Lesson 47 Flashcards
WAT doe jij VOOR werk?
WHAT do you KIND (of) work?
Ik heb een baan in de BOUW.
I have a job in the CONSTRUCTION.
Als SCHILDER.
Maar ik maak geen kunst.
As PAINTER.
But i make no art.
Ik ben BESLIST geen Van Gogh OF ZO.
I am DEFINITELY not Van Gogh OR SO.
Ik schilder MUREN, DEUREN en RAMEN.
I paint WALLS, DOORS and WINDOWS.
Is het een leuk BEROEP.
Is it a nice PROFESSION.
Ik vind VAN WEL.
I find SO YES.
Ik werk het liefst buiten.
I work it preferably outside.
Ook als het regent of als het koud is?
Also if it rains or if it cold is.
Nee, dan werken we binnen.
No, than work we inside.
Met mooi weer zijn we buiten BEZIG.
With nice weather are we outside BUSY.
(Bezig in this sentence, they mean working)
Het lijkt eenvoudig.
It seems easy.
Maar het is precies werk.
But it is precisely work.
Het is een SERIEUS vak, NAAR MIJN GEVOEL.
It is a SERIOUS profession, TO MY OPINION.
(There is no word for word translation. TO MY FEELING. That’s how he feels about his profession)
En ik maak mooi wat eerst lelijk was.
And i make pretty what first ugly was.