Les 9: verliezen van tandweefsel Flashcards

1
Q

attritie is

A

tandslijtage veroorzaakt door antagonistisch tandcontact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Erosie is

A

irreversibel tandweefselverlies tgv inwerking van zuren niet afkomstig uit de bacteriële glycolysecyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Abrasie is

A

slijtage door middel van wrijving met vreemd voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Abfractie

A

tandweefselverlies thv de tandhals tgv hoge occlusale krachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tand op tand contact is een … contact (attritie)

A
  • een 2 body contact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kan bij attritie ook een sprake zijn van 3 body contact?

A

ja, door wrijving van de tanden gaan er partikels in oplossing gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke vlakken kunnen er bij een malocclusie aangetast worden

A

de linguale en buccale vlakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Abrasie is een …contact

A

een 3- body wear (voedsel, partikels en tanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

demasticatie

A

combinatie van attritie en abrasie door contact met voedselbolus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

belangrijkste factor abrasie in westerse wereld

A

tandpasta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

abrasie is afh van

A
  • tijd
  • frequentie
  • kracht
  • abrasiviteit van tp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

erosie is een chemische slijtage, leg uit

A
  • organisch en anorganisch materiaal van de tand gaan in oplossing
  • verlies van oppervlaktestructuur: cupping, grooving
  • concaviteiten coronaal van de gl-c grens
  • randen van vullingen staan hoger dan dentine of glazuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cupping is

A

erosie op de knobbelhellingen- en punten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

grooving is

A

randen van de vulling staan hoger dan dentine of glazuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Abfractie vergemakkelijkt

A
  • erosie en abrasie, doordat er micro-cracks in het tandglazuur ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

erosie vergemakkelijkt

A
  • abrasie
17
Q

Erosie: pathogenese, 3stappen

A

1 diffusie door tandpellikel

  1. interactie met glazuur
    - kern van apatietkristal oplossen: honingraatstructuur
    - Verst zuur diffundeert dieper in interprismatische ruimte
    - subsurface softening
  2. interactie met dentine
    - oplossen pertubulair dentine
    - verbreding van de lumina vd tubuli
    - vorming opp laag gedemineraliseerd collageen
    - verlies van deze laag
18
Q

ph waarde maagsap

A

<2

19
Q

intrinsieke zuren zijn

A

zuren afkomstig van de patiënt zelf

20
Q

perimylolysis

A

erosie tgv maagsappen van de patiënt

21
Q

2 soorten intrinsieke zuren

A
  • braken (anorexia, boulemie, jockeys, migraine)

- chronische regurgitatie (alchohol voor slapen, herkauwen, extreem sporten)

22
Q

voorbeelden extrinsieke zuren

A
  • drugsgebruik
  • frisdranken
  • medicatie
  • omgevingsfactoren
23
Q

chemische factoren van voeding die erosiviteit beïnvloeden (6)

A
  • ph
  • buffercapaciteit
  • type zuur
  • ca- fosfaat- fluoride concentratie
  • ca bindende eigenschappen
  • hechting van het product op tandopp
24
Q

Tooth wear index

A
0= glanzend glazuur
1= verlies glazuur-zijdeglans
2= gelokaliseerde dentinelaesie, <1/3 
3= uitgebreide dentinelaesie,>1/3
3a= vestibulair
3b= linguaal
3c= incisaal/occlusaal
3d= v+li (+ andere vlakken)
25
Q

BEWE staat voor

A

basic erosiv wear index

26
Q

criteria bewe

A

0: geen verlies van tandglazuur
1: beginnend verlies van oppvlakte structuur
2: duidelijke beschadiging, verlies tandglazuur, <50%
3: duidelijke beschadiging, verlies tandglazuur, >50%