Les 5 powerpoint Cognitieve ontwikkeling + boek hfst 4 Flashcards
Cognitie is een ander woord voor
kennis
Wat is cognitieve ontwikkeling?
leren, onthouden en toepassen van dingen
Noem 3 belangrijke cognitieve aspecten en leg ze uit
gochac
Geheugen: onthouden en herinneren van informatie
Cognitie: hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert, begrijpt
Aandacht: controle hebben waar je op let, concentratie
bruggetjes in je hoofd, leg uit
hersenen rekbaar. Leer je iets nieuws -> nieuwe verbinding : synaps
Wat doet de linkerhersenhelft?
LOGICA: denkwerk, taal, rekenen, logische taken, stampen
Wat doet de rechterhersenhelft?
GEVOEL: zintuigen, kleur, ruimtelijk inzicht (en evt hulp bij het stampen door links ;-)
Wat betekent tabula rasa?
als ongeschreven blad ter wereld komen
Wat is het eerste ontwikkelpunt in hersenen?
De zintuigen. Kijken, luisteren, voelen, proeven
Wat is het tweede ontwikkelpunt in de hersenen?
taal en motoriek
Hoe leert een kind complexe vaardigheden?
Doordat hersengebieden gaan samenwerken.
Vertel over lange termijngeheugen
informatie opgeslagen door synapsen. nieuwe leerervaring maakt n verbinding, die steviger wordt door herhaling
Wat is het korte termijngeheugen?
werkgeheugen, slaat kort informatie op
Wie spreekt over 8 manieren waarop je intelligent kan zijn?
Howard Gardner
Wat zijn de 8 manieren van intelligentie volgens Howard Gardner?
Woordknap, Beeldknap, Rekenknap, Muziekknap, Beweegknap, Zelfknap, Natuurknap, Samenknap
Wat gebeurt er in puber hersenen
ontwikkeling hersenen: cruciale fase
Communicatie tussen verschillende gebieden nog niet in balans
slaappatroon verandert tgv ontwikkeling
Volledige ontwikkeling hersenen loopt van
0 tot 25 jaar (ten minste)
Puberhersenen uit balans want
emotionele gebieden lopen voor op rationele gebieden
emotionele worden extra geprikkeld door hormonen en rationele zijn nog niet sterk genoeg om hyperactiviteit onder controle te houden
Kenmerken vroege adolescentie 10-14 jaar
invloed hormonen en verandering het grootst.
emoties heftiger, impulsief want minder goed nadenken
losmaken ouders
Kenmerken midden adolescentie 14-16 jaar
risicogedrag, pubers experimenteren, emoties nog boventoon
Kenmerken late adolescentie 16-22 jaar
betere balans hersengebieden, dus ook beter nadenken en afwegen
3 groepen in hersenontwikkeling pubers
vroege adolescentie 10-14
midden adolescentie 14-16
late adolescentie 16-22
pubers - moeite met plannen. Waarom?
want plannen doet beroep op meerdere cognitieve functies
pubers - waarom beperkt aanpassingsvermogen?
frontale cortex: regels die we geleerd of plannen bijstellen. Bij pubers is frontale cortex nog niet volledig ontwikkeld. ze begrijpen dat iets niet werkt, maar kunnen er toch niets mee. + niet gevoelig voor straf of feedback, dus moeilijker leren van fouten
puber - waarom snel afgeleid?
ook het deel van de frontale cortex dat zorgt dat je irrelevante informatie kunt onderdrukken, is nog niet goed ontwikkeld. Pubers zijn snel afgeleid en hebben moeite met uitvoeren van verschillende taken
leren is proberen, waarom?
fouten maken mag, dan gaan je hersens op zoek en leren ze iets nieuws.
Behaviorisme 2 namen
Pavlov
Skinner
Cognitivisme 2 namen
Jean Piaget - 4 fasen
Jerome Bruner
Constructivisme 2 namen
Lev Vygotsky
Robert Gagne
Wat zijn associaties?
Langere tijd informatie onthouden: verbindingen maken
Belonen en straffen bij kleine kinderen?
belonen werkt bij kleine kinderen beter
Wat is Behaviorisme?
Kinderen leren door beloning
Conditionering (aangeleerd gedrag)
Skinner (mensen en dieren kun je alles leren, als je ze maar beloont)
Pavlov
Wat is Cognitivisme?
kinderen leren door te experimenteren
nieuwe kennis komt altijd van buitenaf
4 fasen Jean Piaget
- sensomotorische fase (0-2)
- preoperationele fase (2-6)
- concreet operationele fase (6-9)
- formeel operationele fase (12-15)
sensomotorische fase
baby ontdekt de wereld door zintuigen, stopt alles in zijn mond.
experimenterend leren door alsmaar licht aan en uit te doen
preoperationele fase
kinderen leren spreken
besef van volgorde en verschijnselen
nog geen onderlinge verbanden bv bol klei uitrollen. De vorm is dan veranderd, maar dat snapt een kind niet
veel fantasie
concreet operationele fase
kinderen leren nu ordenen leren inschatten leren reflecteren zelf nadenken over gedrag begrijpen dat breed glas evenveel water kan bevatten als smal hoog glas (conservatie
formeel operationele fase
ruimtelijk en abstract denken in ontwikkeling
logisch denken ontwikkeld zich
Niet iedereen bereikt deze fase!!!
