LES PB Vaatrevalidatie Flashcards

1
Q

CI VS CVI

A

CI
Oorzaak in slagaders (arterieel probleem) bij PAV
Artherosclerose = hoofdoorzaak
- kramp, pijn, doofheid in been, bleker, kouder
- afzakkend in rust (!)
- Doelgroep: > 30-40 jaar, DM, roken

CVI
Oorzaak in aders
Door decompensatie vh veneuze systeem met reflux vh bloed in oppervlakkige of diepe venen.
ONDERBEEN
- klepinsufficiëntie, trombose,
- spataderen -> oorzaak door CVI

Symptomen: spataderen, moe, bruin verkleuring, zwaar gevoel in benen, zwelling, ulcera, oedeem

Doelgroep: DM, zwanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Slagaders

A

bloedbanen die O2 + voedingsstoffen naar weefsels pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aders

A

Bloedbanen die vanuit de weefsels afvalstoffen afvoeren naar longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is CVI

A

Chronische veneuze insufficiëntie
= slechte bloedcirculatie in aders.

Symptomen:
- zwaar gevoel in benen
- zwelling benen / enkels
- ‘s nachts kramp
- huidverkleuring
- wonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie kleppen in aders

A

Kleppen in aders -> bloed terug naar hart => voorkomen reflux.

Bij CVI: beschadiging kleppen / aders -> bloed niet goed naar hart -> blijft in benen:
- pijn & zwelling
- Of oedeem, spataders, ulcera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CVI voorkomen door / behandeling

A
  • dagelijks benen hoog
  • koud water benen afspoelen
  • compressie kousen
  • medicatie

Hitte & overgewicht zijn risico’s

Zonder behandeling kan er in spataders bloedproppen ontstaan => longembolie.
Symptomen niet negeren, op tijd naar HA!

Looptraining: bij veneus is kwaliteit van lopen belangrijk (goed afwikkelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Soorten veneuze insufficiëntie

A

Acuut
- diep veneuze trombose
- opp. veneuze trombose

Chronisch
- verminderde klepfunctie
- verminderde spierpompfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Feitjes over veneuze systeem

A

Bloed en lymfe -> transport- en bufferfunctie, waarbij het intracellulaire en het interstitiële milieu zo constant mogelijk van samenstelling blijven (= handhaving vd homeostase)

60-80% vh bloed -> in veneuze systeem = capaciteitssysteem.
- moet van voet naar hart = grootste uitdaging van veneuze systeem.

Pompfunctie vd spieren -> als disciplines grote invloed op => Beweging!

Diepere venen in benen vooral mediaal
- hoe verder naar voeten, hoe meer kleppen (meer distaal dan proximaal).

In alle gevallen dat de terugstroom vh veneuze bloed naar hart verstoord raakt, zal op kortere of langere termijn CVI ontstaan (1 op 8)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeltijd ulcus crusis venosum

A

(open been)
gemiddeld 9 mnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symptomologie CVI

A
  • Varices = spataderen
  • nagelveranderingen (minder doorbloeding)
  • opp. en diepe trombose
  • post-trombotisch syndroom
  • veneuze dysplasie = aangeboren afwijking aan venen
  • eczema cruris (door compressiekousen weg)
  • oedeem
  • corona phlebectatica paraplantaris (= allemaal kleine vaatjes zichtbaar)
  • Hyperpigmentatie
  • Dermato et lipscleroris (bruin) -> reversibel, bij op tijd ingrijpen
  • ulcus crusis = onderbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderzoek CVI

A
  • Anamnese
  • Inspectie
  • ADL
  • Basis- en toegevoegd onderzoek
  • Vaattesten
  • Vragenlijsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CVI onderzoek - Anamnese

A
  • Aard vd klacht
  • progressie
  • lokalisatie
  • Relatie met inspanning
  • Rust en/of nachtpijn
  • risicofactoren / comorbiditeiten
  • medicatie
  • motivatie

Incl. hulpvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CVI onderzoek - Inspectie

A

CEAP- observatie
- Clinical, Etiologie, anatomie en pathofysiologische kenmerken

Teken van Godet (putje drukken)

Stemmer Sign -> huid tussen 2/3 teen oppakken
- niet oppakken = oedeem (positieve stemmer)

Omvangsmeting: circulair meten, op mm nauwkeurig
- Evaluatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CVI onderzoek - basis&toegevoegd

A

Rom -> uitsluiten atrogene problematiek
kracht
neurogeen -> sensibiliteit, DM
BMI
Ganganalyse
Uithoudingsvermogen -> 6MWT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CVI onderzoek - Vaattesten

A

EAI
Dupplex / dopler
Buerger Ratschow:
2 min benen omhoog, extensie/flexie
- ischemisch been wordt snel bleek
- Terughangen over bank -> voet snel weer normaal.

Bij PAV -> langzamer terug naar normaal + sneller door naar rode kleur.
opp. venen vullen weer na 15-20sec.
- Bij varices = eerder
- Bij PAV > 20 sec (dus later)

Tiptoe test: in lig -> druk bij enkel = 5-10 mmHg. staan -> komt orthostatische druk op veneuze systeem -> 80-100 mmHg.

Cap. Refill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CVI onderzoek - Vragenlijsten

A

PSK = activiteiten
RAND 36 = kwaliteit van leven (algemeen)
AWQ = kwaliteit van leven (ziekte specifiek)

17
Q

Behandeling CVI

A
  • Voorlichting
  • Adviezen:
    leefstijl, schoeisel (PODO), houding, beweging
  • ademhaling (ong. 5% vd terugzuigkracht vh hart)
  • looptraining
  • veneuze drainage
  • compressie therapie
  • oefentherapie
  • zelfmanagement

DOEL = kwaliteit van leven omhoog

18
Q

Drukverdeling lichaam

A

Veneuze druk in enkel in stand = 90 mmHg
Lopen -> druk daling naar 15 mmHg (bij gezonde mensen).

Bij CVI -> stagneert drukdaling => veneuze hypertensie. Maar bij lopen dus drukdaling = behandelaspect = MOETEN bewegen

19
Q

Behandeling CI

A

= Claudicatio Intermittens = PAV
! Bewegen erg belangrijk in behandeling / preventie CI !

Eerst simpele aanpak -> geen effect na 3-4 mnd? => operatieve aanpak.

20
Q

Illness perception CI

A

Mensen met klachten van CI zijn zich niet bewust vd aandoening.
Lopen te lang door met klachten = Gevaarlijk!

  • 19% mortaliteit < 5 jaar
  • M:V = gelijk
  • Artherosclerose = overal in het lichaam: CVA, AP/MI, DM type II
21
Q

Enkel-Arm Index

A

EAI = systolische enkeldruk / systolische armdruk

0.9-1.2 = normaal
0.5-0.9 = klachtenvrij of CI (2)
< 0.4 = rustpijn (3)
<0.15 = bedreigde voet (4)

Bij EAI > 0.8 is PAV in >95% vd gevallen uitgesloten

22
Q

Onderzoek bij CI

A

EAI
Loopband test
Vragenlijsten

23
Q

Loopband test bij CI

A

(criterium validiteit)
Hellingshoek elke 2 min omhoog met 2% per keer tot max. 10% (start bij 0) op 3.2 km/h.

Uitkomstmaten:
- Afgelegde pijnvrij loopafstand (PVLA)
- FLA
- MLA
+ borgscore + ACSM niveau

6MWT niet gevalideerd bij CI
correleert sterk met functioneel lopen + afwezigheid CI klachten

24
Q

Onderzoek CI - Vragenlijsten

A

Claudicatio vragenlijst
- BMI, roken, stadia van beweegveranderingen.

Kwaliteit van leven
- VascuQol

Zelfmanagent
- PAM13 (Patiënt Activatie Meter)

Fysieke activiteit
- IPAQ

Activiteiten
- PSK

IPQ

25
Q

Indicatie behandeling CI volgens richtlijn

A

volgende punten bekijken voor indicatie, volgens richtlijn
- verminderde FLA
- verminderde MLA
- leefstijl problemen
- afwijkend looppatroon
- afname functionele vaardigheden

26
Q

2 typen medicatie vaak gezien bij CI

A

bloedverdunners -> trombocytenaggregatieremmers (Ascal)

Anti-cholesterol -> Crestor, statines (levensduur > 10 jaar)

bijwerking statines = ‘s nachts kramp + spierpijn

27
Q

Behandeldoelen CI

A

1) verlagen objectieve en subjectieve inspanningsbeperking
2) verhogen looppatroon & verhogen fysieke activiteit
3) verhogen specifieke vaardigheden en zelfmanagement
4) SMART doelen en plan met FITT criteria

28
Q

Behandeling CI

A

SET = Supervised exercise therapy (alle disciplines)
= GLT
heel veilig, gaat niks kapot (denkt patiënt wel).
per sessie in ieder geval 60 min bewegen.

29
Q

ACSM schaal

A

Claudication Pain Rating scale = ACSM pijnschaal

1- minimaal discomfort
2- Moderate pijn (patiënt kan afgeleid worden)
3- Intense pijn (geen afleiding mogelijk)
4- Ondraaglijke pijn

30
Q

FITT criteria bij CI

A

F:
start 2-3x per week -> 1-2x per week -> 1x per week met huiswerk.

I:
Wek CI-klachten op tijdens lopen, door tot ACSM III

T:
loopband, verschillende snelheden + helling, varieer.

T:
Tot 60 min per sessie

Verder:
- algemene krachtoef. (40-80% van 1 RM)
- functionele oef. (bukken, traplopen) -> uit PSK: evaluatie PSK met 2 punten verbeterd.
- conditie oef. (fietsen, roeien) TRHF tot 80% van HFmax. Borg V = 13-14

31
Q

Motiverende gespreksvoering

A

ORBS
- Open vragen
- Reflecties
- Bekrachtigen / Bevestigen
- Samenvatten

32
Q

Feitjes SET = GLT

A

oefentherapie waarbij > 50% vd tijd wordt besteed aan looptraining + oefentherapie vd onderste extremiteiten.

Alleen SET toepassen niet voldoende!
- ook BRAVO factoren -> MI toepassen (ORBS)

als ze alleen moeten trainen, denken ze dat ze het niet kunnen, geen coach, illness belief / inschatting ernst.

33
Q

Effecten SET

A
  • Cappilarisatie = belangrijk: doorbloeding vd spieren in onderste extremiteiten. komt vasodilatatie op gang -> circulatie wordt beter.
  • Collateralen vorming?
  • Type II naar Type I spiervezels
  • HMV omhoog

Door bewegen -> veranderd pijndrempel -> door pijn heen lopen.
=> verbeterd de perifere zenuwfunctie.