culturele ontwikkelingen Flashcards

1
Q

emancipatieproces in jaren ‘60 en ‘70 uitleggen: de seksuele revolutie

A

een periode waarin de visie op seksualiteit volledig veranderd voornamelijk door de intrede van de anticonceptiepil. Hierdoor konden vrouwen zelf bepalen wanneer dat ze kinderen kregen en hadden de mogelijkheid om studies en carrière te plannen.

gevolgen: -stimuleren van vrouwenemancipatie en tegencultuur
- het individu werd belangrijk als gezin
- aantal kinderen per gezin nam af
- natuurlijke bevolkingsgroei daalde
- acceptatie van andere belevingsvormen van seksualiteit>homoseksualiteit
- toename van SOA door een afname van het gebruik van een condoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

emancipatieproces in jaren ‘60 en ‘70 uitleggen: de emancipatie van de vrouw

A

beweging die ijvert voor de gelijke behandeling van vrouwen en mannen op juridisch, politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak

  • groot verschil in rechten in de theorie en degene in de praktijk
  • verzetten tegen stereotypen zoals de maatschappelijke verwachting voor de zorg van kinderen
  • ze wilden een verlichting van die sociale last door meer betrokkenheid van vaders, kinderopvang, flexibele werkuren en beter wettelijk kader
  • groot succes: legaal om informatie te verstrekken over anticonceptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

emancipatieproces in jaren ‘60 en ‘70 uitleggen: protestbewegingen tegen gezag, oorlog en kerk

A

protest vooral door jongeren tegen de heersende cultuur die te conservatief was
tegencultuur= elke stroming die zich keert tegen gevestigde orde
er werden verschillende protesten gevoerd voor verschillende redenen bijvoorbeeld voor de gelijke behandeling van zwarte en witte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg uit: andersglobalisme

A

andersglobalisme= beweging die zich verzet tegen de negatieve kanten van de economische globalisering, zeker tegen de te grote rol die de economie daarin speelt. De beweging wil dat de focus verschuift naar mensenrechten, duurzame ontwikkeling en een rechtvaardige verdeling van welvaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leg uit: negationisme

A

negationisme= gewoonlijk verwijzen naar de praktijk van het geheel of gedeeltelijk ontkennen van de holocaust. Meer algemeen verwijst dit naar het ontkennen of extreem minimaliseren van aanvaarde historische feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg uit: neofascisme

A

neofascisme= terugval van vormen van fascisme en nazisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg uit: pegida

A

pegida= Protestbeweging van Europeanen tegen de islamisering van Europa (oorsprongkelijk duitsland)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg uit: (post)modernisme

A

postmodernisme= Filosofische stromingen na het modernisme, deze stroming valt de kern van het modernisme aan. Het belangerijkste kenmerk van postmoderne leven is diep wantrouwen voor grote maatschappelijke systemen die betekenis geven aan leven: religie, politiek, wetenschap en kunst. Ze verwerpen systemen die structuur willen bieden door betekenis aan 1 te bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg uit: secularisatie

A

secularisatie= Proces waarbij de kerk geleidelijk invloed op de staat verliest en alsmaar kleinere rol speelt in publieke levens. Stimuleerde de verzuiling, kerkbezoek neemt af, vrouwenemancipatie en holebi-beweging, stimuleerde ontzuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly