mycologie Flashcards

1
Q

Dermatofytose

A

schimmelinfectie van gekeratiniseerde weefsels zoals haren, nagels, hoeven, klauwen en het stratum corneum van de huid.
worden veroorzaakt door huidschimmelsoorten (dermatofyten) behorend tot de geslachten microsporum en trichophyton.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dermatofystose bij hond en kat wordt veroorzaakt door

A
  • M. canis (90%)
  • T. mentagrophytes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dermatofytose bij het paard wordt veroorzaakt door

A
  • M. equinum
  • M gypseum
  • T. equinum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bij welk dier zie je dragerschap van schimmels

A

bij de kat met M. Canis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dermatofytose bij het rund wordt vaak veroorzaakt door

A

T. verrucosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan een dier weer als genezen worden bestempeld na een schimmel infectie

A

Na 2 negatieve uitslagen met steeds 2 weken ertussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DTM plaat (dermatofytose test medium) zoals fungassay

A
  • de indicator verandert van kleur bij pH verandering, wat ontstaat door de groei van schimmel
  • elke dag kijken naar kleuromslag binnen de door de fabrikant aangegeven tijd (vaak 10 dagen)
  • Na deze tijd is de kleuromslag niet meer betrouwbaar door de groei van saprofyten en bacterien
    -Kleurverandering van positief is van ambergeel naar felrood tijdens de groei van de schimmel
  • negatief is na de groei van de schimmel kleuromslag.
  • dermatofyten zijn geelwit-ivoorwit
  • saprofyten zijn sneeuwwit-diepzwart.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom voer je mycologisch onderzoek uit in een flowkast?

A

om de verspreiding van schimmelsporen via de lucht te vermijden zodat
- ze niet landen op een voedingsbodem en zo vals-positieve kweekuitslagen veroorzaken
- het is een zoonose en je wilt geen medewerkers besmetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dragerschap

A
  • dier dat klinische geen afwijkingen vertoond
  • huid met haren is wel door de schimmel geparasiteerd
  • is infectieus voor zijn omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mechanische drager

A

een dier dat besmet is dat ook schimmels op zich heeft die vermeerderen aar ze gaan niet dieper dan op de vacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bemonstering bij dragerschap

A

gehele dier geborsteld met een schone tandenborstel (mackenzie methode) daarna kan een schimmelkweek worden gedaan of PCR voor M. canis, T mentagrophytes en Arthroderma benhamiae.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zin macroconidum

A

dit zijn ongeslachtelijke voortplantingszakjes van schimmels. Deze groeien alleen in-vivo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fouten bij een fungassay

A
  • verkeerde afname
  • contaminatie door niet te wassen
  • onjuiste temperatuur (te laag)
  • dopje te strak (te weinig zuurstof)
  • niet vaak genoeg aflezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

behandelmogelijkheden

A
  • topicaal
    –alle ander andere dieren behalve kat en cavia gebeurt topicale behandeling
  • systemisch
  • Combinatie
    – bij dieren die dragerschap hebben zoals de katten en cavia’s

runderen behandel je meestal niet, ze kunnen levenlange immuniteit ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bijwerkingen medicatie

A

topicaal –> jeuk en roodheid

oraal –> teratogeen, lever aantasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vaccinatie

A

Bij rund door immuniteit (vaak voor leerbehoud of op zorgboederijen om YOPI’s te beschermen)

vaccinatie bij andere dieren soms om te zorgen dat het sneller verdwijnt als er al ziekte is. er treedt geen langdurge immuniteit op.