Les 1 powerpoint & hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Concreet operationele fase (leeftijd en beschrijving)

A

6-12: leren ordenen, tellen, rekenen, lengte en hvh inschatten, reflecteren op gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent psychologie?

A

Dat is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken constructivisme

A

gaat over samen ervaringen opdoen in omgeving waarin je opgroeit en leren van deze ervaringen met de mensen met wie je opgroeit. Zoals gezin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor gezonde ontwikkeling (vooruitgang) zijn 3 processen nodig. Welke?

A

Groeiprocessen (groei door celdeling)
Leerprocessen (theoretische, praktische, sociaal-emotionele kennis en vaardigheden)
Rijpingsprocessen (ergens aan toe zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 5 ontwikkelingsgebieden kennen we?

A
Lichamelijke en motorische ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Creatieve ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkleling
Taal ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cognitivisten (2)

A

Jean Piaget en Jerome Bruner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is internalisering?

A

het verbinden van kinderen met normen en waarden

in de kleuterperiode zijn kinderen hiervoor het gevoeligst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is gewetensvorming?

A

Als kind jong is. goed en kwaad. juiste emotionele reacties laten zien als je iets slechts doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken van het behaviorisme:

A

onbeschreven blad, aanleren, conditionering, belonen en straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie vindt de zone van naaste ontwikkeling belangrijk en wat is het?

A

bv roos -> r vervangen door d

volgende stap leren kinderen het makkelijkst (past bij Lev Vygotsky)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sensomotorische fase (leeftijd en beschrijving)

A

0-2: zintuigen gebruiken om te ontdekken, alles in mond, ruiken, proeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is morele ontwikkeling?

A

het gaat erom dat je van binnenuit aanvoelt wat goed of kwaad is. Als je dat aan kinderen laat zien, kunnen zij dat internaliseren (verbinden met normen en waarden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cognitivisten (2)

A

Jean Piaget, Jerome Bruner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat je moet oefenen voor moreel handelen (4)

A
Morele empathie (betrokkenheid voelen en laten zien)
Moreel redeneren (inzicht in goed en kwaad)
Morele afweging (welke keuzes er zijn in gedrag)
Moreel gedrag (beslissen wat goed is en daarnaar handelen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer gaat groeien snel?

A

Eerste 4 jaar snel en rond pubertijd weer groeispurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Volgens Jean Piaget ontwikkelen kinderen zich in vier fasen. Welke?

A

Sensomotorische fase: 0-2 (zintuigen gebruiken om te ontdekken, alles in mond, ruiken, proeven)
Preoperationele fase: 2-6 (met taal ordenen, begrjpen steeds beter dat iets op een foto of tekening iets echts kan zijn. bol klei wordt slang. Dat snappen ze, dat dat dan dezelfde hvh klei is, snappen ze niet)
Concreet operationele fase: 6-12 (leren ordenen, tellen, rekenen, lengte en hvh inschatten, reflecteren op gedrag)
Formeel operationele fase: 12-15 (ruimtelijk en abstract denken in ontwikkeling, logisch denken ontwikkelt zich)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wie vindt het rolmodel belangrijk en waarom?

A

Lev Vygotsky, vanwege leren door nadoen.

18
Q

Ander woord voor cognitie

A

Kennis

19
Q

Wat verstaan we onder imitatie?

A

leren door na te doen

20
Q

Wat vond Lev Vygotsky?

A

Cognitieve ontwikkeling beïnvloed door interactie met mensen en door omgeving waarin je opgroeit. Ouders en begeleiders doen dingen voor zodat kinderen ze na kunnen doen. rolmodellen. Kinderen leren beste als ze iets nog net niet begrijpen.
Zone van de naaste ontwikkeling

21
Q

Wat verstaan we onder cognitieve ontwikkeling?

A

Het leren, onthouden en toepassen van dingen.

22
Q

Wat is te zeggen over de invloed van de levensloop?

A

Die is bepalend voor hoe ontwikkeling verloopt.

23
Q

Voorbeelden van grove motoriek:

A

Lopen van a naar b, klimmen, met je armen zwaaien

24
Q

Wat is ontwikkeling

A

Verandering. Dit kan zowel voor- als achteruitgang betekenen.

25
Q

leeftijdsfasen

A
0-1: Baby
1-2: Dreumes
2-4: Peuter
4-6: Kleuter
6-9: Jong schoolkind
9-12 Oud schoolkind
12-15: Puber
15-18: Adolescent
18-21: Jong volwassene
26
Q

Wat betekent ontwikkelingspsychologie?

A

Wetenschap die het gedrag van mensen bestudeert in verschillende fasen van zijn ontwikkeling

27
Q

Ideeën Jerome Bruner

A

(zelf-) ontdekkend leren. Als kind nieuwsgierig, vanuit eigen interesse een uitdaging zoekt en wil leren. Kind ordent nieuwe informatie en ontdekt nieuwe kennis.

28
Q

Motorische ontwikkeling is een onderdeel van:

A

Lichamelijke ontwikkeling

29
Q

Skinner zei

A

dat je mensen alles kunt leren als het maar beloond wordt. gedrag dat je het meest laat zien, kenmerkt je persoonlijkheid

30
Q

Voorbeeld van fijne motoriek:

A

Bouwen met kleine blokjes, weven, haken

31
Q

Waarom ontstaan groepsnorm, groepsdruk?

A

zoeken naar herkenbare dingen in elkaar.

32
Q

Wat is een ontwikkelingsfase?

A

Periode in het leven van de mens die te onderscheiden is van andere perioden. Elke periode bepaalde kenmerkende gedragingen.

33
Q

Preoperationele fase (leeftijd en beschrijving)

A

2-6: met taal ordenen, begrjpen steeds beter dat iets op een foto of tekening iets echts kan zijn. bol klei wordt slang. Dat snappen ze, dat dat dan dezelfde hvh klei is, snappen ze niet

34
Q

Formeel operationele fase (leeftijd en beschrijving)

A

12-15: ruimtelijk en abstract denken in ontwikkeling, logisch denken ontwikkelt zich

35
Q

Wat is sensomotoriek?

A

Motorische reactie op zintuiglijke informatie

36
Q

Pavlov deed onderzoek over

A

conditioneren

37
Q

Richtlijnen uit behaviorisme (3) die we nog steeds gebruiken

A

Beloon gewenst gedrag
Negeer ongewenst gedrag
Straf gedrag alleen als het gevaarlijk is of moet stoppen, je leert niets van straf.

38
Q

Constructivisten (2)

A

Lev Vygotsky, Robert Gagne

39
Q

Robert Gagne

A

verstand is een ingewikkeld systeem dat informatie opneemt, opslaat en ordent. kind denkt zelf na.

40
Q

Kenmerken cognitivisme

A

kennis krijg je niet vanzelf, maar je maakt zelf kennis, nieuwe kennis komt altijd van buitenaf (een bal komt naar je toe)
Leren door experimenteren