Agressie en gedragsproblemen Flashcards
Kenmerken gedragsproblemen
Storend gedrag, nadelige gevolgen, daalt met leeftijd
Types gedragsproblemen
Driftig, agressief, antisociaal, opstandig, anderen ergeren, etc.
Wanneer is er sprake van stoornis
ODD: opstandig oppositionele stoornis (=opstandig gedrag min. 6 maanden) en CD: norm overschrijdende stoornis (=agressief gedrag min. 1 jaar)
Comorbiditeit
Kan samen met iets anders voorkomen –> hoger risico op ontwikkeling en instandhouding gedragsproblemen
Prevalentie
meer bij jongens dan meisjes maar wel meer vastgesteld bij meisjes (genderparadox: het is heftiger bij meisjes)
Culturele invloed
Normen zijn overal anders, opvoeding, minder herkend in lage SES gezinnen, discriminatie, …
Ernst van gedragsproblemen inschatten
hoe vaak, hoelang, in hoeveel situaties, anderen problemen, gevolgen, …
Etiologie
Neurobiologisch: problemen signalen straf en beloning, problemen hormonen, verstoorde ontwikkeling emotieregulatie, temperament
Psychologisch: executieve disfuncties
Omgeving: mismatch kind/ouder, moeilijke omstandigheden, onveilig gehecht
Sociale informatieverwerking: misinterpretatie situaties, foute veronderstellingen
–> psycho educatie ouders
Diagnostiek
Wel meewerken, niet diagnose stellen –> wij kunnen wel screenen
5 screeningsvragen
1: Ernst?
2: Crisis –> ja? NIET BEHANDELEN
3: Anderen belemmeringen in het gezin?
4: Leeftijd kind?
5: Andere problemen bij kind?
Voorwaarden interventie
Geen crisis, geen belemmerende invloed gezinsproblemen en geen belemmerende invloed andere problemen van jongere
Kern interventies
tot 12 jaar: opvoedingsvaardigheden ouders en cognitieve gedragstherapie
vanaf 12 jaar: gezinstherapie en cognitieve gedragstherapie
(cognitieve gedragstherapie –> speltherapie)
Motivatie (stadia gedragsverandering)
1: Voorbeschouwing = geen intentie
2: Overpeinzen = bewust probleem, denkt erover na
3: Besluitvorming = besluit gedrag te veranderen
4: Actie = neemt actie
5: Onderhouden = meenemen dagelijks leven
6: Terugval = normaal –> zeg dit tegen cliënt
Ambulante behandeling
Opvoedingsvaardigheden: aandacht aan het goede, complimenten geven, werken rond formuleren van wenselijk gedrag
Cognitieve gedragstherapie: werken rond misinterpretaties
–> onderdelen gedachten: kernovertuigingen (idee van jezelf), leefregels (aannamen dagelijkse dingen), automatische gedachten
–> ahv ABC model
Voorbeelden cognitieve gedragstherapie
probleemoplossend denken, hard op denken, storende omzetten naar helpende gedachten, woede thermometer