Les Martijn Flashcards
Game
Wedstrijd Ze houden de wedstrijd in het stadion.
Closed
Dicht - Zijn scholen in het weekend dicht?
To meet
Ontmoeten
To Ear
Verdienen - to deserve. Ik werk hard en verdienen een vakantie.
Birthday
Jarig
To Forget
Vergeten / Example: Ik vergeet altijd mijn sleutels. (I always forget my keys.)
To promisse
Beloof / Example: Ik beloof dat ik op tijd zal zijn. (I promise that I will be on time.)
To clean up
Opruim/ Example: Kun je je kamer opruimen? (Can you clean up your room?)
To invite
Uitnodigen / Example: We zullen hen uitnodigen voor het feest. (We will invite them to the party.)
Uitnodigen
Invite / Example: Ik weet het antwoord niet. (I don’t know the answer.)
Get out
wegwezen
Office
Het Bedrijf
Volunteer
De vrijwilliger
The corner
De hoek - Ze stopte op de hoek, naast de bank.
Finished
Afgelopen
De film is afgelopen. → The movie is finished.
2. Het feest is afgelopen. → The party is finished.
afblijven
To keep off / stay away
Example: Blijf af van mijn spullen! - Keep off my things!
What does ‘afbreken’ mean?
To break off / demolish
Example: Ze moeten dat oude gebouw afbreken. - They need to demolish that old building.
What is the English translation of ‘afbellen’?
To cancel (by phone)
Example: Ik heb de afspraak afgebeld. - I canceled the appointment by phone.
What does ‘afbetalen’ mean?
To pay off
Example: We hebben de hypotheek bijna afbetaald. - We’ve almost paid off the mortgage.
What is the meaning of ‘afhaken’?
To drop out / disengage
Example: Hij haakte af na het eerste uur. - He dropped out after the first hour.
Translate ‘afhalen’ into English
To pick up / fetch
Example: Ik moet mijn pakketje afhalen bij de winkel. - I need to pick up my package at the store.
What does ‘afkeuren’ mean?
To disapprove / reject
Example: De aanvraag werd afgekeurd. - The application was rejected.