ML_les4.2_WBU_uitvoeren_feedback Flashcards

1
Q

Wat is coordinatie?

A
  • De vele bewegingsmogelijkheden van je lichaam omzetten naar een efficiënt bewegingspatroon om effectief een bepaald doel te bereiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is controle?

A

Het manipuleren van variabelen binnen een beweging om te voldoen aan de eisen van de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een motorisch programma?

A

Een abstracte representatie van een beweging, opgeslagen in het geheugen, dat alle “commando’s” bevat om de actie uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bedoeld schmidt met zijn coordinatie en controle theorie

A

Een beweging heeft niet alleen een motorisch programma, maar het is meer algemeen.

  • gegenaraliseerd programma
  • invariante bewegingskenmerken
  • parameters.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem de 3 onderdelen van invariante kenmerken

A

-volgorde van actie: een bepaalde beweging heeft dezelfde volgorde van handelen

  • Volgorde van timing; de timing van een beweging blijft naar verhouding hetzelfde
  • Relatieve kracht: Verhouding tussen de krachten geleverd door de spieren moeten hetzelfde blijven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 4 onderdelen van parameters

A
  • Totale duur
    Snel of langzaam
    zwemmen/fietsen/rennen/wandelen.
  • Totale kracht & grootte van de beweging
    Hard of zacht passen.
  • Richting
    Naar links of rechts serveren
  • Gebruikte spieren
    Binnenkant of buitenkant voet passen.
    Met je hand of met je voet schrijven.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een schema?

A

een abstracte representatie van een of meerdere regels bepalend voor een discrete beweging.

Dit wordt gecreeerd door een ervaring. Hoe vaker je iets hebt gedaan hoe duidelijk het schema.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly