naoorlogse België Flashcards

1
Q

de drie beslissingen van het sociaal pact uitleggen

A
  • rijkssociale zekerheid (recht op pensioen, werkloosheidsvergoeding, kinderbijslag,..)
  • overlegeconomie (afspraken tussen werknemer en werkgever)
  • index (getal dat uitdrukt hoe de consumptie prijzen zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de evolutie van verzorgingsstaat naar actieve welvaartsstaat verklaren

A

tijdens de verzorgingsstaat ontstond er een probleem. Door vergrijzing en stijgende werkloosheid is er meer en meer geld nodig om sociale zekerheid te bekostigen. Het geld komt vooral van de werknemers en op termijn zullen zij meer en meer moeten betalen en dat zal onhoudbaar worden. Hierdoor creëerde men een alternatief de actieve welvaart: om mensen minder afhankelijk te maken van sociale uitkeringen door hen ertoe aan te zetten langer te werken, na een periode van arbeidsongeschiktheid sneller opnieuw te werken en efficiënter werk te zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de evolutie van verzuiling naar ontzuiling uitleggen

A

vanaf de jaren 60 begon de ontzuiling, mensen zochten vrijheid en er ontstonden opstanden. Door televisie en radio kwam men in contact met andere zuilen. Standpunten en ideeën die hen aanspraken imponeerde ze in hun eigen denken en zo verloren de zuilen de greep op hun leden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

evolutie naar het neoliberalisme verklaren

A

liberalisme= visie dat overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met de economie. De economie regelt zichzelf als hij echt vrij is.
Neoliberalisme= liberalisme op wereldschaal.
Dit is te verklaren omdat het neoliberalisme ontstond op het moment dat nationale economieën veel meer met elkaar verworven raakten en afhankelijk waren met elkaar. Neoliberalisme pleit voor afschaffen van elke vorm van handelsbelemmeringen over heel de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kenmerken van het neoliberalisme

A
  • individualisme
  • eigenbelang
  • vrijheid
  • keuzevrijheid
  • ondernemerschap
  • economische groei
  • technologische vooruitgang
  • vrijheid om overal ter wereld winst te maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

actuele uitdagingen van het neoliberalisme

A
  • migratie
  • terrorisme en nationale veiligheid
  • milieu: bij economische groei meestal milieuproblematiek
  • vergrijzing: geen recht op pensioen want dat is hun eigen verantwoordelijkheid
  • werkloosheid
  • armoede
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

begrippen unitaire staat en federale staat uitleggen

A

unitaire staat = een staat die geleid wordt door één regering. Die regering heeft alle macht en enkel hij heeft recht om nieuwe wetten te maken.
Federale staat= het land wordt verdeeld in stukken elk stuk krijgt een eigen regering. Die regering mag wetten maken en beslissingen nemen voor haar deel van het land. naast deze regering behoudt het land wel een federale regering die beslissingen neemt voor heel het land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de evolutie van unitaire staat naar federale staat uitleggen

A

1ste staatshervorming: grondwetswijziging van 1970
2e staatshervorming: grondwetswijziging van 1988
-gewesten worden operationeel(=verantwoordelijk voor plaatsgebonden materies)
-cultuurgemeenschappen->gemeenschappen krijgen meer bevoegdheden, worden verantwoordelijk voor plaatsgebonden zaken
-elk gewest en elke gemeenschap krijgt een eigen parlement
->Vlaanderen besloot regeringen en parlement van de gemeenschap en het gewest samen te smelten
3e staatshervorming: grondwetswijziging 1988
-gewesten en gemeenschappen krijgen meer middelen en worden meer bevoegd ->openbare werken, industrieel beleid en ze zijn nu ook bevoegd voor onderwijs
-Brussel
°Het gewest krijgt een regering en parlement
°Specifieke instellingen om als tweetalig gebied te werken
°Brussels Hoofdstedelijk gewest
4de staatshervorming: Sint-Michielsakkoord 1993
-België officieel een federale staat
-aanpassingen om de samenwerking met de deelstaten vlotter te laten verlopen
-krijgen recht om zelfstandig internationale verdragen te sluiten als het over hun bevoegdheden gaat
-direct verkozen parlementen in Vlaanderen en Wallonië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

naoorlogse conflicten en breuklijnen opsommen (enkel naam)

A

1° koningskwestie
2° tweede schoolstrijd
3° eenheidswet
4° Leuven Vlaams

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de bevoegdheden van de gemeente/ provincie/ gewesten

A
  • Economie
  • werkgelegenheid
  • landbouw
  • waterbeleid
  • huisvestiging
  • energie
  • openbare werken
  • vervoer
  • stedenbouw
  • leefmilieu
  • buitenlandse handel
  • krediet
  • natuurbehoud
  • toezicht provincies, gemeente
  • wetenschappelijk onderzoek
  • internaltionale betrekkingen i.v.m. gewestbevoegdheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de Vlaamse minister-president op foto herkennen

A

kont tussen wenkbrauwen, dikke neus, veel rimpels 60-tiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de bevoegdheden van Gemeenschap

A
  • cultuur
  • onderwijs
  • gezondheid
  • hulp aan personen
  • wetenschappelijk onderzoek
  • Internationale betrekkingen i.v.m gewestbevoegdheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

standpunt van PVDA

A

De commercie wint steeds meer geld. Gezondheid, werk, milieu, inspraak, internationale solariteit en vrede worden opgeofferd aan geld. Wij willen prioriteiten opnieuw juist stellen. Vandaar ‘eerst mensen niet winst’
communisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorzitter van PVDA benoemen

A

Peter Martens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorzitter van Groen! benoemen

A

Meyrem Almaci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Meyrem Almaci herkennen op foto

A

bruin haar (big boobs), Chinese ogen, klein voorhoofd

17
Q

voorzitter van sp.a benoemen

A

Conner Rosseau

18
Q

standpunt van CD&V

A

De partij gelooft in een samenleving war de mens en de zorg voor de medemens centraal staat. Ze hecht zeer veel belang aan het gezin, het verenigingsleven en alles wat de samenhang van de samenleving vergroot. Ze ijvert voor een samenleving waarin iedereen respect heeft voor elkaar en voor de omgeving. CD&V wil meer autonomie voor Vlaanderen en wil dat er meer federale bevoegdheden worden overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten

19
Q

standpunt van CD&V

A

De partij gelooft in een samenleving war de mens en de zorg voor de medemens centraal staat. Ze hecht zeer veel belang aan het gezin, het verenigingsleven en alles wat de samenhang van de samenleving vergroot. Ze ijvert voor een samenleving waarin iedereen respect heeft voor elkaar en voor de omgeving. CD&V wil meer autonomie voor Vlaanderen en wil dat er meer federale bevoegdheden worden overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten
Christen-democratie

20
Q

Conner Rosseau op foto herkennen

A

jong knap piepkin, lijkt op lil huddy

21
Q

voorzitter van CD&V benoemen

A

Joachim Coens

22
Q

Joachim Coens op foto herkennen

A

lijkt op oude versie van Ian met bril

23
Q

Standpunt van Open Vld

A

Bij Open Vld staat vrijheid centraal. Dat betekent dat ze streeft met zo weinig mogelijk regels opgelegd door de overheid, met o.a. zo min mogelijk belastingverheffing. De samenleving moet zo georganiseerd zijn dat iedereen dezelfde kansen heeft, maar iedereen heeft wel zelf de verantwoordelijkheid. Wie bijvoorbeeld geen werk heeft, heeft niet hard genoeg geprobeerd om werk te vinden.
Liberalisme

24
Q

voorzitter van Open Vld benoemen

A

Egbert Lachaert

25
Q

Egbert Lachaert herkennen op foto

A

bruin Kuifje, lijkt een beetje op een rat, medium ogen amandelhoofd

26
Q

Standpunt van N-VA

A

N-VA wil dat Vlaanderen op termijn een volledig onafhankelijke stat wordt binnen de EU. De visie op de economie is liberaal. N-VA pleit dus voor een vrije markt, vrij ondernemerschap en een overheid die weinig regels oplegt aan ondernemers. N-VA wil dat de overheid minder uitgeeft. Daarom wil ze onder meer een beperking van de werkloosheidssteun in de tij.
nationalisme, liberalisme

27
Q

Voorzitter van N-VA benoemen

A

Bart de Wever

28
Q

Bart de Wever herkennen

A

letterlijk een rat met bruin-Carrington-kapsel

29
Q

Standpunt van Vlaams Belang

A

Vlaams Belang gelooft dat Vlaanderen zo snel mogelijk onafhankelijk moet worden. Het staat zeer kritisch tegenover migranten. De partij gelooft dat immigratie van mensen met een andere cultuur (en vooral de islamitische cultuur) zeer negatief is voor onze samenleving. Migranten zorgen volgens Vlaams Belang voor een toename van werkloosheid en de criminaliteit. Vlaams Belang is zeer gericht op veiligheid en wil meer politie. Misdrijven moeten streng worden bestraft.
Nationalisme

30
Q

Voorzitter van Vlaams Belang benoemen

A

Tom Van Grieken

31
Q

Tom van Grieken herkennen

A

Flaporen, zwart haar

32
Q

Tom van Grieken herkennen

A

Flaporen, zwart haar

33
Q

naoorlogse breuklijn Koningskwestie uitleggen

A

-koningskwestie: tijdens WOII was er een breuk tussen de regering en Leopold III, hij kreeg zijn troon terug maar hierdoor ontstond veel chaos (betogingen en rellen) en hij deed daarom in 1950 troonafstand -> 1 regering voor een land met alle bevoegdheden zorgden voor problemen

34
Q

naoorlogse breuklijn tweede schoolstrijd uitleggen

A

Tweede schoolstrijd:
-officieel onderwijs -> structureel probleem omdat er minder scholen waren
-vrij onderwijs -> hoger inschrijvingsgeld omdat het geen subsidies kreeg
schoolpact= pact dat 3 grote partijen ondertekenen(katholieken, liberalen, socialisten)
-meer officiële scholen
-vrije keuze voor school
-subsidies voor het vrije onderwijs in ruil voor opleiden van alle leerklachten
->1 regering moet bepalen over het hele onderwijs over heel het land zorgden voor problemen

35
Q

naoorlogse breuklijn eenheidswet uitleggen

A

eenheidswet:
In jee 50 kampte België met ernstige economische problemen daarom werkte de regering wetten uit om de economie terug op gang te trekken.
gevolg: veel protest en betogingen omdat er ook heel wat maatregelen tussen zaten die de gewone burger troffen o.a. pensioenmaatregelen en besparingen in ziekteverzekering
-> Vlaamse arbeiders waren niet bereid tot het uiterste te gaan waardoor de stakingen mislukte en de eenheidswet werd uiteindelijk lichtjes aangepast
gevolg van protesten:
-1962 taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië

36
Q

naoorlogse breuklijn Leuven Vlaams uitleggen

A

Studenten vonden dat Leuven volledig Vlaams moest zijn en er ontstonden grote protesten en met effect werd Leuven Vlaams. conclusie: België kon duidelijk niet als unitaire staat overleven. De tegenstellingen tussen Vlamingen en Walen waren te groot
-> Er werd besloten om België om te bouwen van een unitaire staat naar een federale staat