longkanker Flashcards
risicofactoren longkanker (5)
- Roken (85% van de gevallen)
- Meeroken
- Schadelijke gassen en stoffen(asbest, fijnstof en radioactieve straling)
- Genetische factoren(15% van de gevallen, specifieke mutaties in het DNA)
- Andere longziekten of het verminderd functioneren van de afweer
wat is de prognose van longkanker?
Dit hangt af van het type longkanker en het stadium.
bij NSCLC: 5 jaars overlevingskans van 60% in stadium I en 4% in stadium IV
bij SCLC: 5 jaars overlevingskans is bij stadium I 36% en stadium II 4%
tussen welke 2 type longkanker wordt onderscheid gemaakt?
- Niet-kleincellig longcarcinoom(NSCLC, ; non-small cell lung carcinoma). Dit geldt voor 80% van de gevallen en heeft de meest gunstige prognose.
- Kleincellig longcarcinoom(SCLC). Dit geldt voor 20% van de gevallen. Hierbij delen en verspreiden kleine cellen zich snel. (komt ook vaker voor bij jongere mensen dan de NSCLC)
wat is een polycyclische koolwaterstof
Dit is een carcinogene stof, zoals teer. wat de belangrijkste oorzaak is van het ontstaan van longkanker
3 typen NSCLC
- Planocellulair (plaveisel)carcinoom: dit ontstaat in luchtwegepitheel dat eerst metaplastisch verandert. dus; van trilhaarepitheel overgaat in plaveiselepitheel.
dit gebeurt door chronische irritatie.
-> obstructiepneumonie kan hierbij het eerste symptoom zijn. - adenocarcinoom. deze vorm is meestal gelokaliseerd in de longperiferie. het ontstaat vaak op meerder plaatsen tegelijk en wordt pas laat ontdekt. klachten komen voornamelijk uit de metastasen.
- grootcellig brochuscarcinoom: deze behoort tot 70% v/d NSCLC
hemoptoë
bloed ophoesten
op welke 2 manieren kan longkanker metastaseren?
- lymfogeen en hemotogeen.
- lymfogeen voornamelijk naar: hilus, mediastinum, carina, trachea. vanuit de trachea uiteindelijk naar de upraclaviculaire lymfeklieren.
- hemotogeen in principe overal naar toe maar meestal naar hersenen, lever en botten.
metastase in de hersenen leidden dan vaak tot halfzijdige verlamming. botmetastasen zijn ernstig pijnlijk.
symptomen longkanker
- Specifieke symptomen: hardnekkige en aanhoudende prikkelhoest, hemoptoë, kortademigheid, wheezing. Pijn borst, nek, schouderregio. Zwelling in nek en gezicht.
- Algemene symptomen kanker: koorts, verminderde conditie, vermoeidheid, verminderde eetlust en gewichtsafname
- Symptomen door metastasen: misselijkheid, (bot)pijn, fracturen en neurologische verschijnselen.
> venacavasuperiorsyndroom: metastasen in v.c.s. zorgen voor stuwing waardoor zwelling hoofd, hals en armen
slikklachten door metastasen oesofagus
diagnostisering kanker
Anamnese en lichamelijk onderzoek zijn weinig specifiek. -> X-thorax ter orientatie.
CT-scan wordt gebruikt voor locatie tumor en hierbij wordt gecontroleerd op metastasering in de lymfeklieren en bovenbuik. Soms wordt een CT-scan gecombineerd met een PET-scan.
Met cytologisch (cel) en histologisch (weefsel) onderzoek wordt de diagnose bevestigd.
Een biopt wordt genomen door endo-echoscopie of bronchoscopie(en soms chirurgisch)
Voor stadiëringsonderzoek wordt o.a vaak echografie bovenbuik, PET-scan, botscan(skeletscintigrafie) en MRI-hersenen uitgevoerd
behandeling longkanker
Behandeling hangt af van het type, plaats en stadium van de tumor.
Tumoren in beginstadium zonder metastasering wordt chirurgisch verwijderd met post-operatieve chemo- of radiotherapie.
Een gevorderd stadium wordt vaak palliatief behandeld met chemo, immuun of radiotherapie.
Endobronchiale therapie is een curatieve en een palliatieve behandeling waarbij de tumor wordt weggebrand, verwijderd of bestraald. Het is minder invasief en behoudt de longfunctie beter.
Sommige longtumoren worden behandeld met doelgerichte therapie.
symptoombestrijding
pleuritis carcinomatosa
vocht in de pleuraholte wat zorgt voor dyspneu
wat veroorzaakt heesheid bij longkanker
aantasting van de stembandzenuw. De nervus laryngues recurrens
TNM classificTIE
classificatie voor tumoren
T = Tumorgrootte, de diameter of mate van ingroei (T1-4)
N = Node (lymfeklier), aantal/plaats van lymfeklieruitzaaiingen (N0-2)
M = Metastasen (uitzaaiingen) op afstand van de tumor in bv andere organen, botten etc.(M0-1)
copd
chronic obstructive pulmonary disease
het is een progressieve longaandoening met exacerbaties. chronische bronchitis en longemfyseem
risicofactoren COPD (6)
- Inademen van schadelijke stoffen of gassen(80-90% van COPD-patiënten heeft een verleden met roken)
- Hogere leeftijd
- Erfelijke factoren(o.a. alfa-1-antitrypsinedeficiëntie )
- Schade door eerdere longaandoeningen
- Oxidatieve stress
- Verhoogde concentratie proteïnasen(enzymen die rol spelen afbraak longparenchym) en verhoogde concentraties oxidanten.
-> na het beëindigen van de blootstelling aan de risicofactoren blijft de chronische ontsteking aanwezig