Licht verstandelijke beperking Flashcards

1
Q

Criteria

A

Significante beperking in intellectuele vaardigheden; adaptieve vaardigheden (praktisch, sociaal en conceptueel); zichtbaar in ontwikkeligsperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie

A

Prodia, AAID, DSM-5 –> neurodevelopment disorder (intellectual ability, unspecified intellectual ability, global development delay)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In zorg context

A

type 2 –> ernstig; basisaanbod –> verschillende niveau’s; b stroom –> wat erna?; buitengewoon onderwijs = beste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aandachtspunten

A

1 %; adaptieve vaardigheden centraal; IQ niet doorslaggevend; disharmonisch profiel in kaart brengen; niet overeenstemmen sociale en emotionele ontwikkeling en verstandelijke –> sociale en emotionele problemen; gehechtsheidproblemen; gezin speelt belangrijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnostiek

A

multidisciplinair team (wij mogen diagnose stellen) met multimodaal onderzoek (gesprek, observatie, analyse vorige verslagen, klinisch onderzoek, etc.); testinstrumenten (weinig adaptieve vaardigheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Begeleiding (doel en hoe)

A

doel: goede levenskwaliteit; hoe? ondersteuningsbehoeften in kaart brengen en zelf vragen aan kind en ouders wat ze nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Functioneel en interactioneel ontwikkelingsmodel

A

Functioneren centraal, interactie tss competentie en verwachtingen, ondersteuning heeft positieve invloed; zaken in model = gezondheid, verstandelijke mogelijkheden, adaptieve vaardigheden, context, participatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

6 werkzame factoren in begeleiding

A

1: Uitgebreide diagnostiek.
2: Afstemmen v.d. communicatie (vereenvoudig, vertraag, visuele ondersteuning).
3: Oefenstof concreet maken.
4: Omgeving structureren & vereenvoudigen.
5: Netwerk & generalisatie vergroten & verstevigen.
6: Veilige & positieve leeromgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly