les 4 BA: Bovenbeen Flashcards
1
Q
femur (os femoris) / dijbeen
-opbouw:
(A, B, C)
A
-extremitas proximalis (A)
= proximale uiteinde
-corpus femoris (B)
-extremitas distalis (C)
= distale uiteinde
2
Q
(femur)
structuren: proximale uiteinde
- A, B
A
- caput femoris (A)
- collum femoris (B)
3
Q
(femur)
structuren: C
- D, E
A
corpus femoris (C)
- trochanter major (D)
- trochanter minor (E)
4
Q
(femur)
structuren: distale uiteinde
- A, B, C, D, E, F
A
- epicondylus lateralis (A)
- epicondylus medialis (B)
- condylus lateralis (C)
- condylus medialis (D)
- facies patellaris (E)
- facies poplitea (F)
5
Q
femurhalshoek of (A)
-wat?
(B, C, D)
A
collumdiafysehoek / centrum-collum-diafysehoek (CCD) (A)
-hoek tussen de lengteas van de femurhals (B) & hoofdas van de schacht (C)
- volwassenen ca. 126°: coxa norma, (D)
- pasgeborenen ca. 150°
6
Q
femurhalshoek
-afwijkende hoeken
(A, B)
A
- coxa vara (A): verkleinde femurhalshoek
- coxa valga (B): vergrote femurhalshoek