Klinische pathologie Flashcards
referentiewaarde
- bevatten 95% van de gezonde dieren
- zijn diersoortspecifiek
- zijn methode afhankelijk
- zijn laboratorium specifiek (per apparaat)
maximale toelaatbare fout
de totale afwijking/fout van een test welke niet tot andere klinische beslissling leidt.
voorspellende waardes
zijn afhankelijk van de prevalentie van de ziekte in een populatie waarin de test wordt uitgevoerd
- als de prevalentie laag is zal de PVW ook laag zijn
- PVW kan verhoogd worden door de prevalentie in een populatie te verhogen
– door de test alleen in te zetten in een populatie dieren die na anamnese en LO verdacht wordt van de ziekte
prevalentie
aantal dieren dat de ziekte heeft op een bepaald moment/ aantal dieren in de populatie op dat moment
incidentie
aantal dieren dat ziek zijn geworden in een bepaalde periode / aantal dieren in de populatie in die periode
sensitieve test
gebruiken
- als je vals negatieven ongewenst zijn
- als de prevalentie van de ziekte laag is
nadelen
- hoog aantal vals positieven
negatieve resultaten zijn betrouwbaarder dan positieve
specifieke test
gebruik
- als vals positieve ongewenst zijn
nadelen
- hoog aantal vals negatieven
positieve resultaten zijn meer betrouwbaar dan negatieve
screenende test
je wilt zo min mogelijk vals negatieve, dus hoge sensitiviteit
diagnostische test
je wilt zo min mogelijk vals positieve , dus hoge specificiteit
EDTA buis
vangt Ca2+ en andere bivalente kationen weg
voor hematologie en enkele specifieke bepalingen zoals NH3 en DNA isolatie
Heparine buis
versterkt werking antitrombine
voor klinische chemie bepalingen
serum buis
geen antistolling, vaak juist activator
voor klinische chemie, eiwitspectrum en antilichamen
citraat buis
vangt Ca2+ weg
voor stollings bepalingen
NaF (natrium fluoride) buis
wisselt bv. heparine
NaF remt glucoseverbruik
voor glucose en lactaat bepaling (stabiel voor opsturen)
Deze buis alleen nodig als je niet gelijk je buizen kan afdraaien.