les 7 Flashcards
1
Q
de roos van Leay; 4 grote kwadranten
A
boven - samen
boven- tegen
onder -samen
onder -tegen
2
Q
samen gedrag
A
- je wilt samen iets bereiken
- acceptatie van elkaar
- wederzijdsrepect
3
Q
tegen gedrag
A
- vijandigheid naar de ander
- andere belangen dan acceptatie
- soms zelfs afwijzing
4
Q
boven
A
- dominantie
- iemand wilt veel invloed uitoefenen op anderen
5
Q
onder
A
- onderdanig gedrag
- iemand wilt nauwelijks of geen invloed uitoefenen op anderen
6
Q
kernmerken samen gedrag
A
- verantwoordelijkheid nemen
- behulpzaam zijn
- respect tonen
- dankbaarheid tonen
- samen willen werken
7
Q
kenmerken tegen gedrag
A
- onafhankelijk willen zijn
- wantrouwen
- standvastig zijn
- kritisch zijn
8
Q
kenmerken boven gedrag
A
- actie ondernemen
- initiatief nemen
- beïnvloeden
9
Q
8 basisgedragingen
A
- leidind (bs)
- helpend (sb)
- meewerkend (so)
- volgend (os)
- concurrerend (bt)
- aanvallend (tb)
- opstandig (to)
- teruggetrokken (ot)
10
Q
symmetrisch
A
- tegen gedrag roept tegen gedrag op
- samen gedrag roept samen gedrag op
11
Q
complementair
A
- boven roept onder gedrag op
- onder gedrag roept boven gedrag op
12
Q
welke complementaire patronen komen het meest voor?
A
- leidend - afhankelijk
- helpend -meewerkend
- competitief - agressief
13
Q
wat doe je met de roos van leay in de praktijk? (4)
A
- doel bepalen
- reactie voorspellen
- gedrag kiezen
- in actie komen