lesweek 1 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is de functie van een emulgator in een product?

A

Een emulgator zorgt ervoor dat olie en water gemengd kan blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van een stabilisator in een product?

A

Een stabilisator zorgt ervoor dat het product langzamer schift, waardoor het product stabieler wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn voorbeelden van olie in water emulsies

A

Voorbeelden van o/w emulsies zijn
melk
room
mayonaise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn voorbeelden van water in olie emulsies

A

Voorbeelden van w/o emulsies zijn;
boter
vinaigrette (een sladressing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen de disperse en continue fase in een product?

A

Bij de continue fase is de stof een geheel (er zitten geen scheidingen tussen)

Bij de disperse fase is de stof verdeeld in kleine druppeltjes. (er zitten wel scheidingen tussen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet de stof emulgator/fosfolipide die mayonaise kan binden. Dit zit in eigeel

A

lecithine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van vet?

A

De functie van vet is:

brandstofleveraar (9 kcal)
Drager smaakstof en vetoplosbare vitamine A, D, E
belangrijk onderdeel in weefsels
leveranciërs vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar kan je een verzadigd vet aan herkennen?

A

Je kan een verzadigd vet herkennen aan het feit dat er geen dubbele bindingen zitten in het molecuul.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar kan je een onverzadigd vet aan herkennen?

A

Je kan een onverzadigd vet herkennen aan de dubbele bindingen die in het molecuul zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zet de productie van boter op goede volgorde.

  1. Melk afromen
  2. Karnen
  3. Eindproduct
  4. room pasteuriseren en afkoelen
A

de goede volgorde is:

1, 4, 2, 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zet de productie van margarine op de goede volgorde

  1. Homogeniseren van de stof
  2. Olie- en waterfase mengen
  3. kneden
  4. koelen
  5. verpakken
A

De juiste volgorde is:

2, 1, 4, 3, 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly