Les: composiet Flashcards

1
Q

polymeren =

A

lang ketenvormig molecule opgebouwd uit dezelfde herhaalde monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

polymerisatie =

A

chemische reactie die verschillende monomeren aan elkaar verbinden tot het polymeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

thermoplastisch polymeer =

A

lange ketens, smelten en opnieuw gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet-thermoplastisch polymeer =

A

niet vervoerbare polymeren: cross links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar wordt acrylhars voor gebruikt?

A

basis voor prothese

- stimuleer gingiva en verloren gegane alveolaire bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stopreactie:

A

verschillend mechanismen: 2 vrije radicalen binden of vrije radicalen binden aan vreemd materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

activatie van additiepolymerisatie

A
  • warmte
  • chemische
  • licht
  • dual cure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

problemen met niet-gevulde harsen

A
  • polymerisatie krimp
    • kans op microlekkage
  • TEC: hoge TEC, peroratie, lekkage en recidief
  • slijtvast
    • niet sterk en niet slijtvast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verbeteren van tandheelkundige harsen, toevoegen:

A
  • vulpartikels
  • koppelingsfactor
  • gesilaniseerde partikels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat voor hechting heeft composiet?

A

micromechanische hechting, adhesief zet zich vast in microscopische ruwheden van de tand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

samengestelde materialen composieten:

A
  • kunstharsmatrix
  • anorganische vulstof
  • coating: verbindingsmateriaal tussen kunstharsmatrix en vulstof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

doel materialen samenstellen voor composiet

A

door samenstelling van verschillende bestanddelen een materiaal te verkrijgen dat de eigenschappen vertoont die beter zijn dan indien de bestanddelen apart gebruikt zouden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

samenstelling composiet

A
  • harsmatrix
  • vulstof
  • koppelingsfactor
  • pigmenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

eigenschappen kunstharsmatrix composiet

A
  • BIG-GMA
  • zwakste schakel in het composiet: niet slijtvast, kan water absorberen en verkleuren
  • additie polymerisatie
  • chemisch lijkend op primers en bondings
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vulstof composieten =

A
  • kwartspartikels: SiO2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voordelen en nadelen kwartspartikels als vulstof van composieten

A
  • voor: polymerisatiekrimp daalt, TEC gunstiger, biocompatibel, sterker
  • nadeel: aanmaken, aanbrengen en polijsten is moeilijker, extrinsieke verkleuring en opaciteit
17
Q

welke stof is radio opaak?

A

bariumfluoride

18
Q

3 categorieen voor indeling in grootte van de partikels van composieten:

A
  • macro gevulde
  • micro gevulde
  • hybride
19
Q

wat bepaalt de hoeveelheid vulstof?

A

de fysische eigenschappen van de tandheelkundige composieten

20
Q

wat voor koppelingsfactor wordt er gebruikt bij composieten?

A

silaancoating

21
Q

polymerisatie systemen -> chemisch geactiveerde materialen

A

2 pasta systeem, 2 verschillende kleuren. opletten op luchtbellen en niet te dikke pasta’s

22
Q

polymerisatie systemen -> licht geactiveerd:

A

1 pasta, kan dikker gemaakt worden, uitharden met verschillende lichtbronnen (bv plasma of halogeen)

23
Q

vulstof macro gevulde composieten

A

kwarts materiaal, grootte: 10 tot 25 um

24
Q

toepassing macro gevulde cementen

A

worden niet vaak gebruikt, wel door Ortho, makkelijk te herkennen bij verwijderen van de brackets, niet glad te polijsten

25
Q

pratikelgroote micro-gevulde composieten

A

0,03-0,5 um. goed te polijsten

26
Q

probleem van micro-gevulde composieten

A

laat vulpercentage, minder sterk, niet goed voor occlusiekrachten

27
Q

verschil hybride composieten en verbeterde hybride composieten

A

verbeterde hybride:

  • grotere vulstoffase
  • nano partikels zijn toegevoegd
  • tot hoogglans te polijsten
28
Q

2 speciale vormen van composiet

A
  • flowable (gebruikt onder hybride)

- condenseerbare composieten

29
Q

factoren die de plaatsing van composieten beinvloeden

A
  • diepte van de polymerisatie

- geen volledige uitharding in de buurt van de pulpa? pulpa irritatie of po gevoeligheid

30
Q

bindt nieuw composiet aan oud composiet?

A

ja, niet alle c=c bindingen hebben gereageerd na uitharding dus reparatie is nog mogelijk (wel minder sterk dan nieuwe vulling)

31
Q

stappen plaatsen van een composiet vulling

A
  1. diagnose van de laesie
  2. kleur of kleuren bepalen
  3. isolatie
  4. caviteit prepareren, inclusief de bevel
  5. bepaal of er een liner nodig is
  6. etsen, primer, plaatsen, uitharden
  7. Laagje per laagje opbouwen
  8. Anatomie aanpassen
    9 .Controleer de contactpunten
  9. Controleer de onvolmaaktheden van de vulling met spiegel en sonde, gebruik dental floss om de randen te controleren
  10. Polijst
  11. Verwijder RD
  12. Controle van occlusie
32
Q

beslissing om te sealen afhankelijk van:

A
  • Cariës risico
  • Voedingsgewoonte
  • Speekselvloed
  • Buffering capaciteit van het speeksel
  • Gebruik van fluoride
  • Mondhygiëne
33
Q

onderhoud sealants

A
  • Onderhevig aan slijtage bij gebruik en occlusale krachten
  • Periodiek onderzoek noodzakelijk
  • Controle op verlies, fracturen of cariës
  • Soms opnieuw leggen indien aangewezen
  • Sealants verminderen de kans op cariës
34
Q

air abrasion systeem =

A
  • om debris van putten en fissuren te verwijderen voordat de sealen of preventieve harsen geplaatst worden
  • snelle luchtstroom die harde keramische partikels bevat
  • kunnen galzuur en dentine verwijderen
  • rubberdam!!
35
Q

stappen kunstahrsmatrix die water opneemt

A
  • absorptie van kleurstoffen
  • kunstharsmatrix wordt zachter
  • materiaal wordt gevoeliger voor slijtage
36
Q

moet de viscositeit hoog of laag zijn?

A

hoog! hoe hoger hij is hoe beter te modelleren en hoe minder het gaat kleven aan instrumenten

37
Q

verschillende soorten verkleuringen composiet

A
  • verkleuring door verandering in materiaal
  • verkleuring door foutieve verwerking
  • oppervlakteverkleuring
  • randverkleuring door randlekkage