Les 8: voeding en gebitsziekten Flashcards

1
Q

Impact van voedingssamenstelling en voedingsgewoonten op harde weefsels

A
  • Erosies door zure dranken en producten

- Cariës door suikerhoudende voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Impact van voedingssamenstelling en voedingsgewoonten op zachte weefsels

A
  • mondcarcinomen door alcohol en tabak

- tandvleesproblemen en snellere progressie van parodontale aandoeningen door ernstige voedseltekorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voeding bij kinderen

A
  • invloed op algemene groei en ontwikkeling

- invloed op de gebitselementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Te kort aan vitamines (A/D) zorgt voor

A

glazuurdefecten: hoger risico op cariës

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voeding speelt een belangrijke rol in het ontstaan van verschillende aandoeningen

A
  • diabetes
  • hypertensie
  • hart- en vaatziekten
  • kanker
  • mondaandoeningen
  • osteoporose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ons huidig voedingspatroon?

A
  • te lage inname van meervoudige koolhydraten, groenten, fruit en voedingsvezels
  • te lage inname van calcium en ijzer
  • hoge suikerinname
  • te hoog verbruik van vet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voeding als oorzaak van tandcariës. interventie-onderzoek. Leg uit:

A
  • onderzoek naar het effect van suiker op het ontstaan van tandcariës
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voeding als oorzaak van tandcariës. Vipeholm onderzoek. Leg uit:

A
  • 1954
  • In een aantal jaren werd in verschillende vormen suiker aangeboden aan proefpersonen
  • vipeholm is een tehuis voor personen met een verstandelijke beperking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was de conclusie uit het vipeholm onderzoek

A
  • Het verbruik van suiker wordt schadelijker naarmate de frequentie van het gebruik toeneemt
  • cariës activiteit kan weer afnemen als men tussendoor geen suiker meer eet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom veroorzaak chocolade minder cariës dan andere suikers?

A
  • meer vetten
  • minder suikers
  • cacao: antibacterieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onderzoek waarin suikerriet wordt gegeten of perssap van wordt gedronken. Resultaat?

A
  • Meer speekselaanmaak: buffercapaciteit

- verhoging van speekselsecretie: cariogeniteit van voeding neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hopewood house: onderzoek, resultaat?

A
  • kinderen volgden een lactovegetarisch dieet.

- de beperking van suikergebruik doet hoeveelheid cariës sterk reduceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Turku (finland) verving sacharose door fructose of xylitol. Resultaat?

A

Xylitol: nauwelijks cariës
Fructose: had minder cariës dan sacharose groep
- fructose en sacharose is beide schadelijk voor het gebit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is sacharose meer cariogeen dan andere koolhydraten?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kan de plaquesamenstelling beïnvloedt worden door de voeding

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het gebruikt van sacharose bevordert de cariogene flora?

A

ja

17
Q

koolhydraten zijn een… voor tandbederf…

A

energriebron voor tandbederf veroorzakende bacteriën

18
Q

Hoe werkt demineralisatie?

A
  • Suikers worden omgezet in zuren door de bacteriën in het tandplaque
  • de ph waarde daalt: onderliggend tandoppervlak gaat in oplossing
  • indien voldoende tijd voor herstel (remineralisatie): mineralen terug ingebouwd in het glazuur
19
Q

Enkelvoudige suikers (vb)

A
  • meest cariogene suiker

- jam, choco, frisdrank, koeken, snoepgoed

20
Q

Geef verschillende cariogene suikers (4)

A
  • fructose
  • glucose
  • maltose
  • lactose
21
Q

zetmeel bestaat uit … en wordt omgezet in…

A

lange ketens van suikermoleculen en wordt omgezet in kleiner suikerketens

22
Q

De plaque- ph van zetmeel zal…

A

later en minder sterk dalen

23
Q

cariogeen vermogen van ongekookt zetmeel is

A

zeer laag

24
Q

cariogeen vermogen van gekookt zetmeel zonder verdere bewerking is

A

beperkt cariogeen

25
Q

cariogeen vermogen van gekookt zetmeel met verdere bewerking en koken of bakken is

A

cariogeniteit stijgt sterk bv. cornflakes

26
Q

Zuren in frisdranken,snoepjes zorgen voor

A

erosie: door de lage ph wordt het tandglazuur opgelost

27
Q

Welke rol speelt frisdrank in het cariësproces?

A

De cariogene schadelijkheid wordt feitelijk alleen bepaald door de suiker die zij bevatten

28
Q

Verloop van de pH in de tandplaque na de consumptie van Coca Cola

A

▪ De initiële pH daling ten gevolge van het zuur wordt snel gebufferd in de tandplaque en vervolgens daalt de pH ten gevolge van de afbraak van suiker
▪ De tweede suikerafhankelijke pH daling is veel schadelijker

29
Q

herhaaldelijk gebruik van zure voedingsmiddelen of drank

A
  • zorgt voor beschadiging van het oppervlakkig tandmateriaal (erosie)
30
Q

Is cariës een multi- causaal proces?

A

ja

31
Q

Cariës is een multifactoriële aandoening. geef 4 factoren

A
  • voeding
  • mondflora
  • tandoppervlak
  • tijd
32
Q

Beschermende factoren voor geen cariës

A
  • speekselvloed en speekselsamenstelling
  • beschermende voedingsstoffen
  • calcium, fosfaat, fluoride
  • eiwitten, antibacteriële middelen
  • niet- cariogene zoetstoffen
33
Q

Pathologische factoren

A
  • zuurvormende bacteriën
  • streptocccus- mutans lactobacillus
  • frequent gebruik van fermenteerbare koolhydraten
  • verminderde speekselfuncties