Les 8 Flashcards
1
Q
The student house
A
Het studentenhuis
2
Q
Philosophy
A
De filosofie
3
Q
information technology
A
De informatie-technologie
4
Q
The alarm clock
A
De wekker
5
Q
Darling
A
De schat
6
Q
Wonderful
A
Heerlijk
7
Q
Dreamt
A
Gedroomd
8
Q
Tropical
A
Tropische
9
Q
Island
A
Het eiland
10
Q
At all
A
Helemaal
11
Q
Awake
A
Wakker
12
Q
To feel well rested
A
Ben Uitgerust (zijn uitgerust)
13
Q
To get up
A
Opstaan. sta op
14
Q
To shower
A
Douchen
15
Q
Breakfast
A
Het Ontbijt
16
Q
During
A
Tijdens
17
Q
Ordinary
A
Gewoon
18
Q
The program
A
Het programma