Les 10 powerpoint Flashcards
4 types ontwikkelingsmaterialen
Speelleermaterialen
Ongevormde materialen
Vormgevende materialen
Constructie-en compositiematerialen
Speelleermaterialen
Herkenbaar, geeft direct aan wat een kind wel of niet kan
bv puzzels, memory,
Ongevormde materialen
krijgen vorm als kind ermee speelt
daagt uit tot experimenteren
water, klei, zand, brooddeeg
Vormgevende materialen
idee omzetten in iets tastbaars
Vouwen, scheuren, knippen, mozaiken
Constructie- en compositiematerialen
materialen waarmee kind constructie kan maken.
lego, kapla, houten blokken, kisten
Friedrich Fröbel
oprichter oudst bekende kleuterschool 1837
ontwikkelaar eerste knutselmateriaal voor kinderen
Maria Montessori
bekende pedagoog en ontwikkelaar van montessori ontwikkelingsmateriaal
kinderen kunnen beste zelf kiezen hoe ze willen spelen en leren
jongen kinderen leren best door meerdere zintuigen te gebruiken
Wie hebben materiaal ontwikkeld dat geheel aansluit bij ontwikkelingsfasen van het kind?
Friedricht Fröbel
Maria Montessori
Open materialen
speelgoed waar kinderen dingen mee kunnen maken
zodat ze fantasie kunnen ontwikkelen
Materiaal 0-1
Moet geschikt zijn om in de mond te stoppen
rammelaar, doekje, groter speelgoed
Materiaal 1-2
Ruimte nodig om te ontdekken
Materiaal gericht op voelen, kijken, luisteren, trekspeelgoed, houten puzzels, vormenstoof
Materiaal 2-4
Sorteren groot klein blokken bouwen prentenboeken grote kralen rijgen ballen, driewielers, emmer, schep
Materiaal 4-6
Nabootsen
hoeken in de ruimte, huisje, bouwhoek etc
Creatieve ontwikkeling (potloden, klei, scharen)
Cognitieve ontwikkeling (puzzels, constructiemateriaal)
Motorische ontwikkeling (schommel, schep)
Materiaal 6-9
Taalontwikkeling (boeken)
Creatieve ontwikkeling (schilderen, boetseren)
Motorische ontwikkeling (springtouw, ballen)
Cognitieve ontwikkeling (spellen)
Sociaal emotionele ontwikkeling (samen spelen)
Materiaal 9-12
Ontdekken meer details
spellen als kolonisten
Fijne motoriek (kraaltjes, puzzels)
Creatieve ontwikkeling (ecoline, houtskool)
Motorische ontwikkeling (stelten, eenwielers)
Technische ontwikkeling (apparaten slopen)
Materiaal 13-18
complexere materialen
Strategiespellen
kranten, filmpjes, informatie van internet
buiten materialen, voetballen, skateboarden, rondhangen
Inrichten ruimtes
Zichtbaren onderdelen (vorm, grootte, hoogte, ramen deuren) onzichtbare elementen (temperatuur, akoestiek, geur)
Welke kenmerken spelen rol bij inrichten ruimte?
budget
duurzaamheid
veiligheid
hygiene
Welke materialen brengen variatie en sfeer in een ruimte?
hard en zacht, hout en staal.
verschillende zintuiglijke ervaringen (linoleum/vloerkleed)
ruimte met tapijt/zachte kleur nodigt anders uit dan gietvloer en harde kleuren
Wat vinden kinderen prettig kwa ruimte?
bv n eigen plekje in de klas, laatje of kastje
basisschoolleeftijd: groepjes van 2-4 kinderen
Maxwell 1996
onderzoek: veel kinderen in te kleine ruimte kan leiden tot negatief gedrag
Wat vinden kinderen onprettig kwa ruimte?
Ruimte te open: onrustig
Akoestiek heeft invloed
Teveel aan prikkels: onrustig
Ruimte 0-1
zachte kleuren, weinig materiaal
gescheiden speelplekken voor verticale groep
zachte ondergrond en stevige tafel
ronde mat voor verbondenheid
Ruimte 1-2
Zo inrichten dat autonomie wordt gestimuleerd
Veel bewegen, samen spelen
Spelen in hoeken
Korte spanningsboog, niet teveel spullen
Ruimte 2-4
Peuters willen vrijheid maar ook beschutting en zelfstandigheid
Begrijpelijk ingerichte ruimte helpt in zelfvertrouwen en zelfstandigheid
Veelzijdig in de ruimte: boekjes, creatief, bouwen.
Kunnen terugtrekken in hoekjes
Ruimte 4-6
Kleuters moeten kunnen spelen en werken
Ruimte is nodig om te kunnen bouwen
Ruimtes die zelfstandigheid stimuleren
Buitenruimte om te bewegen, ontdekken en onderzoeken
Ruimte 6-9
Gezelschapsspelletjes en knutselen
Ruimte die je zelf mag invullen.
Ruimte 9-12
Privacy versus drukte Zijn graag samen maar ook alleen Visuele afscheiding is op zich voldoende Hoekstra 2006: mogelijkheid om terug te trekken beinvloed sociaal gedrag positief Evt Internet of gymzaal
Ruimte 13-18
Uitdaging om de ruimtes zo in te richten dat jongeren zich thuis voelen.