Macht en leiderschap Flashcards
1
Q
Leiderschapsstijlen
A
- Directief: sturen/leiden
- -> Laag op relatie, hoog op TAAK
- Oriëntatiefase
vb. bepaalt hoe groepsactiviteiten uitgevoerd moeten worden en neemt zelf beslissingen zonder de hele groep daarin te betrekken. - Overtuigend: ondersteunen/begeleiden
- -> Beide aandacht, hoog op TAAK en RELATIE
- Conflict/machtsfase - Participeren: motiveren en steunen
- -> hoog op RELATIE
- Affectiefase
vb. betrekt anderen - Delegerend:
- -> beide lage aandacht
- prestatie/autonome fase, groep presteert zelfstandig.
2
Q
Hoofdbetekenis leiderschap
A
- Persoonlijke kwaliteit: geboren leider
- Eigenschap van positie
- Gedragscategorie
3
Q
Taakgerichte leider
A
- Planning
- Heb je dit al af?
- Hoe ver ben je?
- Evalueren op taak
4
Q
Relatiegerichte leider
A
Hoe gaat het?, gemakkelijk aanspreekbaar, tonen interesse in iedereen, oog voor groep
- Peoplesmanager
5
Q
Situationeel leiderschap
A
- Afhankelijk van taakvolwassenheid
Wil een leider effectief zijn, dan zal hij zijn gedrag moeten aanpassen aan de eisen die de situatie stelt. - Kenmerken van groepsleden: bekwaam, zeker en gemotiveerd levert vier niveaus van taakvolwassenheid op.
6
Q
4 niveau’s van taakvolwassenheid
A
- onbekwaam, onzeker en onwillig: sturende leider vereist, de leider is pas effectief wanneer hij aangeeft wat er gedaan moet worden.
- onbekwaam, gemotiveerd of zeker: ondersteunende stijl, wanneer hij helpt en ondersteunt bij de uitvoering van taken.
- bekwaam, onwillig of onzeker: motiverende leider. Motiveren tot leveren van goede prestaties.
- Bekwaam, gemotiveerd en zeker: delegerend, de leider is effectief wanneer hij alles aan de groep over laat.
7
Q
Gedrag kan worden beïnvloed door macht of autoriteiten. Welke 5 soorten macht zijn er te onderscheiden?
A
Bewuste macht:
1. Beloningsmacht: goed gedrag kunnen belonen of negatieve consequenties weg kunnen nemen (directeur)
- Bestraffingsmacht: slecht gedrag kunnen bestraffen of positieve consequenties wegnemen (politie)
- Legitimiteitsmacht: mensen met een formele positieve waar mensen wel naar moeten luisteren (rechters)
Onbewuste macht:
4. Referentiemacht: mensen die worden gezien als rolmodel (beroemd)
- Deskundigheidsmacht: met veel kennis (wetenschappers)