lj2 H3 ABCD Flashcards
de broek
le pantalon
de rok
la jupe
de jurk
la robe
de trui
le pull
de schoenen
les chaussures
de kledingmaat
la taillle
passen, proberen
essayer
de markt
le marché
het kledingstuk
le vêtement
twijfelen
hésiter
een beetje
un peu
echt, werkelijk
vraiment
lelijk
moche
hip, in de mode
branché
sportief
sportif
de verjaardag
l’anniversaire
d’abord
eerst
daarna
ensuite
afspreken
prendre rendez-vous
kom!
viens
de tas
le sac
het t shirt
le t shirt
de zonnebril
les lunettes de soleil
de sportschoenen
les baskets
de laarzen
les bottes
shoppen, winkelen
faire du shopping
nodig hebben
avoir besoin de
het (zak) geld
l’argent (de poche)
uitgeven
dépenser
de winkel
le magasin
het ding
la chose
nuttig
utile
lollig
rigolo, rigolette
grappig
drôle
noodzakelijk
nécessaire
vaak
souvent
nogal, genoeg
assez
direct, meteen
tout de suite
de week
la semaine
aantrekken, aandoen
mettre
hoe vind je deze blauwe spijkerbroek
comment tu trouves ce jean bleu
hij is niet slecht. wat kost hij
il est pas mal. il coute combien
hij kost maar dertig euro
il coute trente euros
dat is niet duur
ce n’est pas cher
welke maat heb je
tu fais quelle taille
ik heb s of m
je fais du S ou du M
gaan we deze winkel in?
on va dans ce magasin
goed idee wil je iets kopen
bonne ideé tu veux acheter quelque chose
ja ik wil graag een nieuwe spijkerbroek kopen
oui, je voudrais acheter un nouveau jean
ik wil hem passen
je vais l’essayer
hier is een M
voila un M
jammer, hij is te groot
dommage, il est trop grande
