De Verenigde Naties en de Europese Unie Flashcards

1
Q

oorzaken voor het oprichten van de VN

A

wereld vrede herstellen enzo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de oprichting van de VN situeren in tijd

A

24 oktober 1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doelstellingen van de VN

A
  • internationale vrede en veiligheid handhaven
  • internationale samenwerking tot stand brengen
  • Samen tot een oplossing komen voor sociale, economische en humanitaire problemen
  • meer aandacht aan mensenrechten en fundamentele vrijheden
  • Landen een forum geven om aan die doelstelling te werken en hun inspanningen op elkaar af te stemmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

taak van gespecialiseerde organisaties van de VN: FAO, IAEA, ITU, UNESCO, UNHCR, UNISEF, WHO

A

UNICEF=Wereldkinderfonds (aspecten van gezondheid)
UNHCR= Hoge Commissaris voor Vluchtelingen (bescherming en vinden van oplossing voor vluchtelingenproblematiek)
FAO=Plattelandsontwikkeling (kwaliteit van landbouw en productie)
UNESCO= Organisatie voor onderwijs, wetenschap en cultuur (intellectuele solidariteit)
WHO= Wereldgezondheidsorganisatie (verbetering levenskwaliteit)
IAEA= International Agentschap voor Atoomenergie
ITU= International vereniging voor verre berichtgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is veto recht?

A

het recht om een besluit dat de meerderheid van stemmen goedkeurt, te verbieden

  • China
  • Frankrijk
  • Russland
  • VK
  • VS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de rol van de VN in internationale conflicten?

A

oordelen over problemen tussen staten en geeft advies aan verschillende organen van de VN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de duurzame ontwikkelingsdoelen van 2016-2030 toepassen
NIET UIT HOOFD KENNEN
kalm down Jamal

A
1° geen armoede
2° geen honger
3° goede gezondheidszorg en welzijn
4° kwaliteitsonderwijs 
5° gendergelijkheid 
6° schoon water en sanitair
7° betaalbare duurzame energie
8° eerlijk werk en economische groei
9° industriële innovatie en infrastructuur
10° ongelijkheid verminderen
11° duurzame steden en gemeenschappen
12° verantwoorde consumptie en productie
13° klimaatactie
14° leven in het water
15° leven op het land
16° vrede, veiligheid en sterke publieke diensten 
17° partnerschap om doelstellingen te bereiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

naam van de secretaris-generaal benoemen

A

Antonio Guterres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

secretaris generaal op foto herkennen

A

Pijlneus met saggy wangen en onderogen en Donald trump kapsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

oorzaken voor oprichten van de EU

A

De nood aan financiële middelen en vrede is de aanzet voor de Europese Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

doelstellingen van de EU

A
  • Vrede, Europese waarden en welzijn van de EU-burgers
  • vrijheid, veiligheid en recht bieden, zonder binnengrenzen
  • Duurzame ontwikkeling op basis van een evenwichtige economische groei en prijsstabiliteit, een sterk concurrerende markteconomie met volledige werkgelegenheid, sociale vooruitgang en milieubescherming
  • Sociale uitsluiting en discriminatie bestrijden
  • wetenschappelijke en technologische vooruitgang
  • Economische, sociale en territoriale samenhang en de solidariteit tussen de EU-landen verbeteren
  • De rijke verscheidenheid van talen en culturen respecteren
  • economische en monetaire unie uitbouwen waarvan de munt euro is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de werking van : de Europese raad uitleggen

A

De Europese Raad= staatshoofden en regeringsleiders van de EU-landen en voorzitters van Europese raad en Europese commissie om het algemeen beleid en de prioriteiten van de EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

belangrijkste fasen in het Europese eenmakingsproces

A

1) Europese gemeenschap voor kolen en staal opgericht door 6 landen België, Italië, Frankrijk, Nederland, Luxemburg en Bondrepubliek Duitsland
2) Verdrag van Rome 1957 (EURATOM: bevorderen van vreedzame toepassingen voor kernenergie, EEG: gemeenschappelijke markt met vrij verkeer)
3) Verdrag van Maastricht/EU-verdrag 1992 (Europese parlement kreeg wetgevende macht en gezamenlijke munt geïntroduceerd)
4) Verdrag van Lissabon 2007 (enkele wijzigingen op voorafgaande verdragen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Europese president benoemen

A

Charles Michel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorzitter van de Europese Commissie benoemen

A

Ursula von der Leyen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Europese president op foto herkennen

A

peer hoofd met bril en baardje

17
Q

voorzitter van de Europese Commissie op foto herkennen

A

vrouwelijke dunne versie van Trump

18
Q

invloed van Europese wetgeving op nationale wetgeving

A
  • Als Verordening (Europese wetten die gelden in alle EU-landen) botst met nationale wetgeving krijgt verordening voorrang
  • De EU-landen moeten een specifiek doel bereiken maar hebben vrijheid om te kiezen hoe zij dat gaan doen. De regeringen moeten hun nationale omzettingensmaatregelen doorgeven aan de Europese Commissie
19
Q

werking van het Europese Parlement?

A

het Europese Parlement= rechtstreeks gekozen door burgers om -wetten vaststellen samen met de raad van ministers

  • budget van EU vaststellen samen met de raad van ministers
  • controle van de activiteiten van de EU
20
Q

de werking van de Europese Commissie?

A

Europese Commissie= 1 deelnemer voor elk EU-land:

  • initiatiefrecht: wetsvoorstellen maken en voorleggen
  • uitvoerende macht: voert beslissingen van de Europese raad en het Europese parlement uit en beheert het EU-budget
  • controle: nagel of EU-landen en EU-burgers zich aan de regelgeving houden.
21
Q

werking van de raad van de Europese unie uitleggen

A

Raad van de Europese Unie= elke lidstaat heeft 1 minister die:

  • onderhandelt over EU-wetgeving en stelt deze vast, in samenspraak met het Europees Parlement en op basis van voorstellen van Europese Commissie
  • Coördineert het beleid van de EU-landen
  • stippelt het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU uit op basis van de richtsnoeren van de Europese Raad