Lesson 53

Question 1

PINNEN.

Answer 1

PIN.

Question 2

Kan ik op deze AFDELING betalen?

Answer 2

Can i at this DEPARTMENT pay?

Question 3

Zeker.
Wilt u pinnen?

Answer 3

Sure.
Will you pin?

Question 4

Graag.
Ik HEB weinig CONTANT geld BIJ ME.

Answer 4

Please.
I HAVE little CASH money WITH ME.

Question 5

Hoeveel is het samen?

Answer 5

How much is it together?

Question 6

Even zien, deze broek en dat OVERHEMD.

Answer 6

Let’s see, these pants and that SHIRT.

Question 7

Een goede COMBINATIE.

Answer 7

A good COMBINATION.

Question 8

Die kleuren passen prima BIJ ELKAAR.

Answer 8

That colors fit well WITH EACH OTHER.

Question 9

Samen is het…..zesenvijftig-negentig 56,90.

Answer 9

Together is it fiftysix-ninety 56,90.

Question 10

De STRIP aan deze kant graag.

Answer 10

The STRIP on this side please.

Question 11

Nu kunt u de pas ERDOOR halen.

Answer 11

Now can you the card THROUGH IT get.

Question 12

Even GEDULD A.U.B.

Answer 12

For a moment PATIENT PLEASE.

A.U.B. is short for alstublieft

Question 13

Wacht op BEDRAG.

Answer 13

Wait for AMOUNT.

Question 14

AKKOORD?
Op OK DRUKKEN.

Answer 14

AGREED?
On OK PRESS.

Question 15

En nu mijn PINCODE.

Answer 15

And now my PINCODE.

Question 16

Hé.
Pincode ONJUIST.

Answer 16

Huh.
Pincode INCORRECT.

Question 17

Heb ik het fout gedaan?

Answer 17

Have i it wrong done?

Question 18

Misschien heeft u op een verkeerd CIJFER GEDRUKT.

Answer 18

Maybe have you on a wrong NUMBER PRESSED.

Question 19

PROBEERT u het nog een keer.

Answer 19

TRY you it yet again.

Question 20

Ah.
U heeft BETAALD, staat er.

Answer 20

Ah.
You have PAYED, stands there.

Question 21

ALWEER klaar.
Het is GELUKT.

Answer 21

Again Ready.
It is SUCCEEDED.

Question 22

Wilt u de BON?

Answer 22

Want you the RECEIPT?

Question 23

Nee, dat is niet nodig.

Answer 23

No, that is not necessary.

Question 24

Dank u wel.
Tot ziens.

Answer 24

Thank you.
Till see.

(Good bye)

Question 25

Veel plezier met u nieuwe kleren.

Answer 25

Much fun with your new clothes.

Question 26

Contant betalen: Dat doen we steeds MINDER.

Answer 26

Cash pay: That do we still LESS.

Question 27

Bijna overal kun je pinnen.

Answer 27

Almost everywhere can you pin.

Question 28

Makkelijk en VEILIG.

Answer 28

Easy and SAFE.

Question 29

Je hoeft niet veel geld BIJ JE te HEBBEN.

Answer 29

You have not much money WITH YOU to HAVE.

Question 30

Hoe betaal je kleine boodschappen:

Answer 30

How pay you little groceries:

Question 31

Groente op de MARKT, een KRANT, een zak PATAT.

Answer 31

Vegetables on the MARKET, a PAPER, a bag (of) FRIES.

Question 32

Dan gebruik je ECHT geld.

Answer 32

Than use you REAL money.

Question 33

Maar zelfs in zulke SITUATIES kun je vaak met de PIN betalen.

Answer 33

But even in such SITUATIONS can you often with the PIN pay.

Question 34

In veel WINKELS zie je de tekst:

Answer 34

In lot STORES see you the text:

Question 35

Klein bedrag, pinnen mag.

Answer 35

Small amount, pin may.

(PIN allowed)

Question 36

IK heb weinig geld BIJ ME.

JE hoeft niet veel geld BIJ JE te hebben.

Answer 36

I have few money WITH ME.

YOU have don’t not much money WITH YOU to have.

Question 37

Hebt U contant geld BIJ U?

HIJ heeft geen pinpas BIJ ZICH.

Answer 37

Have YOU cash money WITH YOU?

HE has not debitcard WiITH HIM.

Question 38

ZIJ heeft ook niks BIJ ZICH.

Answer 38

SHE has also nothing WITH HER.

Question 39

Welke kleuren passen volgens jou goed bij elkaar?

Answer 39

Answer in Dutch.

Question 40

Wat is jou pincode of geef je die liever niet?

Answer 40

Answer in Dutch.

Question 41

Waar kun je wel en niet pinnen in jouw land?

Answer 41

Answer in Dutch.

Question 42

Betaal je kleine boodschappen met de pin of contant?

Answer 42

Answer in Dutch.

Question 43

Vraag je altijd de bon of niet?

Answer 43

Answer in Dutch.