MTP, verbloeding, stolling Flashcards

1
Q

Plekken waaruit je kan doodbloeden

A

Borst
Buik
Been
Bekken
Bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gevolgen ernstig bloedverlies

A

Hartslag gaat omhoog om de daling in bloeddruk te compenseren. Bij significant bloedverlies zal de compensatie onvoldoende zijn. Uiteindelijk zal het hart uitgeput zijn en de hartslag verlagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Transfusie producten

A

Erytrocyten → zuurstof
Plasma → stollingsfactoren (volume)
- Aangevuld met fibrinogeen en calcium
Trombocyten → stolling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verhouding transfusieproducten

A

5:5:1 → In één zakje trombocyten zitten 5x zoveel trombocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Triangle of death

A

Hypothermie → leidt tot een slechtere stolling
Coagulopathie (slechte stolling)
Metabole acidose → door anaerobe verbranding ontstaat lactaat → leidt tot een slechtere stolling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontstaan verstoorde stolling

A

Hypothermie
Metabole acidose
Verlies stollingsfactoren
Verbruik stollingsfactoren
Verdunning bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stollingstesten

A

APTT: active partiële protrombinetijd
PT: protrombinetijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly