Ml_les1.2_Classificeren Flashcards
Wat wordt er bedoeld met het begrip fundamentele motorische vaardigheden?
Bewegingen die essentieel zijn voor het kunnen maken van specifiekere bewegingen.
Noem voorbeelden van fundamentele motorische vaardigheden
- lopen ( je moet kunnen lopen voordat je kan rennen)
- zwemmen
- springen
- werpen
- slaan
In welke categorieën kan je Fundamentele motorische vaardigheden indelen?
- locomotorische vaardigheden: jezelf verplaatsen in de ruimte ( van A naar B)
-Balansvaardigheden: het lichaam in balans houden
- Manipulatieve vaardigheden: ‘Lichaam’ gebruiken om ‘iets’ met een object te doen.
Iets onder controle krijgen/houden.
Hoe kan je motorische vaardigheden classificeren?
Open > closed
Gross > fine
Discrete – continuous – serial
Cognitive > motor
Wat is open > closed classificeren? en wat bepaalt het of het open of closed is?
Open skill: beweging wordt uitgevoerd in een variable, onvoorspelbare omgeving
Gesloten skill: > een beweging wordt uitgevoerd in een stabiele, voorspelbare omgeving
Hoe meer factoren in een omgeving hoe open de de situatie en andersom
Wat is Gross > fine
Fijn: kleine subtiele handelingen
Grof: grote beweging met een grotere hoeveelheid spiergroepen
fijn: het gooien van een bal
grof: het stoten van den kogel
Wat is Discreet - continu- serieel
- Discreet: beweging is kort en duidelijk en met begin en eind ( gooien)
-Constant: repeterend, er zit geen echt begin of eind aan de beweging ( fietsen)
-serieel: een aaneenschakeling van discrete taken, iets lang ( arabier + flickflack + hanstand overslag + salto)