les 7 Flashcards

1
Q

de roos van Leay; 4 grote kwadranten

A

boven - samen
boven- tegen
onder -samen
onder -tegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

samen gedrag

A
  • je wilt samen iets bereiken
  • acceptatie van elkaar
  • wederzijdsrepect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tegen gedrag

A
  • vijandigheid naar de ander
  • andere belangen dan acceptatie
  • soms zelfs afwijzing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

boven

A
  • dominantie

- iemand wilt veel invloed uitoefenen op anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onder

A
  • onderdanig gedrag

- iemand wilt nauwelijks of geen invloed uitoefenen op anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kernmerken samen gedrag

A
  • verantwoordelijkheid nemen
  • behulpzaam zijn
  • respect tonen
  • dankbaarheid tonen
  • samen willen werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kenmerken tegen gedrag

A
  • onafhankelijk willen zijn
  • wantrouwen
  • standvastig zijn
  • kritisch zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerken boven gedrag

A
  • actie ondernemen
  • initiatief nemen
  • beïnvloeden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

8 basisgedragingen

A
  • leidind (bs)
  • helpend (sb)
  • meewerkend (so)
  • volgend (os)
  • concurrerend (bt)
  • aanvallend (tb)
  • opstandig (to)
  • teruggetrokken (ot)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

symmetrisch

A
  • tegen gedrag roept tegen gedrag op

- samen gedrag roept samen gedrag op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

complementair

A
  • boven roept onder gedrag op

- onder gedrag roept boven gedrag op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke complementaire patronen komen het meest voor?

A
  • leidend - afhankelijk
  • helpend -meewerkend
  • competitief - agressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doe je met de roos van leay in de praktijk? (4)

A
  • doel bepalen
  • reactie voorspellen
  • gedrag kiezen
  • in actie komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly