Q
ga straight ahead
A
ga rechtdoor
5
Q
traffic light
A
het stoplicht
6
Q
go over the bridge
A
sttek de brug over
7
Q
take the first left
A
ga de eerste straat links(af)
8
Q
take the s econd right
A
ga de tweede straat recht(s)