Les 6 Flashcards
1
Q
Public transport
A
Het openbaar vervoer
2
Q
Aeroplane
A
Het vliegtuig
3
Q
Unfortunately
A
Helaas
4
Q
To stay somewhere
A
Logeren
5
Q
Packets
A
De pakken
6
Q
Safe
A
Veilig
7
Q
Fantastic
A
Geweldig
8
Q
To leave
A
Vertrekken
9
Q
The suitcase
A
De koffer
10
Q
To carry
A
Dragen
11
Q
A Joke
A
Het grapje
12
Q
A window
A
Het raam of het raampje
13
Q
Like
A
Net als
14
Q
In the olden days
A
Vroeger
15
Q
Outside
A
Buiten