Constructivisme
Leren door samen ervaringen op te doen
Ouders zijn rolmodel
Vygotsky: cognitieve ontwikkeling beinvloed door interactie en omgeving
Kinderen zijn uit zichzelf leergierig
Zone van naaste ontwikkeling - kies iets wat bij ontwikkeling past of daag uit net n stapje verder te zetten.
Objectpermanentie, wat is het en wanneer ontwikkelt het zich?
Dit ontwikkelt een baby tussen 8-12 mnd.
De baby begrijpt dat een voorwerp blijft bestaan ook al is het uit zicht.
Mentale representatie
Inbeelden hoe iets eruit zou kunnen zien. (vanaf ca 18 mnd - 2 jaar)
Cognitieve ontwikkeling 12-18 mnd
experimenteren
Iets laten vallen of gooien om te zien wat er gebeurt
Spel: een blokje in blokkendoos stoppen
Dreumes gaat zoeken als ze voorwerp niet meer zien
Dreumes gaan gedrag imiteren/nabootsen
Cognitieve ontwikkeling 4-6
Voorlezen: kinderen leren verband
moeite aandacht op meer dan 1 ding te richten
Focus op 1 ding hebben: centratie
Kleuters hebben nog niet door dat een hvh hetzelfde blijft als de vorm verandert
Wat is centratie?
focus op 1 ding
Conservatie
vorm verandert, hvh blijft gelijk
Cognitieve ontwikkeling 6-10
geheugen en concentratievermogen wordt groter
kind wordt minder impulsief
hij leert eerst iets bedenken en dan pas doen
Cognitieve ontwikkeling 10-12
logisch denken
Abstract denken (nadenken over wat je niet zelf hebt meegemaakt)
Reflecteren
Cognitieve ontwikkeling 13-20
Pubers denken na over abstracte begrippen als Rechtvaardigheid Waarheid Leven en relaties 9 uur slaap nodig
patroonherkenning in hersenen
als iets goed werkt, dan blijven hersenen het zo doen
Peuter kan begrijpen dat iets op een foto of een tekening iets echts kan zijn. En kan zich voorstellen hoe iets eruit kan zien.
Preoperationele fase (Piaget, cognitivisme)
animistisch
geloven dat voorwerpen kunnen denken, gevoelens en wensen hebben. bv dat een kind stoute stoel zegt als hij zich stoot. Of dat een knuffelbeer moet huilen.
magisch denken
2-4: kinderen kunnen moeilijk onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid
In welke fase zitten kleuters die ordenen om te begrijpen van de wereld om hen heen?
Preoperationele fase
Wat is centratie?
kleuters: Het focussen op 1 factor. bijvoorbeeld de hoogte van een glas, waardoor ze denken dat een hoog glas meer water bevat
Wat is conservatie?
vorm verandert, maar kleuters zien niet dat het eerst een bol was. ze zien het dan als slang.
Wat is psychische operatie?
eerst dingen in het hoofd bedenken voor de actie komt
Wanneer kunnen kinderen logisch nadenken?
10-12 jaar. veel kennis opdoen als ze in n boek duiken bv.
Wanneer kunnen kinderen abstract denken?
het kunnen denken over dingen die je niet zelf hebt meegemaakt (rond 10-12)
Wat is reflecteren en wanneer kunnen kinderen dat?
nadenken over gevolgen van gedrag (10-12)
Wanneer kunnen kinderen strategieën bedenken en wat is het precies?
13-20: kenmerkt zich door actief oplossen van problemen. Kinderen gebruiken langetermijngeheugen en zoeken betere strategieen om problemen op te lossen
Zit in formeel operationele fase van Piaget.
Leg het begrip geheugen in één zin uit:
onthouden en weer herinneren van informatie
Leg het begrip cognitie in één zin uit:
Hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert en begrijpt. Wat heeft derk recht bebreidt?
Leg het begrip aandacht in één zin uit:
controle hebben over waar je op let en concentratie
Cognitief schema
Een innerlijke weergave van een onderwerp
fase 1 piaget: ontwikkelen van dat cognitief schema
fase 2: eenvoudige cognitieve schema’s, die afhankelijk zijn van waarnemingen (sinterklaas bestaat, water in breed glas is minder en je kan door n putje)
maakt ook cognitief schema van zichzelf (scheiden), ook magisch denken
fase 3: beseffen zich hoe het zit (sinterklaas, putje, magisch denken). logisch redeneren, dus dingen kunnen anders zijn dan ze lijken
fase 4: cognitieve schema’s van abstracte begrippen
Jonge kinderen leren zo
sabbelen en imiteren: 0-2 vanaf 3 mnd kraaien en klanken 4-8 mnd aandacht voor omgeving groter 8-12 mnd gebeurtenissen voorspellen 12-18 mnd experimenteren met gedrag 18-24 mnd kan beeld maken (mentale representatie) Tussen fantasie en werkelijkheid: 2-4 De wereld willen begrijpen: 4-6 (ordenen en benoemen)
Oudere kinderen leren zo
logisch denken en bewust omgaan met kennis krijgen meer aandacht
In de wereld staan: 6-10 (psychische operatie)
Logisch denken: 10-12
Problemen oplossen: 13-20