Les 5 Flashcards

1
Q

Risicofactoren (factoren hiervan)

A

Gelden voor groepen
Vergrootte kans op iets (een ziekte/eerder overlijden)
Werken opgeteld sterker
Indirect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psychopathologie

A

De wetenschap waarin psychische stoornissen worden bestudeerd (voorkomen ervan en de behandeling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschermende factoren

A

Bufferen de negatieve werking van risicofactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Balansmodel (voor ouders)

A

De risicofactoren + de taken van de ouders zijn een draaglast
De beschermende factoren + de vaardigheden van ouders zijn hun draagkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
Orthopedagogische vraagstelling:
Affectief gebied (sociaal-emotioneel)
A

Gevoelsleven
relaties met andere mensen
gevoel dat je ergens bij hoort maakt dat je fouten mag maken
dat gevoel moet je krijgen in je ontwikkeling (hechting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Orthopedagogische vraagstelling:

Cognitief gebied

A

Begrijpen van de wereld

De wereld zit in structuren in elkaar: ruimte, tijd, taal en omgangsvormen. Met die structuren moet je leren omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Affectieve vraagstelling

A

R: normale conflicten, gewoon opvoeden
R1: Vragen om overaccentuering in de opvoeding (orthopedagogische vraagstelling)
R2: Zware orthopedagogische hulpvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cognitieve vraagstelling

A

S: Soms is er te weinig structuur en hebben ze meer structuur nodig
Midden is probleemloos
V: Soms hangen ze teveel aan structuur en moeten ze leren met variatie omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenheid (jezelf worden)

A

H: Sommige kinderen passen zich te veel aan, aan anderen.
Midden is probleemloos
Z: Sommige kinderen zijn teveel op zichzelf gerichten kunnen de harmonie met anderen niet goed vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eerstegraadsstrategie

A

alledaagse opvoeding

antwoord door aanpassing in de opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tweededaagsstrategie

A

speciale trainingen en therapieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Derdegraagsstrategie

A

Maatwerk voor het specifieke kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Balansmodel micro

A

kind
ouder
gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Balansmodel meso

A

gezin

buurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Balansmodel macro

A

sociaal economische factoren
gezinsfactoren
culturele factoren
maatschappelijke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly