Les: fysische & mechanische eigenschappen Flashcards

1
Q

thk materialen dienen te voldoen aan:

A
  • De mond is een vochtig, warm milieu
  • Weerstand tegen mechanische krachten van de mond (kauwen)
  • Weerstand tegen chemische en thermische invloeden van de mond (voedsel)
  • Biologische eisen
  • Cosmetische eisen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 basismaterialen in de thk

A
  • metalen
  • keramische materialen
  • polymeren
  • composieten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

metaallegering =

A

vermenging van metallische atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

amalgaam in de thk =

A

vermengen van kwik met zilver en tin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 metaaloxiden in de thk

A

siliciumdioxide aluminiumdioxide

kaliumdioxide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

siliciumdioxide =

A
  • SiO2 :
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aluminiumdioxide =

A
  • Al2O3:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kaliumdioxide =

A
  • K2O:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

composieten =

A

fysische mengsel van metalen, keramische verbindingen en/of monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

thk composieten is een mengsel van:

A
  • keramische partikels: vulstoffase

- polymeren: polymeermatrix: matrixfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

doel composieten

A
  • combi van goede eigenschappen van beide basismaterialen

- intermediare eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

integriteit van composiet wordt in eerste plaats bepaald door:

A

efficiënte bonding van de vulstoffase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

structuur van thk materiaal wordt bepaald door:

A
  • atomaire configuratie
  • aard van de chemische bindingen
  • samenstelling van de atomen en resulterende verbindingen
  • aanwezigheid van defecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

thermo-expansiecoëfficiënt =

A

uitzetten en krimpen van materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe vormt zich een randspleet?

A

door cyclisch krimpen en uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

thermische geleiding =

A

vermogen om warmte door te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

beste warmtegeleiders =

A

metalen, amalgaam, goud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat betekent het dat de tandpulpa een goede microcirculatie heeft?

A

warmte wordt vlug naar andere delen van het lichaam afgegeven

19
Q

elektrische geleidbaarheid =

A

een maat voor de graad van elektronentransport doorheen een materiaal

20
Q

bij wat is de elektrische geleidbaarheid heel belangrijk?

A

bij vullingen op basis van metalen

21
Q

galvanisch element =

A
  • 2 metalen met verschillende elektrodepotentiaal
  • amalgaamvulling naast gouden inlay in vochtig milieu
  • elektrische stroom, kan tandzenuw onder Ag vulling prikkelen
22
Q

reflectie =

A

terugkaatsing van het licht op het oppervlak

23
Q

refractie =

A

afbuigen van de lichtstralen

24
Q

absorptie =

A

opname van het licht

25
Q

transmissie =

A

doorgeven van de stralen

26
Q

translucent materiaal =

A

lichtstralen worden doorgelaten maar men kan geen achterliggende objecten onderscheiden doorheen het materiaal

27
Q

transparant materiaal

A

lichtstralen worden doorgelaten en de achterliggende objecten zijn zichtbaar

28
Q

opaak materiaal =

A

lichtstralen worden geabsorbeerd door het materiaal en niet doorgelaten

29
Q

optisch uitzicht vulling wordt mede bepaald door:

A
  • gladheid van de vulling

- dikte van het materiaal

30
Q

verkleuring van niet-metalen: composieten en cementen

A
  • voortzetting van chemische reacties
  • opname van gekleurde substanties
  • ruwheid van het materiaal
31
Q

verkleuring van metaal restauraties

A
  • corrosie: eenvoudige oppervlakkige verbindingen
  • passiverende werking van corrosie door eenvoudige oppervlakkige verbindingen
  • indien geen esthetisch probleem: laten zitten
32
Q

waar speelt de oppervlakte-eigenschap een rol?

A

bij elke vorm van interactie tussen het vullingsmateriaal en tandweefsel (hechting) en van beide op zich met intra orale substanties zoals speeksel en bacteriën

33
Q

goede bevochtiging afhankelijk van

A
  • opp spanning van de vloeistof
  • opp energie van het materiaal
  • opp spanning van de vloeistof dient lager te zijn dan de opp energie van het materiaal
34
Q

oppervlaktespanning van een vloeistof kan worden verlaagd door

A
  • temperatuurstijging
  • toevoeging van detergenten
  • lage oppspanning verbetert de bevochtigingsgraad
35
Q

opp energie van het materiaal wordt bepaald door

A
  • chemische samenstelling van het materiaal

- ruwheid van het materiaal

36
Q

capillariteit =

A

penetreren van een vloeistof in een nauwe spleetvormige structuur

37
Q

micromechanische hechting =

A

aanbrengen van vloeibaar hars op een geëtst oppervlak: door capillariteit wordt het hars in de etsputten gezogen

38
Q

microlekkage =

A

penetratie van mondvloeistoffen in de randspleet tussen vullingsmateriaal en de tand: o.i.v. capillariteit

39
Q

van belang voor een goede manipulatie en applicatie van het materiaal:

A
  • spatulatietijd

- applicatietijd

40
Q

bepalende factoren houdbaarheid

A
  • temperatuur
  • vochtigheid
  • tijd
41
Q

wanneer vertragen de kauwkrachten?

A

bij vervanging van natuurlijke elementen door kroon en brugwerk, een partiële en volledige prothese

42
Q

wat kun je afleiden uit de belasting/vervorming curve?

A
  • stijfheid van een materiaal

- breuksterkte

43
Q

kruip =

A

tijdsafhankelijke respons van een materiaal op een langdurige, constante belasting

44
Q

overgevoeligheidsreacties afhankelijk van:

A

concentratie en tijd