ASS Flashcards

1
Q

DSM 5

A
  1. altijd beperking in sociale communicatie/interactie
  2. altijd herhalingen van stereotype patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten
  3. symptomen van jonge kinderleeftijd aanwezig
  4. symptomen moeten duidelijke beperking in het dagelijks leven tonen
  5. over/onder gevoeligheid voor bepaalde prikkels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

autistische stoornis

A

klassieke autisme
- groep die het meest voldoet aan het stereotype autisme
- vaker laag IQ, verstandelijke beperking en geen gebruik gesproken taal
- problemen sociale interactie
- heftig reageren op kleine veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

syndroom van Asperger

A
  • geen algemene achterstand in taal
  • normale of hoge intelligentie
  • late diagnose
  • vooral problemen met anderen
  • moeite met plannen en organiseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PDD-nos

A
  • restcategorie voor mensen met ernstige problemen in sociale interactie
  • onvoldoende kenmerken om te spreken van autisme of asperger
  • sociaal onhandige mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

multicomplexe ontwikkelingsstoornis

A
  • wordt beschouwd als autisme, maar geen officiele diagnose
  • kinderen moeite met emoties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oorzaak ass

A

90% genen
10% omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

TOM

A
  • vermogen om je te verplaatsen in gedachten, gevoelens en intenties van anderen
  • rond 4 jaar ontwikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

centrale coherentie

A
  • mensen met ass hebben zwakke cc
  • informatie wordt niet goed verwerkt
  • niet in staat groter geheel te zien
  • gericht op details, niet op de betekenis van een situatie
  • toepassen wat je hebt geleerd maar geen betekenis aan geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

executieve functies

A
  • hogere controlefuncties van hersenen, nodig om acties te plannen en problemen op te lossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

empowerment

A

het groten van eigen regie om doelen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psycho-educatie

A

het geven van uitleg over stoornis of beperking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CGT

A
  • hoe kun je gedrag of stemming beïnvloeden
  • cognitief vermogen: normale/hoge intelligentie nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

antipsychotica

A
  • gevolgen van autisme verminderen (depressie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly