les 4: Romeins Theater Flashcards

0
Q

Omschrijf het toneel voor de Romeinen

A
  1. Ampullische vazen die theaterstukken afbeelden
  2. Phylakes (de acteurs en de stukken) die op houten podia op paaltjes tragedies parodieëren en goden belachelijk maken. Ze waren ook buiten Sicilië populair (ook een opgevulde buiken en kont zoals in de Griekse tragedie). Vaak boeren of ambachtslui als hoofdpersonages
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat is de achtergrond van het theater in het Oude Rome?

A
  • In Rome was politiek niet zo belangrijk als in Griekenland, de economische en militaire macht zijn belangrijker. Theater en religie waren niet zo verbonden.
  • Panen et cirences
  • Praktijk ipv. literatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De eerste spelen in Rome noemen we Ludi. Omschrijf deze.

A
  • het gaat over de eerste inwoners van Rome: Etrusken
  • buitenstaanders kwamen naar Rome om toneel te spelen
    De Ludi groeiden uit tot Ludi Romani, een vierdaags feest. Er was ook Ludi Plebeii, Ludi Apollinares. Het waren geen religieuze, maar volksfeesten.
  • Werden gebruikt door consuls om stemmen te ronselen tijdens de consulverkiezingen. Maar Ludi zijn niet enkel toneelspelen, ook andere spelen, Theater moest concurreren met andere spektakels! Dit blijkt uit een proloog van een opvoering van Terentius.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

omschrijf de eerste Romeinse ludi (tragedies) en wie schreef een eerste bewerking?

A

Er werden geen nieuwe stukken geschreven, maar Latijnse bewerkingen aan Griekse stukken, waarvan Livius Andronicus de eerste was die deze Latijnse bewerkingen opvoerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het theater in het Oude Rome:

1) wat was de functie van het theater?
2) de ontwikkeling van het theatergebouw
3) Het theatergebouw zelf

A

1) het was de plaats voor de keizer om met het publiek te communiceren, de plaats waar hij zich liet uitjoelen of toejuichen.
Ook een ontspannende functie= panem et cirences
2) Houten stellages -> Stenen theater (Pompeus, Marcellus,..)
3)
- loges: tribunalia
- gallerij: collonade
- kleine ronde cirkel: orchestra
- vss verdiepingen
- zitplaatsen, scène en wand zijn een aaneegesloten geheel
- scenea frons
- siparium
- axostra
- velum of velarium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

omschrijf het publiek van de Romeinen in het theater

A
  • Het theater werd door de staat gesubsidieerd om het volk voor hen te winnen, of gesubsidieerd door de Aediles.
  • Ere plaatsen vooraan voor de Equites
  • Hoger aanzien voor Griekse bewerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de acteur in de Romeinse theaters

A
  • droegen kothurnen niet in blijspelen
  • opvullingen om figuur imposanter maken
  • dominus gregis
  • symbolische kleuren
  • toneelmaskers
    lage status van de acteur: er wordt op neer gekeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vertel iets meer over de opvoering van de Romeinse toneelpraktijk

A
  • er was een altaar op het podium, naar waar je kan vluchten
  • podium stelt meestal een straat voor
  • spektakel en aantrekkelijkheid, vooral in het keizerrijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit: de Romeinse mime

A

> Mime komt van mimesis. Pantomime betekent dat de taal wordt weggelaten en er veel wordt gedanst. In een multilinguale stad als Rome, was dat zeer interessant.
zeer populaire vorm van toneel, er treden ook vrouwen op die balletten dansen. Er is ook altijd een nar in het stuk.
grondleggers: Bathyllus en Pylades
schrijvers: Publius Syrrus
Aan het einde van het keizerrijk wordt dit fel afgekeurd en gerelateerd aan satan.
Pelagia Mima> patrones van de actrices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vertel iets meer over de Romeinse tragedies

A
  • Livius Andronicus was de eerste die Latijnse bewerkingen in een Grieks stuk op de planken bracht.
  • Naevius is de eerste schrijver van Romeinse stukken, waar hij kritiek heeft op romeinse machthebbers
  • Toga Paetexa: stukken over hoogwaardigheidsbekleders
  • Ennius, Seneca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Seneca was anders dan het Aristotelisch toneel. Vertel iets over de kenmerken van zijn toneel.

A
  • Epicuristische filosofie: neerleggen bij het noodlot
  • stoïcijns= je niet laten meeslepen door emoties
  • sententia
  • Het gaat minder over acties maar over psyche en destructieve passies met een moraal: laat je niet meeslepen door je emoties.
  • onmenselijk harde karakters
  • stof uit Grieks drama
  • koor geeft sfeer mee > geen handelende functie meer
  • retorische uitweidingen en flitsende dialogen
  • sombere en bloederige treurspelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Omschrijf de eerste komedie in Rome

A

Dat is de Fabulae aettelanae

= oud-Italische kermiskluchten, gelegenheidsspelen met vaste personages die gekenmerkt worden door hebzucht, zotheid en vraatzucht. Er wordt veel geïmproviseerd en geïnspireerd op Griekse komedies.

Pomponius en Novius gaan ze opschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf de Romeinse komedieschrijver Plautus

A

Hij komt uit Umbrië en staat aan het hoofd van een theatergezelschap. Zijn bijnaam is Maccius, een vast personage uit de Fabulae Attelaene, een personage waarbij alles fout loopt. Hij baseert zich op Griekse stof, kkent ook de Griekse taal en literatuur. Hij past de actualiteit niet toe in zijn stukken. In zijn komedie ‘Drie stuivers’ verwijst hij naar de Griekse komedie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van de komische stukken van Plautus?

A
    • hij situeert Griekse stukken in Italische steden
  • Metrische verzen
  • vaste personages: de leno, koppelaar, minaar, vondelinge meisjes
  • centraal figuur: de slaaf: stuurt de actie
  • liefde, seksuele geneugten
  • griekse fantasienamen
  • boertige taal met onwaarschijnlijkheden
  • geen koor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef meer uitleg bij de figuur Afer

A

Hij was een Romeins komedieschrijver die vooral opkeek naar Menander en de nieuwe Griekse komedie. Zijn stukken zouden als te Grieks worden bestempeld, waardoor hij pas later populair was (in de ME). Hij gebruikt vss griekse scenes en maakt er een nieuw stuk van= contaminare fabulae

  • liefde, list, toeval
  • veel dialogen ipv monologen
  • stukken: Moortje (Euchnuchus, Andria, Phormio
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de belangrijkste eigenschappen van Horatius toneeltheorie

A
  • 5 bedrijven
  • geen Deus ex machina
  • gepast decor
  • geen gruwelijkheden tonen maar laten vertellen
  • het koor speelt een actieve rol of je schrapt ze