Les 7 Beweging, inspanning en immobiliteit Flashcards

1
Q

Hoe is botweefsel opgebouwd

A

Bot is levend weefsel bestaande uit cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke botcellen zijn er

3 verschillende soorten

A
  • Osteoblast : buitenkant : maakt de cel aan
  • Osteocyte : midden : geëvolueerde osteoblast
  • Osteoclast : binnenkant : breekt de cel af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de botmatrix

A
  • collageen (type1): lamellaire opbouw collageen
  • proteoglycanen (complexen polysachariden, zorgen voor sterkte)
    -chondroïtine en keratine sulfaat
  • glycoproteïnen (eiwitten die bot en kraakbeen maken)
    -osteonectine en osteocalcine
    -BMP = bone morphometric proteins
  • Mineralen
    -Ca, P
  • omgezet tot hydroxy-apatiet (HAP) = Ca5(PO4)3OH
  • H20
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is het kraakbeen opgebouwd
Welke types kraakbeen bestaan er?

(3 types)

A

chondrocyten en matrix
-collageen (type2)
-proteoglycanen
-H20
geen bloed-, lymfevaten en zenuwen
O2 & voeding via diffusie

3 types kraakbeen:
* articulair, hyalien
* fibrocartilaginair
* elastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt de integriteit van botweefsel gerealiseerd?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat omvat de remoddeling van botweefsel

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg de definitie uit:

Osteoporose

A

verkleinen van de botten, afbraak, verzwakking van de botstructuur, afgenomen dichtheid dus ook minder stevigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke type spiervezels onderscheiden we?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het effect van inspanning op de bloedsomloop/ademhaling/energielevering/stofwisseling/lichaamstemperatuur?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verloopt de energielevering tijdens inspanning

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leg uit:

Wat leert ons het tandwiel model van “Wasserman”?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de effecten van training

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gezondheidsvoordelen van actieve levenwijze?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly