les 3 BA: Bekken Flashcards

1
Q

(Onderste extremiteit als geheel)

- kenmerken onderlichaam

A

door de rechtopstaande houding zijn er een aantal aanpassingen in vergelijking met andere primaten:

-wervelkolom is S-vormig (zie lichaamswand)

-volledige gewicht van de buikorganen gedragen door het bekken
→ bekkenvleugels uit elkaar geduwd, breder sacrum door de dragende functie

-exclusieve functie als steun- en voortbewegingsorganen:
.bekken is vast verbonden
met de wervelkolom voor
een betere stabiliteit
.lange en krachtige ontwikkelde onderste ledematen in vergelijking met bovenste ledematen: langer dan armen, langer dan romplengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
-A
-B
-C
A

os coxae

  • os ilium (A)
  • os ischii (B)
  • os pubis (C)

—>komen samen ter hoogte van de Y-vormige epifysairschijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
os ilium
-A
-B
A
  • corpus ossis ilii (A)

- ala ossis ilii (B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
os ischii 
-C
-D
A
  • corpus ossis ischii (C)

- ramus (r.) ossis ischii (D)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
os pubis
-E
-F
-G
A
  • corpus ossis pubis (E)
  • ramus (r.) superior ossis pubis (F)
  • ramus (r.) inferior ossis pubis (G)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
os ilium
-A
-B, C, D, E
A

-crista iliaca (A)

spina ilica punten:

  • SIPS - spina iliaca posterior superior (B)
  • SIPI - spina iliaca posterior inferior (C)
  • SIAS - spina iliaca anterior superior (D)
  • SIAI - spina iliaca anterior inferior (E)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
os ischii
-F

A

tuber ischiadicum (F)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
gat
-G

A

foramen obturatum (G)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (lateraal aanzicht)
holte
-H

A

acetabulum (H)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (mediaal aanzicht)
os ilium
-A
-B, C, D, E
-F
-G
A

-crista iliaca (A)

spina ilica punten:
-SIPS - spina iliaca posterior superior (B)
-SIPI - spina iliaca posterior inferior (C)
-SIAS - spina iliaca anterior superior (D)
-SIAI - spina iliaca anterior
inferior (E)

  • tuberositas iliaca (F)
  • facies auricularis ossis ilii (G)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (mediaal aanzicht)
os pubis
-H

A

facies symphysialis (H)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(Beenderen van de bekkengordel)
heupbeen (mediaal aanzicht)
os ischii
-I

A

tuber ischiadicum (I)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bekkengordel en bekkenring

  • gevormd door?
  • wat?
  • A, B, C, D
A

beide ossa coxae (A) (links en rechts) vormen de bekkengordel

  • met elkaar verbonden via de symphysis pubica (B)
  • met os sacrum (C) verbonden via de iliosacrale gewrichten (D)

door deze verbindingen ontstaat de bekkenring
–>zeer stabiele ring:

  • laat weinig beweging toe
  • nodig voor overdracht gewicht romp op de vrije onderste ledematen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly